woensdag 16 december 2015

De Sint-Hubertus-Vereering te Leefdaal–deel 2

door Paul Leynen

ONTSTAAN EN ONTWIKKELING DER VEREERING TOT SINT HUBERTUS

Alras werd het lijk overgevoerd naar Luik, waar Hubertus den bisschoppelijken zetel had gevestigd, en aldaar in de Sint-Pieterskerk begraven. Het volk dat in zijn herder reeds lang een ware heilige had ontwaard, kwam hem op zijn graf vereeren en schreef vele mirakelen toe aan zijn tusschenkomst. Op den 3 November 743 werd het stoffelijk overschot van den heiligen gaaf en ongeschonden uit het graf genomen en tot openbare vereering uitgesteld. Het werd later (825) overgebracht naar het klooster van Andain in de Ardennen, waar de devotie zich ontwikkelde en toenam, groote toeloop van bedevaarders verwekkend. Van dien tijd werd er de H.Hubertus ook aanroepen als patroon der jagers.

Door de eeuwen heen werd de plaats aldus druk bezocht, zoodat zij uitgroeide tot een belangrijk centrum: de stad Saint-Hubert. In 1568 werd er de abdij door de Calvinisten vernield en het vereerd overblijfsel verdween in de ramp. Na enkele jaren kwamen nochtans relikwies van den H.Hubertus te voorschijn en werden met kerkelijke goedkeuring ter openbare vereering uitgesteld in sommige kerken als b.v. te Elewijt en te Leefdaal. Want niet alleen te Saint-Hubert, ook in vele steden en dorpen zoowel in Wallonië als in Brabant en Vlaanderen had zich de Sint Hubertusdevotie, in een min of meer breederen kring, gevestigd en verspreid.

Van in de XIVe en XVe eeuwen werden er overal broederschappen van Sint Hubertus gesticht, die er toe bijdroegen de vereering tot den patroon hoog te houden en uit te breiden. Bij de zeventig kerken zijn nu nog en sedert eeuwen in ons land aan den heiligen toegewijd.

Naar die kerken of kapellen, waar de heilige bijzonder werd aanroepen of waar hij zijn tusschenkomst door mirakelen had veropenbaard, stroomden de bedevaarders toe. Zij kwamen er om neuvenen te bidden, om er, bijzonder op 3 November feestdag van Sint Hubertus, gewijde broodjes, beeldjes, medailles, jachthoorntjes, enz. te verkrijgen tot vrijwaring van ziekten en kwalen*; buitenlieden kwamen er om hun dieren met den Sint-Hubertussleutel te laten branden, als verweer- of geneesmiddel tegen de razernij. Vermelden wij slechts voor Brabant volgende bedevaartsoorden tot Sint Hubertus: Brussel (O.-L.-V. van den Zavel en kapel van het godshuis der H.Drievuldigheid), Buizingen, Sint-Ulriks-kapel, Elewijt, Leefdaal, O.-L.-V.-Lombeek, Tervuren, Wakkerzeel**.

(wordt vervolgd)

*De man die in Leefdaal de Sint-Hubertusbroodjes uitdeelde op 3 november was door die activiteit algemeen gekend als “Broeëke”. Ludovicus Laes (Broeëke) (°Everberg 1869) was getrouwd met Elisabeth Janssens (°Leefdaal 1868). Broeëke en zijn vrouw woonden rechtover het gemeentehuis in Leefdaal. Broeëke heeft nog afstammelingen wonen in Leefdaal: een kleindochter, Angèle Laes (Angèle va Bère va Broeëke) en een achterkleinzoon, Roland Laes (kleinzoon van Jef va Broeëke).

**Ook Schaffen, waar mijn oom Henri Letellier kantonnier geweest is, heeft Sint-Hubertus als patroonheilige.