Sinds een week ben ik nu in Japan. Eerste indrukken zijn ook maar eerste indrukken, zeker als men een land probeert te begrijpen dat samenhangt van vaste tradities en ceremonies, dat etterende wonden in zich draagt van twee atoombommen en verzot is op alle moderne snufjes en robotten.
Van de vier grote eilanden ligt Kyushu het meest zuidelijk. Heel misschien herinner je je dat de aarde hier beefde zo een vier maanden geleden. Vandaag zag ik nog open daken ingepakt in blauw plastiek en ingestorte huizen langs de baan. Maar het leven gaat verder, alleszins voor wie minder getroffen is.
Zelf hebben we in de eerste nacht een heel kleine aardbeving meegemaakt maar ik ben niet eens wakker geworden. Als voorzorgsmaatregel zijn enkelen van de groep gaan kijken naar de opleiding die de brandweer geeft aan kinderen. Wat doe je bij bevingen, taifoenstormen, overvloedige regen of branden? Met acht Vlamingen vormden we een apart groepje. Vermits zeer weinigen hier Engels spreken, werd de uitleg voor ons vooral met handen en voeten gegeven. We mochten proberen: blijven zitten op een machine die schokt als een aardbeving (kan alleen als je je kan vasthouden), een deur openen als het water veertig centimeter hoog staat aan de andere kant (Zelfs mijn negentig kilo kreeg ze niet open), een storm weerstaan bij 100 km per uur (Ook hier: vasthouden!) Naïef was de brandblusoefening: elk mocht een blusser leeg spuiten op een groot TV-scherm en de geprojecteerde vlammen doofden altijd.
De taifoen waarvoor drie dagen lang gewaarschuwd werd, is in de laatste uren afgebogen naar Zuid-Korea. ’s Nachts ratelde de regen wel op de ruiten, maar in de morgen vielen er nog nauwelijks enkele druppels. In de namiddag kwam een warme stijve bries, zonder enig probleem. Daarna was de zon er weer!
Japan is een strikt georganiseerd land. De banen zijn breed en zeer goed. Opstoppingen en files komen naar mijn ervaring niet voor, zelfs niet in miljoenensteden zoals Fokuoka of Nagasaki. De trottoirs zijn breed, zonder valkuilen of struikelstenen en perfect geplaveid. Wat verrassend: zowel fietsers als voetgangers gebruiken hetzelfde pad. De verkeerslichten blijven in lange groene golven de grote invalswegen vrij houden, maar wee u als je de straat moet oversteken: het duurt minuten voor het licht verspringt. Iedereen blijft gedisciplineerd wachten. Toegegeven, op een weekend in de late avond heb ik twee Japanners door het rode licht zien stappen. De wagens blijven vele meters verwijderd van de voetganger wachten. Ook als men op kleinere wegen zonder zebrapaden wil oversteken.
In de huizen moet je de schoenen uittrekken en krijg je pantoffels aan. Als je binnenshuis van de stenen vloer op de tatamimatten overstapt, moet je van pantoffels veranderen en als je naar toilet gaat, moet je daar weer in andere pantoffels stappen. Ik verkies vaak barvoets te lopen.
Ook de regels in de onsen zijn vastgelegd. Dat zijn private of publieke heetwaterbaden, een beetje te verstaan als de natte versie van de droge sauna bij ons. Ook hier: schoenen van de straat uit, pantoffels aan. Als je naar de kleedkamer stapt: pantoffels uit. Samen met je kleren laat je je gêne achter in de kleedkamer en loopt poedelnaakt naar de wasgelegenheid. In rijen zitten de kandidaat-baders zich van hoofdhaar tot grote teen te schrobben en te spoelen met een doekje. Geen spatje vuil of zeeprest mag in het bad, evenmin het doekje. Daar zit of lig je dan in het hete water, nauwelijks te harden. Het komt gewoon uit de ondergrond geborreld, verhit door de hitte van de aardkern. Van zwemmen is geen sprake, laat staan dat je je hoofd mag onder water dompelen. Je kan ook nog afwisselen met een koud bad, met sauna of een stoombad. Als je verzadigd bent, rein van binnen en uitgeloogd van buiten, gaat de ceremonie achterwaarts: weer schrobben en spoelen, afdrogen, aankleden, pantoffels aan, pantoffels weer uit en straatschoenen aan. Het ritueel duurt gemakkelijk twee uren. Ik vind het heerlijk.
Nog iets over Nagasaki. Deze handelshaven is vooral bekend als slachtoffer van de tweede atoombom in WO II en hopelijk de laatste van de mensengeschiedenis. Op 9 augustus 1945 ontsprong er plots een tweede zon op vijfhonderd meter boven de Urikamavallei. Eerst straalde het verblindend licht over de stad, dan deed een drukgolf alles achterover vallen en volgde een aanzuigstorm die alles verscheurde. Terwijl de paddenstoelwolk boven de stad verrees, gloeide ook de verzengende hitte en tenslotte dreef de wind een radioactieve regen over de stad. Hieraan sterven nog steeds mensen en worden er nog gehandicapte baby’s geboren. Het dodental wordt in het atoommuseum bijgehouden: bijna 200.000 zijn het er nu. Daarnaast, in de sobere gebedshal nodigt men mensen van alle gezindten uit tot bezinning en gebed, voor de slachtoffers en hun families, voor de daders en de machtigen, voor vrede in elke mens, in de landen en tussen de landen. Vrede …
Al van kort na de ontdekking in de zestiende eeuw van de zuidelijke zeeweg naar het Oosten, gingen er missionarissen die kant uit, vooral Portugezen, Spaansen en ook Filippijnen. De groeiende katholieke gemeenschap werd stilaan aangevoeld als een bedreiging voor de Shinto-machthebbers. Geleidelijk groeide een beperking van de vrijheid van godsdienst. Tot een Spaans galjoen voor de kust strandde en de kapitein blufte dat in Zuid-Amerika militairen en kolonisatoren de missionarissen volgden. Dat zou hier binnenkort ook wel gebeuren!
Genoeg om de keizerlijke regent in een Japanse koleire te laten schieten en een echte vervolging te beginnen. Zo werden 26 katholieken, de jongste was pas twaalf jaar, gemarteld en gekruisigd tot de dood. Ze werden zalig verklaard in de late negentiende eeuw en toen was ook de vervolging al geluwd. Dé kerk bouwde weer kerken: eentje op hun martelplaats en verderop een andere, een grotere. Ze werd in 1935 ingewijd en in 1945 door de atoombom verpulverd. Er staat nu weer een nieuwe, zonder enige charme. Nagasaki blijft ook nu een katholiek centrum en men kan de vele gebedshuizen overdag bezoeken. Al of niet tegen betaling.
Er zitten nog heel wat beelden en ervaringen in mijn hoofd, maar dat is voor een volgende keer. Tot dan.
Gard.