woensdag 1 december 2010

Verwachten

Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem
Waken en wachten hebben veel met elkaar te maken. Want er is altijd iets of iemand waarop je wacht. En je moet dat in ’t oog houden. Wie onoplettend en dromerig op de bus staat te wachten, zou wel eens van een kale reis kunnen terugkomen. Het minste dat je moet doen is je klok en de bus in de gaten houden… waakzaam zijn totdat hij komt. Onbedachtzaam zijn kan zelfs erge gevolgen hebben. Denk maar aan het wachten dat nodig is wanneer de trein passeert aan een bewaakte of onbewaakte overweg.
Wachten draagt altijd wat hoop in zich. Ook al kan het lang duren, ook al verliezen we ons geduld, we weten en geloven dat er iets of iemand komt. Zelfs als we horen “Er zijn nog 17 wachtenden voor u” moeten we blijven opletten of onze beurt gaat voorbij. Dank zij wat geklaag en gejammer gaat de tijd dan toch iets sneller.
Verwachten gaat nog verder dan dat. De zekerheid en de hoop is groter. Een moeder die in verwachting is, ziet met vreugde, maar met het geduld van negen maanden, uit naar het kind. Ze zal zelfs haar ingesteldheid en haar manier van leven zo aanpassen dat het ten goede komt aan het nieuwe ontluikende leven. Haar doen en laten zijn meer en meer daarop gericht. Het vraagt dus ook wat moeite en inspanning, maar met plezier gedaan. Dat vinden we vanzelfsprekend. Als we rond deze dagen al eeuwen zitten te wachten op “de Redder van de wereld”, wordt er ook iets van ons verwacht. Wat? Een andere ingesteldheid, loslaten wat je tot nu toe krampachtig vasthield uit schrik het te verliezen.