In de gevangenis hoor je wel eens verhalen als:
‘Ik wist niet meer wat ik deed.’
‘Ik was buiten mezelf.’
‘Hoe heb ik dàt kunnen doen?’
Opvliegende mensen scheppen onveiligheid en rouw
en berouwen dikwijls nadien hun dwaze uitbarstingen.
Hoe meer verantwoordelijkheid zulke mensen dragen,
hoe groter de rampen kunnen zijn. De geschiedenis
bewijst dit helaas ten overvloede in haar tirannen en
dictators.
De grootste vrijheid is deze, wanneer ik bevrijd ben van
hartstochten en driften – niet om zonder gevoelens
te leven als een steen of een plant – maar zó bevrijd
dat mijn gevoelens mij toelaten in vrede te leven met
anderen en echt vrede te stichten.
Om gelukkig te worden,
moet je tot jezelf komen.
Zo wordt de kans om op te vliegen steeds kleiner,
omdat er geen grond meer voor is.
Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos