woensdag 11 mei 2016

Het Korbeekse Geslacht Bo(o)gaerts – deel 4

7e generatie

Zijn zoon, Jan Baptist Boogaerts junior, week als 34-jarige uit naar Leuven op 19.6.1866 van uit de hoeve Van Geel. Zijn moeder, een inwonende tante en een nonkel waren toen reeds overleden.

In het bevolkingsregister van Leuven van 1866 wordt Jan Baptist vermeld als winkelier en herbergier in de Brusselsestraat nr 83. Mogelijk nam hij de winkel over van zijn tante langs vaders kant Maria Elisabeth Coeckelberghs, winkel die zij als weduwe nog had in Leuven in 1854. Jan Baptist kreeg toen hulp van een nicht van hem, Marie Sophie Van Geel, geboren te Korbeek-Dijle in 1838, een dochter van Jan Baptist Van Geel en Angelina Tuyls. Marie Sophie vertrok naar Brussel in 1869 en zou later, in Korbeek-Dijle, samen met haar broer Jan Baptist (°1834), Jan Maginelle (de Suisse) grootbrengen.

Jan Baptist Boogaerts trouwde te Leuven op 6.5.1868 met Victoire Mommaerts, geboren te Korbeek-Dijle op 26.7.1840 als dochter van Philippe François Mommaerts (Fluppes,°1804), landbouwer, en Thérèse Van Cleynenbreugel. Victoire was een zus van Jan Francis Mommaerts (Soeë va Fluppes,°1839), die burgemeester was van Korbeek-Dijle van 1884 tot 1910. Fluppes en zoon Soeë woonden waar nu Erik De Smedt en Sabine Cocquyt wonen. Fluppes heeft het huis gebouwd rond het jaar 1840.

Vóór haar huwelijk was Victoire Mommaerts winkeljuffrouw in een winkel van stoffen, koloniale waren en sterke dranken op de Naamsestraat nr 23. De eigenares van de winkel had ook een kamermeid en een dienstmeid, behoorde dus tot de betere burgerij.

Dat afstammelingen van Jan Baptist en Victoire – Franstaligen met andere familienamen dan Boogaerts – nog recent eigenaar waren van een perceel land op de hoek van de Nijvelsebaan en de Putstraat kant Veeweide, tot verkavelaar Kwadraat het overnam, is te verklaren door het feit dat Victoire een kleindochter was van Franciscus Ludovicus Mommaerts, de eigenaar en uitbater van het Hof van Overbist die de gronden bezat langs de Nijvelsebaan van aan het hof zelf tot tegen de Putstraat.

Jan Baptist Boogaerts en Victoire Mommaerts kregen 8 kinderen, allen geboren te Leuven tussen 1869 en 1883. Twee van hen zijn als baby of peuter overleden. Drie meisjes en drie jongens overleefden.

In het bevolkingsregister van 1880 staat Jan Baptist als kruidenier vermeld, maar op Brusselsestraat nr 89 en hij heeft er een meid in dienst.

In het bevolkingsregister van 1890 staat hij nog steeds als kruidenier, maar nu op Brusselsestraat nr 79 en ook met een meid in dienst.

De veranderingen van zijn huisnummer in de Brusselsestraat zullen wel het gevolg zijn van hernummeringen van de huizen en niet van verhuizingen.

8e generatie

De oudste zoon, Victor Joseph Boogaerts (°Leuven 23.12.1871), studeerde geneeskunde en vestigde zich als huisarts in Peer op 28.9.1896. Daar leerde hij een meisje kennen, Marie Eugénie Voets (°Kleine-Brogel 26.4.1874) en trouwde met haar te Kleine-Brogel op 28.4.1897. Zij kregen een eerste zoon in Peer op 7.1.1898. Op 14.7.1898 verhuisden zij naar Leuven, Brusselsestraat nr 137, en kregen er nog hetzelfde jaar een dochter op 13.12.1898. Op 14.6.1900 kregen zij een tweede zoon te Leuven. Zij hadden ook een meid in dienst.

Verdere nasporingen zijn moeilijk omdat het bevolkingsregister van 1900 nog niet raadpleegbaar is wegens de verstrengde wet op de privacy van enkele jaren geleden.

De jongste twee dochters van Jan Baptist Boogaerts en Victoire Mommaerts, Amélie Josèphe (°Leuven 22.6.1878) en Françoise Marie Josèphe Félicité (°Leuven 12.6.1880), bleven ongehuwd. Zij hadden waarschijnlijk een winkeltje in de Brusselsestraat en kwamen geregeld nog op familiebezoek in Korbeek-Dijle, bij Leon Van Geel en bij Maria Van Geel (x Isidoor De Bontridder) tot in de jaren 1940. Het waren nogal opvallend opgetutte dametjes, hier “Amelieke” en “Felicieke” genoemd. Zijzelf noemden Maria Van Geel “cousine”. In feite waren zij achternichten. Als kind speelden Margriet en Christiane De Bontridder “Amelieke en Felicieke” waarbij Margriet altijd Amelieke wou zijn, de chef van de twee, en Christiane moest vrede nemen met de rol van Felicieke, het kneusje.

(wordt vervolgd)