Een OPKIKKERTJE van Hedwig Van Peteghem
Het is weer zover. Als een school vissen zijn jongeren gisteren de klaslokalen binnengestroomd. Met volle goesting? Dat vermoed ik niet. Want ze hebben nog zoveel te doen. Heel wat van hun zee van tijd wordt immers besteed aan ontspanning, sport en cultuur. De school daarentegen is plicht: op tijd zijn, huiswerk maken en braaf stilzitten in de klas. Allemaal met één doel: leren, veel weten en inzicht verwerven in taal, wetenschap en allerlei vormen van logica. En wat blijft er achteraf van over? Ik laat deze vraag open, maar één ding blijft zeker hangen. Naast kennis leren ze onbewust nog andere zaken. Omgaan met mensen die hen niet zo liggen, op een eerlijke manier bij de groep horen, zorg dragen voor iemand die het moeilijk heeft, in elke betekenis van het woord. Dat vraagt moeite en inspanning, en heel veel mislukken. Want ze zijn nog jong, niet volwassen, ook al wordt dat soms van hen verwacht. Hopelijk krijgen ze op school de kans om deze vaardigheden te ontwikkelen. Want er wordt al genoeg over lijken gegaan. Hopelijk komen ze mensen tegen met veel warmte en goedheid, waarmee ze anderen de vrijheid van leven gunnen. Hopelijk krijgen ze voldoende begrip als ze fouten maken en komen ze mensen tegen met veel geduld, die hen alweer nieuwe kansen geven. Als die hartelijke mensen er niet zijn, dan moet de school vreselijk saai zijn, omdat ze de vrijheidsontplooiing in de weg staat. Bij de Grieken betekende school: vrije tijd! Bij ons ook nog?
Tot zover Hedwig Van Peteghem.
C.L.