God, bekommerde Vader,
nog steeds ziet Gij om naar uw mensen.
Zoals in de oude verhalen
kent Gij hun lijden, ook vandaag.
In deze veertigdagentijd
roept Gij ons op
om stil te staan
bij ons eigen doen en laten,
om ons opnieuw te keren naar U.
In de versobering,
het bewust afstand nemen van de overvloed,
ontmoeten wij onszelf
en elke mens die leeft in armoede.
Dichtbij en veraf
schreeuwen mensen om aandacht,
om hulp, om kansen.
In hun vragende ogen
staart Gij ons aan.
Raak ons hart
zodat wij de moed hebben
om los te laten
wat niet eens van ons is,
om te delen
wat wij van U hebben ontvangen.
Dan wordt onze vasten
‘mede-lijden’,
solidariteit.
Dan geven wij een gezicht
aan uw voorkeurliefde voor de zwaksten.
Dan wordt evangelie realiteit:
Blijde Boodschap.
Uit het boek Onderweg van Wies Merckx