Rachel Dottermans bezorgde mij bijgaande foto. Hij werd genomen ergens tussen de jaren 1966 en 1970. Naast Oud-strijders (of hun echtgenote) staat er ook het toenmalige gemeentebestuur op.
Steeds van links naar rechts:
Bovenste rij:
-raadslid Maurits Fagot (1925-1995)
-schepen Constant Berthels (1908-1994)
-burgemeester Louis Vandermueren (1930-2009)
-oud-strijder 40-45 Jules Vanderlinden (1911-1997)
-O.S. 40-45 Jules Vermeulen (1911-2002)
-O.S. 40-45 Frans Bruggemans (1903-1977)
-O.S. 40-45 François Van Neck (1908-1983)
-raadslid en O.S. 40-45 Jan Baptist Letellier (1920-1996)
-raadslid Marcel Devijver (1910-1985)
-schepen Gustaaf Haine ontbreekt op de foto
Middenste rij:
-O.S. 40-45 Kamiel Bruggemans (1914-1996)
-raadslid Louis Crabbé (1903-1994)
-O.S. 40-45 Frans De Greef (1901-1982)
-O.S. 40-45 Albert Vanderlinden (1919-2001)
-O.S. 40-45 Kamiel Van Geel (1907-1989)
-O.S. 40-45 Frans D’Hont (1901-1971)
-O.S. 40-45 en vaandrig Constant Vanderstappen (1907-2001)
-O.S. 40-45 Willem Vanderstappen (1910-1980)
-O.S. 40-45 Alfons Carels (1909-1989)
-O.S. 40-45 Prosper Poeckens (1902-1990)
Zittend:
-O.S. 14-18 Karel Ruelens (1893-1970)
-O.S. 14-18 Karel Gauthier (1890-1985)
-O.S. 14-18 Kamiel Coeckelberghs (1892-1971)
-Celine Vanderwegen (1894-1982), weduwe van O.S. 14-18 Theofiel Vanden Eynde (1891-1966)
-Aline Van Geel (1897-1981), weduwe van O.S. 14-18 Ferdinand Vandermueren (1892-1961).
Ik wil nog een kleine anekdote vertellen. Rarebekkentrekker en fantast Constant Vanderstappen (Stakke Schoen) pakte, na de oorlog, graag uit met zijn ‘heldendaden’ tijdens de oorlog. Bij ons thuis (op Ormendaal) rond de Leuvense stoof vertelde hij in geuren en kleuren volgend verhaal: In 1940 was hij krijgsgevangen genomen door de Duitsers, naar Duitsland gevoerd en daar tewerkgesteld op een boerderij. Op een zekere dag was hij aan ’t ploegen met een koppel paarden. Een Duitse soldaat kwam hem controleren op het veld. Die controle beviel Stakke niet. Hij kreeg ruzie met de Duitser. Op de duur raakten zij slaags. Stakke haakte bliksemsnel een ‘onschaa’* af, sloeg daarmee de Duitser neer, wierp hem in de ploegvoor en ploegde hem onder. Voilà, opgeruimd staat netjes! Het was toen bij ons een beetje de zoete inval want Stakke was amper klaar met zijn verhaal of Julie Vandezande (Deulleke) kwam binnen. Op een verbaasde toon riep zij uit: “Wa ne pestoeër es ie na oont preike?” Over pastoors en preken wist Deulleke alles. Zij was getrouwd met Pestoeër van den Dars. Op de uithoek Ormendaal woonden toen een heleboel sympathieke mensen die misschien wat raar overkwamen. In het Dorp stond men een beetje wantrouwig tegenover alles wat van den Dries kwam (Ormendaal is een stuk van den Dries). Als er nieuws verteld werd dat afkomstig was van iemand van Ormendaal, zei men: “Ge moet eut ni voets vertelle-n-è, want het komt van den Dries.”
* Voor ‘onschaa’ zie mijn boek ‘Een Geschiedenis van Korbeek-Dijle’ blz.289.
Cyriel Letellier