dinsdag 18 augustus 2009

Praktiseren maakt wel verschil

Gelezen In Tertio Van 5 Augustus 2009

Uit een artikel van Peter Vande Vyvere

Steeds minder Nederlandse moslims en christenen praktiseren. Dat blijkt uit een recent onderzoek van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. Het percentage katholieken dat minstens een keer per maand de eredienst bezoekt, is teruggezakt van 31 procent in 1998 naar 23 procent in 2008. Bij de moslims is de daling sterker. Het regelmatig moskeebezoek is tussen 1998 en 2008 gedaald van 47 naar 35 procent. De protestanten blijken opnieuw de trouwste kerkgangers. Van die groep bezoekt 63 procent minstens een keer per maand de eredienst. Van de Nederlanders boven de 18 jaar noemt 29 procent zich katholiek en 19 procent protestant. Van de totale Nederlandse bevolking is 5 procent moslim.

In ons land zijn er geen recente cijfers, maar alles wijst op een gelijklopende trend in het regelmatig bezoeken van religieuze bijeenkomsten. Het afkalvende kerkbezoek in onze streken moeten we minimaliseren noch dramatiseren.

Allereerst niet minimaliseren. Ook sociologen - de auteurs van de European Values Study bijvoorbeeld - stelden vast dat al dan niet praktiseren wel degelijk invloed uitoefent op het geloofsprofiel van mensen. Niet-praktiserenden hanteren bijvoorbeeld vaker een onpersoonlijk, vaag Godsbeeld dan regelmatige kerkgangers. Een geloof dat niet ritueel wordt gevierd, dreigt snel krachteloos te worden en geleidelijk af te sterven. Onmiskenbaar bezit de liturgie een transformerende, levensveranderende kracht - als ze ten minste doorleefd wordt gevierd.

Moeten we de dalende kerkelijkheid niet minimaliseren, we hoeven ze ook niet te dramatiseren. Niet de omvang van de kerkgang is doorslaggevend, wel zijn uitstraling. Op dit punt biedt ook de recente Nederlandse studie hoop. “De kerkgang houdt verband met de betrokkenheid bij de samenleving”, schrijven de auteurs. “De meeste informele hulpverleners behoren tot de groep die zeer regelmatig - twee tot drie keer per maand - naar de kerk gaat. De meeste vrijwilligers gaan zelfs elke week.”

De christelijke gemeenschap van de eerste eeuwen werkte fascinerend door haar humaniserende kracht. Omdat gelovigen deden wat ze beleden. Waarom zou de ‘kleine kudde’ van morgen niet eenzelfde uitstraling kunnen hebben?