Je kan er niet meer omheen: de publieke sfeer is
bezoedeld. Jonge mensen sterven hier vandaag de
milieudood omdat zij, net als de vissen, moeten
leven in bezoedeld water. Het opperste geluk wordt
voorgesteld als een permanente zoektocht naar nog
meer geld, naar een nog duurdere motor. Men spiegelt
de jongeren alles voor. En het meest merkwaardige
is toch dat men het steeds heeft over de gevolgen:
jongeren die vluchten. Maar in feite is ‘Wat missen zij?’
de hamvraag.