Op het einde van de twintigste eeuw geraakte
de westerse maatschappij, ten gevolge van een
fantastische vooruitgang op wetenschappelijk,
technisch en medisch gebied in een diepe sociale crisis.
Te weinig kinderen en te veel oude, zieke
en gehandicapte mensen, teveel onproductieven,
die toch aan de tafel van de welvaart bleven zitten.
Men zat heel diep in de schulden. Van waar moest het
geld komen om ze allen in leven te houden?
Men zocht naar oplossingen. In tijdschriften
verschenen artikels en in sommige boeken werden
toen reeds radicale oplossingen gesuggereerd.
Niemand zei het hardop, maar voor velen was er
maar één uitweg. Als de staat zorg draagt voor de
mens van de wieg tot het graf en dat uiteindelijk
financieel niet meer aankan, mag hij toch zelf de duur
van een mensenleven bepalen. Dat is niet moeilijk,
omdat toch iedereen in de computer zit. Dan kan de
centrale computer beslissen en is het geweten van de
verantwoordelijken zuiver.
Toen kwam in 2050 het decreet dat ieder mens, van
welk geslacht of ras ook, die binnen het territorium
verblijft, zijn leven dient te beëindigen op de
leeftijd van 79 jaar. De centrale computer zal op tijd
verwittigen en de nodige inlichtingen verschaffen. De
mensen worden weken vooraf psychiatrisch behandeld
en voorbereid.
Ik zag een dokter en een verpleegster uit de auto
stappen en aanbellen aan de deur van een mooie villa.
De vrouw kwam opendoen en ik hoorde haar zeggen:
‘Komt u binnen.’ De dokter en de verpleegster kwamen
in een helverlichte living vol prachtige planten.
‘U weet toch,’ zei de dokter, ‘waarvoor wij komen.
De centrale computer heeft bepaald dat uw man zijn
leven dient te beëindigen om 15.07 uur.’ ‘Zeker, zeker’,
antwoordde de vrouw, ‘maar mijn man is nog juist even
buiten de bloemen water geven. Hij zal wel dadelijk
binnenkomen.’
Als de man binnenkomt, is er nog wat tijd en stelt hij
voor om samen iets te drinken. Er wordt gepraat over
koetjes en kalfjes (maar die bestaan al lang niet meer)
en als de dokter hem nog een sigaret aanbiedt, weigert
hij met de woorden: ‘Dat is slecht voor de gezondheid’.
Even later hebben ze het over de slechte tijden, en dat
de mensen het leven niet meer aankunnen. Dan zegt
de man dat hij het vreselijk vindt, dat er de laatste tijd
zoveel zelfmoorden gebeuren en voegt er letterlijk aan
toe: ‘Kunnen die mensen dan niet wachten tot hun tijd
gekomen is?’
Te 15.07 uur geeft de dokter de man een zachte
handdruk. Er zit een klein spuitje verborgen in zijn hand.
De man geraakt in een zalige roes en sterft.
’s Anderendaags wordt zijn as uitgestrooid op het gazon.
Was het maar een droom…
Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos