Voorzichtigheidshalve deze premisse, aldus Jan De Volder: ik ben geen natuurwetenschapper en heb talent noch ambitie om dat te worden. Persoonlijk zag ik nooit een tegenstelling tussen Darwins evolutietheorie en het geloof in een liefhebbende, levengevende en scheppende God. Het scheppingsverhaal in Genesis lees ik met plezier als een ongeëvenaarde poëtische evocatie van hoe de kosmos, de aarde, de natuur en de mens een uitdrukking zijn van de goddelijke liefde. Maar niet bepaald van hoe ze precies tot stand zijn gekomen. Creationistische of intelligent designtheorieën zijn aan mij niet besteed. Van het vermengen van de registers en methoden van een wetenschappelijke aanpak en een gelovige demarche is immers weinig heil te verwachten.
Sommige radicaaldarwinisten distilleren verregaande gevolgen uit het principe van de natuurlijke selectie en de ‘survival of the fittest’ inzake omgang met zieken en zwakken, verbetering van de menselijke soort en eugenetica (= wetenschappelijk onderzoek naar alle factoren waardoor de erfelijke eigenschappen van het menselijk ras verbeterd zouden kunnen worden). Gekoppeld aan wetenschappelijke doorbraken zoals DNA-onderzoek en de ontrafeling van het menselijke genoom (= het geheel van alle genen van een individu, die gezamenlijk alle erfelijke informatie bevatten), zijn de consequenties niet gering. Een andere tendens is het verdwijnen van elke kwalitatieve grens tussen mens en dier. Je ziet het proces van de vermenselijking van het dier enerzijds en de verdierlijking van de mens anderzijds voor je ogen gebeuren. Dat wordt bijvoorbeeld aangetoond door het discours over de dierenrechten - er is nu ook al sprake van een euthanasiecommissie voor honden - of dat over de reductie van allerlei typisch menselijke ervaringen zoals verliefdheid, humor of geloof tot puur chemisch-biologische processen. Zou er dan niets mysterieus en verhevens meer zijn aan een mens?
In verband met ‘de verdierlijking van de mens’ uit bovenstaand artikel citeer ik enkele fragmenten uit een artikel van Emmanuel Van Lierde over de ‘pornificatie van de media’ in hetzelfde nummer van TERTIO:
“In haar boek McSex.De pornificatie van onze samenleving revolteert de Nederlandse muziekjournaliste Myrthe Hilkens tegen die seksualisering. Door muziekclips en webseks denken meisjes dat het hoort zich hoerig te gedragen en zich gewillig te onderwerpen aan de lusten van testosteronbommen. De jeugd raakt verstrikt in een seksuele verwarring en daarom pleit Hilkens voor een herwaardering van de seksualiteit van de vrouw. Respect en tedere liefde in de plaats van vunzigheid en agressiviteit.”
Emmanuel Van Lierde laat nog twee experten aan het woord:
Moraaltheoloog Roger Burggraeve: “Toch bieden duurzame relaties de meeste kans op geluk en blijft het huwelijk dé plaats om een gezin te stichten. Seksualiteit en relaties hebben ook een mystieke dimensie. Daarom zegent de kerk huwelijken in. Dat sacrale verdwijnt door de nadruk op het technische. In de geest van Paulus moeten we alles onderzoeken en het goede behouden (1 Tessalonicenzen 5,21), maar soms kun je niet meegaan met de wereldse waarden en dan moet je die tegenspreken. Zo is het huwelijk voor homoseksuelen een brug te ver voor de kerk. Niet alles is gelijk. Je moet kritisch alert zijn tegenover de tekenen van de tijd.”
Annemie Laurent, die godsdienstles geeft in het technisch en beroepsonderwijs: “Jongeren zijn de dupe van de relationele armoede. Ik hoor hoe de taal verhardt bij jongeren. Omdat alle communicatie is gericht op het lichamelijke en het seksuele, krijg je een harde en vulgaire woordenschat.”
C.L.