Zaventem, zondag 6 april 2003
Negen schenkers aan Damiaanactie vzw
vertrekken op inleefreis naar Bangladesh.
Gard is één van hen.
Duizenden armen, lijders aan tb of lepra,
genezen in een kliniek met De Rode Vlinder.
Zij leven dankbaar verder,
als een broze vlinder.
Sayyed is één van hen.
Deze jongeman vertelt in het boek ‘DE RODE VLINDER’ door Gard Vermeulen. In vier afleveringen zal KERK & leven passages uit het boek publiceren, die de werking van ‘Damiaanactie’ beschrijven. In het spoor van Pater Damiaan, bestrijdt de organisatie vandaag lepra en tb in verschillende landen, zoals onder meer in Bangladesh. Dat is de plek waarin dit verhaal zich ontrolt.
Dacca, maandag 7 april 2003
‘Kijk, daar, daar is hij. Gard! Gá-ard!
Mijn vriend is er, eindelijk.
Vanuit Haluaghat, een gat in het noorden van Bangladesh, ben ik naar hier gekomen, naar Dacca, de hoofdstad. Te voet, met de fiets, een camion, de trein, een riksja. Om hem te zien en om hem mijn land te tonen. Om samen blij te zijn om mijn nieuwe, gave huid en om hem te danken. Want zijn giften zijn mij wel besteed.
Om achter deze tralies een plaatsje te bemachtigen ben ik deze morgen al om vijf uur naar de luchthaven gekomen. Het was nog donker. Ik heb baksjisj moeten geven aan die bewaker met de dikke stok. En aan die militair met zijn zilveren ster. Hier moet je altijd baksjisj geven om wat te bekomen.
Mijn vriend heeft me al gezien, zwaait en komt naar mij toe. Ik steek mijn hand uit, maar hij aarzelt een moment. Hij heeft mijn halve duim gemerkt en mijn gekromde vingers. Ja, het heeft te lang geduurd voor ik in de vlinderkliniek van Damiaanactie terecht kwam. Genezen ben ik. Allah, de Barm¬hartige, zij dank. Maar lepra heeft te lang aan mijn hand geknaagd. Toch worden mijn vingers volgende maand ge¬opereerd. Insj’Allah.
Een ogenblik later klaart zijn gezicht op en grijpt hij lachend mijn hand. Ik ben er hem dankbaar voor. Zijn eerste afschuw begrijp ik. Maar ik vind het fijn ook dat hij mij neemt zoals ik ben. Wij, genezen melaatsen, worden soms uit het dorp gegooid. “Toch is lepra nauwelijks besmettelijk”, zegt de vlinderdokter. En deze vriend stapt kordaat over zijn schrik voor mijn verminking heen.
Jalchatra, dinsdag 8 april 2003
Een gast kwettert en kakelt doorheen de ontbijtvrede. Zij strooit haar beslissingen over de ontwakende hoofden van de andere eters. Twee uur later luisteren ze allen naar dokter Selim, de medische directeur van alle vlinderklinieken in Bangladesh. ‘Vandaag’, zegt de directeur, ‘vinden wij in dit land maar één van elke drie lepralijders.’
‘Toch hebben zijn mensen mij gevonden en genezen! Ik heb hem zelf nooit eerder gezien. Maar hij is mijn grote beschermer.
Ik woon met mijn ouders in een upazilla. Zo heet een unie van enkele dorpen. Op een dag kwam er een voorlichtingsteam aan. Een assistent heeft mij eerst overal bekeken. Dan heeft hij mij op verschillende plaatsen geprikt. Soms kon ik het voelen. Soms niet. “Sayyed, jij hebt lepra”, zei hij. “Dat is heel ernstig.”
Al stribbelde ik tegen, die man heeft me laten behandelen. Hoe ik ook zei dat ik arm was, hij luisterde niet. Hij vertelde me dat alles gratis was. Hoe hij ook aandrong, achteraf ben ik gestopt met pilletjes slikken.
Toen kwam die vuile ziekte terug. Na een paar maanden was ik weer bij hem. Zo gaat het vaak. Dan heeft hij lang naar mijn gekromde hand en weggezworen duim getuurd. Hij heeft mij niets verweten, mij niet toegebeten. Maar hij heeft mij wel naar de kliniek van Jalchatra gebracht. Daar keek een verpleger elke dag toe of ik de geneesmiddelen innam. Zo ben ik er bovenop geraakt. “Vier van elke vijf patiënten genezen”, zegt de dokter.
Ik popelde om het hospitaal terug te zien waar ik genezen ben. Maar het was al diep donker toen we toekwamen. Het welkom was er warm als altijd. Er was een andere directeur!
Hij vertelde de gasten hoe Damiaanactie hier begonnen is. “De Belgische organisatie was al tien jaar eerder samen¬gesmolten uit verschillende kleine actiegroepen tegen melaatsheid, toen ze in 1972 de leprozerie van Jalchatra overnam, die in 1951 door missionarissen opgericht was. Ze is al maar groter geworden en heeft zich ontpopt tot De Rode Vlinder.” “Dat is ons logo”, legt een medewerker uit. “Sinds negen jaar, vanaf 1994, zorgt de Vlinder ook voor tb-patiënten. Die zijn hier veel talrijker!”
Uit het boek ‘De Rode Vlinder
Damiaanactie in Bangladesh’
door Gard Vermeulen.
Dit boek is uitsluitend te koop bij
www.unibook.com
Zoek naar ‘De Rode Vlinder’