woensdag 23 april 2014

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 37

Geschiedenis van Korbeek-Dijle op basis van de gemeenteraadsverslagen vanaf 1836

Vervolg van 11. Louis De Bontridder

Het lijkt er op dat het niet echt klikte tussen Emiel Cappuyns en meester Hoebrechts. De vraag van meester Hoebrechts om zes elektriciteitslampen in zijn woning te plaatsen werd verworpen op 9.8.1925 (wel drie lampen goedgekeurd op 6.12.1925), en de gemotiveerde vraag van meester Hoebrechts om een supplementaire vergoeding voor de verwarming van de klas te bekomen werd reeds een eerste maal verworpen op 27.2.1927 en een tweede maal op 7.6.1927, en nu opnieuw op 9.7.1927.

Op 24.7.1927 kwam de gemeenteraad samen op vraag van de oppositie. Het college: De Bontridder, Mommaerts en De Van, stuurde zijn kat. Alleen de vier oppositieraadsleden: Cappuyns, Vandezande, Berthels en Ruelens waren aanwezig en Vandezande was dienstdoende voorzitter.

De bedoeling van de raadszitting was: “het college te verplichten de steenweg naar Oud-Heverlee verder te herleggen gezien de nieuwe brug reeds af is van 25.3.1926 en gezien de noodlijdende brug over de Dijle gelegd door de bewoners der gemeente in 1914 dreigt in te storten, en de conditieën van M. Beckers te Leuven aan te nemen: 3.000 fr schadevergoeding + 20 fr per boom + 20.000 fr per ha.” (M. Beckers is waarschijnlijk notaris Beckers die nogal wat gronden bezat in Korbeek-Dijle en omgeving.)

Die nieuwe steenweg naar Oud-Heverlee kreeg nog een serieuze vertraging door een vraag van de gouverneur het bestek te herzien, met name de breedte van de rijweg op 5 m te brengen in plaats van de voorziene 3 m. De gemeenteraad van 23.1.1930 besliste dan, voor wat het traject op Korbeek-Dijle betrof, de wens van de gouverneur in te willigen, maar op het grondgebied van Oud-Heverlee de breedte op 3 m te houden. Voor deze onlogische beslissing zal de gouverneur nog wel een rechtzetting gevraagd hebben, wat allemaal voor tijdverlies zorgde.

De nieuwe weg is pas in gebruik genomen nadat Emiel Cappuyns opnieuw burgemeester was (na de verkiezingen van 1932).

Louis De Bontridder heeft wel - volgens René Bruggemans - een voorlopige doorsteek laten maken aan de overzijde van de Dijle, van de nieuwe brug naar de oude weg zodat de nieuwe brug normaal kon gebruikt worden.

Op 15.12.1930 had Louis De Bontridder een meevaller. De vijf leden van de Commissie van Openbare Onderstand moesten worden vernieuwd. Eén raadslid van de vier van de Cappuynsgroep, met elk drie stemmen, moet zich bij de stemming hebben vergist in de schrijfwijze van een naam want hun aanhanger Jozef Vanderstappen (de Schoen) kreeg maar één stem en Jozef Verstappen (Zjef van den Boos) drie. Aldus was Zjef van den Boos, een aanhanger van De Bontridder, verkozen en de Schoen niet. “Per ongeluk” had de De Bontriddergroep, ondanks de afwezigheid van de zieke Jozef Mommaerts, de meerderheid in de C.O.O.. De 18 uitgebrachte stemmen waren als volgt verdeeld (de verkozen kandidaten zijn vetgedrukt):

- Vermeulen Frans (Ciske Sik): 4 stemmen

- De Greef Victor (Victoor van de Moeppe): 4

- Verstappen Jozef *: 3

- Vanderstappen Jozef: 1

- De Coster Jozef: 2

- Maginelle Jan: 2

- Van Geel Jozef **: 2

Er moest een herkiezing gebeuren tussen de drie kandidaten met elk 2 stemmen, met volgend resultaat:

- Van Geel Jozef **: 11 stemmen

- Maginelle Jan: 4

- De Coster Jozef: 3

* Jozef Verstappen (1908-1955), toen pas 22 jaar en nog ongehuwd, is zo, willens nillens, in de politiek getuimeld. Jozef Verstappen (de vader van Paul en Paula) was lid, en later voorzitter, van de wielerclub “De Lustige Wielrijders”. Men noemde dat toen “de veloclub”. De wielerclub organiseerde het jaarlijks bal in een tent ter gelegenheid van Drieskermis, de zondag na Pasen. Ook Jozef Vlasselaer, die kandidaat was op de lijst De Bontridder in 1926, was lid van de veloclub (volgens Jef Vanderwegen, amateur-genealoog, broer van. Ludwine, deken Warre, Vital, Maurice en Magda Vanderwegen).

** Jozef Van Geel = Jozef Van Geel junior, Lange Zjef (1899-1968)

Als plaatsvervangers werden verkozen:

- Désiré Ruelens voor Frans Vermeulen

- Constant Goovaerts voor Victor De Greef

- Louis De Van voor Jan Maginelle

- Emiel Berthels voor Jozef Verstappen (met politieke tegenstrijdigheid)

- Theofiel Vanden Eynde voor Jozef Van Geel

Louis De Bontridder heeft echter vooral politieke tegenslag gekend. Alhoewel het mandaat van de nieuw verkozen C.O.O.-leden liep tot 31.12.1936 vond de oppositionele meerderheid het nodig op de gemeenteraad van 30.4.1931 “aangezien er aanleiding bestaat de leden der Commissie van Openbare Onderstand te benoemen” een herkiezing van de leden te houden. Mee door de afwezigheid van de zieke Jozef Mommaerts verliep alles meer dan naar wens voor de Cappuynsgroep: zij speelden het klaar vier van de vijf C.O.O.-mandaten te veroveren met Jozef Vanderstappen, Désiré Ruelens, Frans Vermeulen en Victor De Greef, die elk 3 stemmen hadden gekregen. Jozef Van Geel en Jan Maginelle hadden ook elk 3 stemmen, maar de naam van Jan Maginelle was verminkt tot Scha (Jean) Machenel en zijn 3 stemmen waren dus ongeldig. De verkozenen zijn vet gedrukt.

Volgende gekozen 1e (en 2e) plaatsvervangers geven een beeld van de politieke strekkingen:

- Berthels Emiel en Dewit Eugeen voor Vanderstappen Jozef

- Vanwesemael Frans en Letellier Jozef (den Bels va Lau) voor Ruelens Désiré

- Vandenbergen Frans en Goovaerts Constant voor Vermeulen Frans

- Crabbé Louis en De Greef André voor De Greef Victor

- Buekenhout Victor voor Van Geel Jozef

En nu was het definitief tot 31.12.1936.

Op 12.6.1931 overlijdt schepen Jozef Mommaerts. Hij wordt als gemeenteraadslid opgevolgd door Victor Buekenhout. Maar bij de herverkiezing van een schepen op 24.7.1931 haalt de oppositie, die in de meerderheid is, uiteraard haar slag thuis. Frans Ruelens (de Nezze) wordt verkozen met vier stemmen tegen drie voor Victor Buekenhout. Begin 1932 geeft Frans Ruelens reeds zijn ontslag als schepen. Oppositie voeren in het college zal hem niet gelegen hebben. Op 10.1.1932 wordt Louis Berthels (Lewie de Scheper), bij afwezigheid van de tegenpartij, unaniem tot nieuwe schepen verkozen.

Louis De Bontridder was de grootvader van o.a. de latere schepen van Bertem Jules De Bontridder en van Lea De Bontridder.

(wordt vervolgd)