Toen ik 30 was, ja, toen dacht ik dat ik geen grenzen
had. En daar heb ik toen zwaar voor moeten betalen.
Drie jaar zwaar ziek, drie jaar uit de circulatie. En toen
ik een beetje begon op te knappen, zei de specialist
tegen mijn overste dat ik ‘voor niks goed meer was’.
En zo heeft die ziekte toch zin gehad. Want ten eerste
heb ik veel meer leren relativeren. Uiteindelijk zijn we
niet voor dit leven gemaakt, we zijn niet meer dan
toeristen op een kleine planeet. En ten tweede kreeg
ik, na die uitspraak van de dokter, van mijn oversten
wel de toestemming om in Vlaanderen met een Bond
zonder Naam te beginnen, wat me eerder geweigerd
was omdat ik zogezegd niet gemist kon worden.
Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos