woensdag 17 februari 2016

Phil Bosmans spreekt tot ons: De kabouter en de olifant

Bond zonder Naam heeft de vorige decennia grote

inspanningen geleverd in de welzijnssector. Niemand

kan ons kwalijk nemen dat we dit gedaan hebben op

onze eigen manier en in de eigen stijl, zonder veel

vergaderingen, maar zo vlug en zo direct mogelijk de

daad bij het woord gevoegd.

De staat kan cultuurpaleizen en grote ministeries

bouwen, maar bij initiatieven voor kleine, zwakke en

niet-getelde mensen staat hij dikwijls machteloos. De

staat is een olifant wegens zijn logge bureaucratie. Dat

zeg ik al jaren, zonder dat iemand me tegenspreekt.

En een olifant kan met de beste wil ter wereld maar

weinig rekening houden met grassprietjes. In Bond

zonder Naam zie ik de kabouter die dicht bij de gras-

sprietjes staat en waarbij grassprietjes zich veilig

voelen.

Ik treur om de machteloosheid van de staat. De

staat is geen vlugge hulpverlener, soms zelfs een

dwarsligger. In alle regeringsverklaringen staan een

paar ontroerende zinnen over de uitzonderlijke zorg

die men wil hebben voor armen en economisch

zwakkeren. Als dan de koek verdeeld wordt, zijn het de

machtsgroepen die beslissen en hun part opeisen. De

armen zitten nergens mee aan tafel.

Aan enkele ministeries wordt dan toch gevraagd

aandacht te hebben voor de zwaksten en er wordt een

budget toegewezen. Dan komt er geld om commissies

samen te stellen, geld voor universiteiten, voor studie

en onderzoek, geld voor deskundigen die van de ene

naar de andere vergadering lopen, verslagen maken,

congressen en sessies leiden of volgen in binnen- en

buitenland, geld voor mensen achter bergen papier.

Mensen die nooit tussen de armen geleefd hebben.

De hulpverleners die het dichtst bij de armen staan en

er zich het meest voor inzetten, zijn dikwijls het minst

betaald. Er zijn echter heel wat fijne en goedwillende

mensen in de politiek en de administratie die het

anders zouden willen. Ze worden dikwijls door een

sociale en culturele bureaucratie lam gemaakt. Ze

stoten op zoveel wetten, wetjes en reglementjes en

hebben af te rekenen met tegenkrachten, dat ze al

mogen juichen als ze erin slagen de kruimels voor de

armen wat groter te maken. Het is onze grote troost

dat veel van deze mensen die in dienst staan van de

olifant veel sympathie hebben voor de kleine kabouter

en hem ook zoveel mogelijk willen helpen en steunen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos