woensdag 1 juli 2015

Phil Bosmans spreekt tot ons: Een goede raad

Ik heb veel vrienden, die in de gevangenis gezeten

hebben. Enkelen waren er aalmoezenier – de meesten

waren er echter om andere redenen. Als ze eenmaal

buiten waren, kwamen ze dikwijls langs ons klein

kantoor in het centrum van de stad.

Op een zaterdagavond kwam Dolf ‘binnengevallen’. Hij

vloekte: ‘Ik ga de Willem vermoorden, maar ik kom het

u eerst zeggen.’ Ik merkte dat hij wat veel gedronken

had, en liet hem uitrazen.

Toen hij wat rustiger werd, ging ik naar hem toe en

klopte hem vriendschappelijk op de schouder met de

woorden:

‘Je hebt gelijk, Dolf, maar weet je waar ik nu bang voor

Ben…’ Hij keek mij verbaasd met grote ogen aan. ‘Ik ben

Bang’, vervolgde ik, ‘dat als je nu naar de Willem gaat,

er veel kans is, dat de Willem u van kant maakt.’ We

stonden even sprakeloos. Dolf waggelde naar de deur,

maar ik hield hem tegen en duwde hem op een stoel.

‘Weet je wat je moet doen, Dolf’, probeerde ik, ‘want je

bent slap en echt moe. Ga naar je kot (want hij had nog

geen kamer) en laat je in je zetel vallen. Ge zult vlug

slapen en morgen, ja morgen, het eerste wat je morgen

gaat doen, is de Willem van kant maken.’

‘Dat is ’n gedacht’, zei ie.

’s Anderendaags is Dolf de Willem gaan opzoeken, en

samen zijn ze een pint gaan drinken.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos