Zoals de natuur in mei,
zo kunnen mensen openbloeien.
Het worden schone mensen,
mensen om lief te hebben.
Mensen die andere mensen laten genieten
zodat ook zij herleven en herademen.
Het leven ziet er dan mooi uit.
En dan gebeurt het dat mensen, opeens,
onverwacht openbarsten,
niet van levensvreugde
maar van agressiviteit.
Ze krijgen niet wat ze willen.
Ze wanen zich beter dan de ander
die zich naar hun grillen moet schikken.
Ze boren de ander in de grond
zodat die terug in zijn schelp kruipt.
Het leven ziet er weer somber uit.
Soms duurt die gril maar één dag,
maar hij kan zoveel kwaad doen.
Neen, niet goed,
aprilse grillen in mij.
Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos