Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem
Kerstmis is geënt op het lang vervlogen feest van de winterzonnewende, een jaarlijks keerpunt in de gang van de natuur. De mensen zagen en ondervonden aan den lijve dat de duisternis niet het machtigst was. De dagen die stilaan beginnen te lengen is een eerste teken dat het licht en het leven sterker is dan de donkerte. Dat is de troost en de zekerheid die de natuur ons biedt. Het blijft geen winter, de zon zal terug warmte geven, het groen zal als nieuw leven triomferen. Ondertussen moeten we het nog even doen met flinterdunne stralen.
Gelukkig kunnen we als mens de natuur een stuk naar onze hand zetten. We hebben maar op een knopje te drukken en het is licht. Op allerlei manieren houden wij zo goed mogelijk de duisternis buiten. Meer nog: ook onze pijn, ook onze taken kunnen verlicht worden. We slagen erin het leven voor veel mensen aangenaam of minstens draaglijker te maken. Wetenschap en techniek zijn voor de mens een goede zaak… ook al merken we dat ook hier nadelen aan zijn.
Blijkbaar is dit licht niet voldoende om gelukkig te zijn. Zalig is het als licht een geschenk wordt dat mij ongevraagd aangeboden wordt. Het enige wat ik moet doen is: het licht binnenlaten ook als het onverwacht en onbegrijpelijk is. Het is ongelooflijk dat het grootste licht komt van een kind dat weerloos in een kribbe ligt en van meet af aan met de dood bedreigd wordt. Van Hem, van mensen die zijn spoor volgen, mogen we redding verwachten. De mens in al zijn eenvoud kan mijn leven groot maken. De kracht ligt in de tederheid en de hulpeloosheid. Wie zich door die kracht laat voeden, maakt het leven goddelijk. Maar zoek het niet in grootse projecten of in spectaculaire daden. Vooral in wat klein en broos is komt God aan het licht. Met hem kunnen wij de wereld verbazen. Zalig licht om jou mens te laten worden. Wil jij lichtdrager zijn?