5. Remi Prosper Honnorez (°Leuven 1811/+Korb.D.1872) Burgemeester 1843-1872
De verkiezingen van 1842 brachten een nieuwkomer in de gemeenteraad, Remy Prosper Honnorez, die meteen burgemeester werd. En Jan Baptist Ronsmans keerde, na drie jaar bankzitten, terug in de raad. Schepen Jan Baptist Van den Wyngaerden en raadslid Jan Baptist Boogaerts moesten plaats ruimen. Ex-burgemeester Josephus Abts werd de nieuwe schepen, naast Josephus Coeckelberghs.
De nieuwe gemeenteraad zag er dan als volgt uit:
-Remi Prosper Honnorez, burgemeester
-Joannes Josephus Coeckelberghs, schepen
-Josephus Abts, schepen
-Guilielmus Vanderveken, raadslid
-Joannes Franciscus Mommaerts, raadslid
-Guilielmus Van Geel, raadslid
-Jan Baptist Ronsmans, raadslid
Remi P.Honnorez was ruiterijluitenant en trouwde in 1837 met Julia Goubau. Op 2.9.1842 werd hij tot de adelstand verheven met de erfelijke titel van jonkheer (écuyer). In de gemeenteraadsverslagen wordt hij altijd vermeld als Honnorez-Goubau. Waarschijnlijk wou hij met de toevoeging “Goubau” zijn adellijke titel van jonkheer in de verf zetten. Zijn schoonvader, Ambrosius Goubau, was immers ook jonkheer. Remi Prosper Honnorez was de kasteelheer van Korbeek-Dijle en was eigenaar van ruim 26% van de oppervlakte van de gemeente. Hij was daarenboven herenboer en ging te paard zijn landerijen inspecteren. Er wordt verteld dat hij op een keer een aardappelveld ging controleren waar de aardappelen amper uitgekomen waren, maar waar de distels reeds hoog opgeschoten stonden. Van op afstand zag hij het hoge gewas, keerde zijn paard en reed spoorslags terug naar huis waar hij de meesterknecht bevel gaf onmiddellijk de aardappelen te gaan aanhogen.
Remi P.Honnorez was de eerste burgemeester van Korbeek-Dijle die zich gedurende jaren als ambtenaar van de burgerlijke stand door een schepen liet vervangen. Zo werd deze functie uitgeoefend door schepen Josephus Coeckelberghs (1805-1881) van 1843 tot september 1856.
Verdere evolutie in de samenstelling van de gemeenteraad
Bij de verkiezingen van 28 oktober 1845 moesten de plaatsen van Coeckelberghs, Mommaerts en Van Geel opnieuw worden ingevuld. Ze worden alle drie herkozen en Coeckelberghs wordt opnieuw schepen.
Op 30 september 1846 wordt Guillaume Van Geel schepen in de plaats van Josephus Abts, die ontslag nam als schepen maar raadslid blijft (hij komt echter naar geen enkele raadsvergadering meer).
Op 23 maart 1848 wordt Guillaume De Greef (1800-1878) als raadslid gekozen in de plaats van Josephus Abts, nu ontslagnemend uit de raad. Guillaume De Greef, stamvader van de De Greeftakken Ingel, Moeppe en Lienes (niet van Titte), was reeds lid van het Bureel van Weldadigheid sinds 8 januari 1839.
De verkiezingen van 22 augustus 1848 geven volgende uitslag:
-Remi Prosper Honnorez-Goubau 27 stemmen (blijft burgemeester)
-Joannes Josephus Coeckelberghs 23 stemmen (blijft schepen)
-Jan Baptist Ronsmans 22 stemmen
-Joannes Franciscus Mommaerts 22 stemmen
-Jan Baptist Berthels 21 stemmen
-Guillaume Van Geel 15 stemmen (blijft schepen)
-Guillaume De Greef 14 stemmen
Guillaume Vanderveken is uit de raad verdwenen en Jan Baptist Berthels (1781-1854) is in zijn plaats gekomen. Jan Baptist Berthels was de grootvader van Mille Bettel, Lewie de Scheper en de Stanje en van Bert van Siske.
Op 12 september 1850 was er lottrekking voor de regeling van de uittredingsvolgorde. De raad zal als volgt worden vernieuwd:
-Treden uit op 1 januari 1852: Coeckelberghs, Ronsmans en Berthels
-Treden uit op 1 januari 1855: Van Geel, Mommaerts en De Greef
De burgemeester treedt uit, volgens de wet, op 1 januari 1855.
De verkiezingen van 28 oktober 1851 geven volgend resultaat:
-Coeckelberghs 18 stemmen
-Ronsmans 11 stemmen
-Berthels 11 stemmen
Coeckelberghs wordt opnieuw schepen.
Sociale bekommernis van het gemeentebestuur
Op 3 maart 1852 stelt de gemeenteraad een commissie aan om de huizen van de arme inwoners te bezoeken en de bewoners raad te geven om de huizen te verbeteren en ze te steunen met kleding en beddengoed. Er wordt geld ter beschikking gesteld om kleding en beddengoed te kopen alsook witkalk om de huizen op te frissen.
De commissie is als volgt samengesteld:
-pastoor Vander Auwera (lid van het Bureel van Weldadigheid sinds 1823)
-Guillaume De Greef (lid van het Bureel van Weldadigheid sinds 1839)
-Joannes Franciscus Mommaerts (lid van het Bureel van Weldadigheid sinds 1846).
Verkiezingen van 1854
Twee van de vier uittreders worden herkozen: Honnorez-Goubau en Mommaerts.
Schepen Van Geel en raadslid De Greef vallen uit de boot. In hun plaats komen de nieuwe raadsleden: Guilielmus Franciscus Cappuyns (1827-1920) en Petrus (Franciscus) Creffier (1810-1872).
Guilielmus Franciscus (Frans) Cappuyns is de zoon van Guilielmus Antonius en de kleinzoon van Guilielmus Cappuyns, de eerste burgemeester van Korbeek-Dijle.
Petrus Creffier is de grootvader van o.a. Merie Koe, Fin Kwint, Moesjke en de Wietre van Del.
Honnorez-Goubau blijft burgemeester en Jan Baptist Ronsmans wordt schepen in de plaats van Van Geel.
De nieuwe gemeenteraad ziet er dus als volgt uit:
-Remi Prosper Honnorez-Goubau, burgemeester
-Joannes Josephus Coeckelberghs, schepen
-Jan Baptist Ronsmans, schepen
-Joannes Franciscus Mommaerts, raadslid
-Jan Baptist Berthels, raadslid (overlijdt op 14 november 1854)
-Guilielmus Franciscus Cappuyns, raadslid
-Petrus Creffier, raadslid
(wordt vervolgd)