Wat mij heel goed doet, is te kunnen werken in mijn
kruidentuin achter het klooster. Ik heb er jammer
genoeg te weinig tijd voor. Voor het winter wordt,
verzamel ik de kruiden en doe ze in potten. Ik heb er
elk jaar veel te veel. Soms maak ik er wat thee van en
de kok van ons klooster gebruikt ze ook voor ons eten,
en verder geef ik er veel van weg. Ik doe echter ook
graag alleen maar een pot open om te ruiken. Wie zelf
kruiden heeft, weet hoe heerlijk de geuren zijn. Mijn
lievelingskruiden zijn: lavendel, tijm, rozemarijn, en
natuurlijk salie.
Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos