woensdag 24 juni 2015

Korbeekse Oud-Strijders van Wereldoorlog I – Deel 13

Van Geel Leon Frans

(Leon va Soeë)

° Korbeek-Dijle 15.12.1893 + Korbeek-Dijle 4.11.1973

Zoon van Franciscus (Soeë) Van Geel en Elisabeth Hendrika Tuyls

Trouwde in 1923 met Rosalie Boghe uit Haasrode. Zij kregen twee zonen en een dochter.

Soldaat-milicien van de lichting 1913 bij het 10de Linieregiment 1ste Bataljon 1ste Compagnie

Opnieuw onder de wapens op 1.8.1914

De 22ste augustus 1914 gingen wij in tirailleurslinie langs het veld naar Wartet (ten N.O. van Namen, nog meer oostwaarts dan Boninne en ten N. van Marches-les-Dames) toen wij achter een heuvel de Duitsers ontdekten. Na ons een drie kwartier verdedigd te hebben waren wij plots door de vijand omsingeld en zijn wij er, tussen het dorp en de Maas, gevangen genomen geweest met een 65 mannen van ons bataljon, tussen 6 en 8 uur ’s avonds. Daarna zijn wij vervoerd naar het kamp van Munster (ten oosten van Soltau, halverwege tussen Hannover en Hamburg).

Teruggekeerd uit krijgsgevangenschap op 31.12.1918

Met onbepaald verlof op 30.9.1919

Vereerd met 1 frontstreep

Verstraeten Victor

(Torre Verstrote)

° Korbeek-Dijle 7.2.1879 + Korbeek-Dijle 23.12.1963

Zoon van Jan Baptist Verstraeten en Maria Ludovica Vandermueren

Trouwde in 1905 met Anna Maria Rosalia Letellier uit Korbeek-Dijle. Zij kregen vier kinderen, twee dochters en twee zonen, vóór de oorlog en nog een zoon na de oorlog.

Victor Verstraeten was soldaat bij het 13de Linieregiment (Vestingen).
Hij werd krijgsgevangen genomen te Ermeton (Namen) op 24.8.1914. Hijzelf getuigt hierover op 12.2.1933:

Op 24 Augustus 1914 na gedurig gevochten te hebben met de Duitschers, bleven er nog 56 man over van het bataljon. Wij hadden te Florennes (later verbeterd in Ermeton-sur-Biert) een huis versterkt en zijn verplicht ons over te geven nadat dit laatste in brand geschoten was en wij omsingelt waren door een overmacht van vijanden. Major Baudot gaf het bevel van overgave.

Het feit dat Victor Verstraeten zich eerst vergist had van plaats waar hij werd gevangen genomen – naar eigen zeggen omdat hij de streek niet zo goed kende – heeft heel wat over-en-weer-geschrijf veroorzaakt omdat de militaire overheid geloofwaardige verklaringen eiste met het oog op de toekenning van 1 frontstreep aan de gewezen krijgsgevangenen.

Vereerd met 1 frontstreep.

Vranckx Constant

° Korbeek-Dijle 29.5.1883 + Flobecq 19.5.1940

Zoon van Jozef Vranckx en zijn eerste vrouw Catharina Luyten.

Trouwde in 1910 met zijn nicht Maria Vranckx (een zus van Jozef Vranckx = Jefke Vraët). Zij kregen zes kinderen, waarvan de jongste drie waren: Seraphine, die trouwde met Karel Kriegels, Jozef, die trouwde met Maria Decoster uit Bertem, en Mariette, die als 8-jarig meisje samen met haar ouders omkwam bij een luchtbombardement in Flobecq op 19.5.1940.

Constant was een volle broer van Prosper Vranckx (Tiske va Koëpes) en een halfbroer van Octavie Vranckx (x Jozef Vanderlinden) en van Emiel Vranckx (Mille va Koëpes), In zijn jonge jaren was hij landbouwer.

Trad in dienst als vrijwilliger met premie op 1.10.1903. De premie bedroeg 1.500 fr (bepaald door het K.B. van 1.10.1902).

Op 30.9.1905 met onbepaald verlof.

Op 1.8.1914 terug onder de wapens bij het 13de Linieregiment

Op 24.8.1914 krijgsgevangen genomen en naar het kamp van Soltau in Duitsland gevoerd. Soltau ligt halverwege tussen Hamburg en Hannover, ten oosten van Bremen.

Getuigenis (afgelegd op 29.11.1933) van zijn gevangenneming te Bioul op 24.8.1914 na de middag tussen 3 en 4 uur: Wij hebben bezijden het fort van Malonne den pas gehouden (stand gehouden) tot 23.8.1914 – terugtocht op Bioul en aldaar door den vijand omsingeld, en tot overgave gedwongen.

Op 10.1.1919 gerepatrieerd en met verlof tot 10.2.1919.

Met onbepaald verlof op 19.8.1919.

Vereerd met: 1 frontstreep

Overwinningsmedaille

Herinneringsmedaille

Militair ereteken 2de klas voor langdurige goede diensten (toegekend op 1.8.1924)

Na de oorlog was hij plafonneerder.

Op 1.1.1921 nam hij opnieuw dienst in het leger als militair werkman voor de duur van 1 jaar. Hij werd ingedeeld bij het 4de Korps van het Vervoer. De vergoedingen beliepen:

-dagloon: 10,00 fr

-kindergeld: 0,50 fr per dag en per kind, maar 1,00 fr voor dezen onder de 16 jaar

-verblijfsvergoeding: 200,00 fr per jaar voor vrijgezellen en weduwnaars en 600,00 fr per jaar voor gehuwden

Op 1.1.1922 tekende hij bij voor 3 jaar. Op 1.7.1922 werd hij bevorderd tot gespecialiseerd werkman in het Gewestelijk Park van Brussel.

Op 1.1.1925 tekende hij opnieuw bij voor 4 jaar.

Op 1.1.1929 nogmaals voor 4 jaar. En op 1.1.1933 een laatste maal voor 4 jaar.

Met ingang van 1.10.1938 op anciënniteitspensioen.

Wordt vervolgd

Beelden vanuit de torenspits van de Korbeekse kerk - deel 3

Week 2015-25 - DSCN1467

Links onder de Korbeekse Kerkstraat (kant Beek); rechts midden de achterkant van het nieuwe huis op de plaats waar Bertha Fierens woonde; midden op het achterplan het uithangbord van El Patio en rechts ervan het huis van Dirk van Neck; helemaal op het achterplan de heuvels van de Ruwaal.

C.L. Foto Pascal Huygh

Gard Vermeulen schrijft ons van uit Turkije – deel 1

De geschiedenis van de streken die nu Turkije heten, puilt uit van de heersers, vreemden en eigen.

Als ik de eerste bewoners vergeet, die maar vaag bekend zijn, begint het met de Hettieten. Zij waren zo machtig dat ze Farao Ramses II van Egypte verslagen hebben bij Kadesh. Dat leverde het eerste gekend en geschreven vredesverdrag op. De farao echter beweert op de muren van zijn tempel in Assoean (Egypte) dat hij zelf gewonnen heeft. Want een god kan toch niet verliezen? Van Hattusha, de grote, ruime hoofdstad van de Hettieten, blijven alleen de grondvesten over tussen dorre heuvels.

Er kwam Nimrod, koning van Soemerie, stichter van Ninive en van Babel, waar hij de hoogste toren ter wereld wou bouwen. Volgens het Bijbelverhaal was hij de achterkleinzoon van Noë/Noach en werd hij door God gestraft met een Bijbelse spraakverwarring om zijn hoogmoed. De besneeuwde top van berg Ararat, waar Noach zou gestrand zijn, schittert net binnen de Turkse grens.

Ook de Meden en de Perzen die deze streken ooit regeerden zijn in ons taalgebruik binnengetreden met hun wet, symbool voor onveranderlijkheid. Darius en vooral Xerxes breidden hun rijk hier uit en voerden de Joden mee in ballingschap naar Babylonië.

De Grieken hebben later heel de westkust van Anatolië gekoloniseerd. Croesus, de rijkste koning kwam ook aan de macht. Alexander, de koning van Macedonië, trok met zijn leger door heel de streek en bouwde een rijk van Noord-Afrika tot Indië. Hij stierf onderweg, zevenendertig jaar jong, waarschijnlijk door het drinken van besmet water.

Toen kwamen de Romeinen in de eerste eeuw voor Christus en ze bleven tot de vierde eeuw na Christus. Dan splitste hun keizerrijk, en dit oostelijke deel werd het Byzantijnse rijk tot in de dertiende eeuw. Tot dan waren de streken christelijk, maar nu daagden de moslims op: eerst de Selçukken, daarna de Ottomanen. Die laatsten vochten in de eerste wereldoorlog tegen Rusland. Daarbij wantrouwden ze de christelijke Armeniërs als mogelijke collaborateurs met de Orthodoxe vijand en zij stuurden hen weg, ver van het front. Daarbij stierven er enorm velen. Was dit een genocide? Men discussieert over het woordgebruik, maar de feiten zijn wat ze zijn.

Na het verlies van die oorlog verbrokkelde het land. De Engelsen, Fransen, Russen en Grieken lonkten er naar om het in bezit te krijgen. Maar generaal Kemal Ataturk bevocht de vrijheid en de eenheid van het land zoals het nu is. Hij organiseerde één land, één volk, één taal.

Tegelijk schiep hij nieuwe problemen die nog steeds voortsudderen. Zo werden de Koerden plots ’bergturken’ die hun eigen taal niet meer mochten spreken. Zelfs oudere Vlamingen kunnen zich niet meer in die situatie inleven.

De Grieken die in Turkije een groot deel van de handel in handen hadden moesten plots naar ‘huis’, het land dat hun voorouders verschillende eeuwen eerder verlaten hadden. Eén miljoen mensen werden verdreven.

Daarenboven voelde Turkije zich verantwoordelijk voor de Turks-sprekende mensen overal in de wereld, Vooreerst in Griekenland. Verschillende honderdduizenden moesten naar een nieuw en onbekend land verhuizen, zogezegd ‘terugkeren’.

Het nieuwe land erfde ook het ‘Armeense probleem.’ De geschiedenis verbergt hier heel veel leed.

En Erdogan, de recente machthebber? Hij voegt nog iets toe aan de slogan: ‘één geloof’. Alle moskeeën worden goed onderhouden, maar nieuwe kerken, tempels of synagoges mogen niet worden gebouwd en bestaande worden verwaarloosd. In Ani, de oude hoofdstad van de Armenië, nu op Turks grondgebied, vervallen de verlaten kerken: de fresco’s zijn aan zon en wind blootgesteld, regen en sneeuw vallen door de ingestorte daken, de vogels vliegen door de glasloze ramen en kwetteren ongestoord op de zuilen.

Goed, ik heb al te lang over de geschiedenis gepraat. Je hebt waarschijnlijk de verkiezingsuitslag van verleden zondag meegekregen. De keuze resulteerde in een patstelling: de grootste partij heeft geen meerderheid en de drie kleinere willen niet met haar noch met elkaar regeren.

Ondertussen ben ik wel sinds gisteren in Diyarbakir, een belangrijke stad in het Koerdisch gebied, levendig en aangenaam. Alles is hier rustig, mee door de opvallende aanwezigheid van leger, rijkswacht en politie.

Toen ik hier naartoe reed, was heel het landschap geel en goud, gespikkeld met vele maaidorsers. De oogst is rijp! Er wordt gewerkt.

Ik neem verder vakantie. Tot later.

Gard

Phil Bosmans spreekt tot ons: Geluk

Heer God,

diep in ons hebt Gij

de drang naar geluk gelegd.

Maar Gij weet ook

wat er in ons hart leeft

aan dwaze begeerten.

Wij zoeken het geluk vaak

in koortsige jacht

naar bezit en luxe,

naar genot en aanzien…

Maar ze laren ons onvoldaan.

In Jezus hebt Gij getoond

waarin ons geluk gelegen is:

in liefde en vriendschap

voor ieder mens op onze weg.

Aan Hem vertrouwen wij ons toe

tot wij in U geborgen zijn

voor een blijvend geluk.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 17 juni 2015

Beelden vanuit de torenspits van de Korbeekse kerk - deel 2

Week 2015-24 - DSCN1449

Vooraan het dak van het Brouwershuis; midden links huizen van de Kostersberg; daarachter Ter Dijle en de Parochiale Gebouwen; in de verte het huis Dillemans; rechts daarvan de kantine en nog meer naar rechts de pastorij

Week 2015-24 - DSCN1472

Het huis Cambier-Honnorez

Op de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden opgenomen op initiatief van graaf de Ferraris tussen 1771 en 1778, staat er op die plaats nog geen huis. In de Atlas van de Buurtwegen van 1845 staat Josephus Abts als eigenaar van een huis met de vorm en de inplanting van het huidige huis. Josephus Abts was getrouwd in 1829 met Judoca Cappuyns, de natuurlijke moeder van Julia Goubau. Deze werd geboren in 1811 en werd onmiddellijk erkend door jonkheer Ambrosius Goubau (+1828). Julia Goubau trouwde later met Remi Prosper Honnorez.

Waarschijnlijk werd het huis gebouwd op het einde van de jaren 1700 door Ambrosius Goubau die in 1780 getrouwd was met Clara Crabbeels (+1803), dochter van Urbanus Franciscus Crabbeels d’Ormendael, heer van Corbeek.

Foto’s: Pascal Huygh

Korbeekse Oud-Strijders van Wereldoorlog I – Deel 12

Vandermueren Leopold Ferdinand

(de Garde)

° Korbeek-Dijle 8.10.1892 + Korbeek-Dijle 6.1.1961

Zoon van Francis Vandermueren (Fander) en Hortense Vanderveken

Trouwde met Aline Van Geel te Korbeek-Dijle op 28.6.1924. Zij kregen vier zonen en twee dochters.

Werd veldwachter van Korbeek-Dijle begin 1922

Soldaat-milicien van de lichting 1912, bij het 10de Linieregiment, van 1.10.1912 tot 30.12.1913

Kamp van 2 tot 15.5.1914

Wederopgeroepen op 29.7.1914

Krijgsgevangen genomen op 23.8.1914

Terug in België op 24.1.1919

Met onbepaald verlof op 28.9.1919

Vereerd met 1 frontstreep

Vandezande August

(den Broeder)

° Oud-Heverlee 6.10.1879 + Korbeek-Dijle 5.6.1945

Zoon van Leon Vandezande en Anna Geyns

Trouwde in 1919 met Julia Fagot uit Korbeek-Dijle. Zij hadden reeds een zoon geboren in 1907.

Is dirigent geweest en levenslang lid van de Fanfare De Weergalm der Zoete Waters

Soldaat in het 2de Regiment Lansiers van de klas 1901

In dienst getreden op 13.6.1901

Afgezwaaid op 14.6.1905.

Op 1.10.1906 overgegaan naar Depot

Op 1.10.1908 overgegaan naar de Artillerie Vestingen van de forten van Luik

Op 1.10.1909 in de Reserve

Op 16.10.1911 naar Depot

Op 16.12.1912 overgegaan naar het Korps Vervoer van de 3de Legerdivisie

Wederopgeroepen op 1.8.1914 werd hij ingezet bij de Artillerie Vestingen en nam deel aan de gevechten van Luik, Aarschot, Haacht, Breendonk, Diksmuide, Sint-Joris, Pervijze, Ramskapelle, Merkem, Stadenberg, Westrozebeke, de Leie en aan de aanval aan het aftakkingskanaal van de Leie.

Van 1.8.1914 tot 31.1.1919: 54 maanden aan het front

Met definitief verlof op 1.2.1919

Was getroffen door het oorlogsgas met blijvende schade aan de longen (maar geen officiële invaliditeit)

Vuurkaart niet toegekend omdat slechts 4 maanden en 12 dagen aanwezig bij de krijgsverrichtingen van de bewegingsoorlog (een minimum van 9 maanden was vereist)

Vereerd met: 8 frontstrepen

Oorlogskruis met palm

IJzerkruis

Medaille van de IJzer

Overwinningsmedaille

Herinneringsmedaille

Van Geel Herman Joseph

° Korbeek-Dijle 7.5.1891 + Brémontier-Merval (Frankrijk) 4.7.1977

Zoon van Mattheus Josephus Van Geel en Maria Victoria Mommaerts (reeds overleden op 9.1.1893; Jef Van Geel hertrouwde met Maria Jozefa Berthels)

Herman Van Geel trouwde in 1922 met Mathilde Debontridder van Heverlee-Dries, een dochter van Eduard (Waar) Debontridder en Antoinette Mommens. Na de geboorte van hun eerste kindje (een dochter) namen zij een boerderij over in Normandië. Daar kregen zij nog een dochter en twee zonen.

Sergeant-milicien van de lichting 1911

Onder de wapens op 2.10.1911 bij het 10de Linieregiment (infanterie)

Wederopgeroepen op 29.7.1914

Aanwezig aan het front van 1.8.1914 tot 31.1.1919

Nam deel aan het bevrijdingsoffensief

Gedemobiliseerd op 16.9.1919

Vereerd met: 8 frontstrepen

Oorlogskruis

IJzerkruis

Vuurkruis

Medaille van Ridder in de Orde van Leopold II met zwaarden in 1943

Medaille van Ridder in de Kroonorde met zwaarden in 1950

Medaille van Ridder in de Leopoldsorde met zwaarden in 1960

Medaille van Officier in de Orde van Leopold II met zwaarden in 1969

Medaille van Officier in de Kroonorde met zwaarden in 1974

Wordt vervolgd

Phil Bosmans spreekt tot ons: Wie zijn wij voor elkaar?

Mensen kunnen voor elkaar

als vlinders zijn

die even rond de kelk fladderen

en dan weer verdwijnen.

Mensen kunnen voor elkaar

als bergkloven zijn:

onmogelijk te slechten

maar wel een brug te slaan.

Mensen zijn als bergmeren

die rust verschaffen

en waarin je jezelf spiegelen kan.

Mensen zijn als regenvlagen:

weldoend als ze tijdig komen,

dodend als ze blijven duren.

Mensen zijn als seizoenen:

zij bouwen op elkaar

maar moeten steeds opnieuw beginnen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 10 juni 2015

Korbeekse Oud-Strijders van Wereldoorlog I – Deel 11

Jozef Vanderwegen (Jefke Neef) ((1869-1942) woonde op de plaats waar nu Jos Van Neck woont. Hij was getrouwd met Theresia Cammaerts, een dochter van Aëngke Cammoos. Zijn bijnaam ’Jefke Neef’ komt van zijn moeder Maria Theresia Neefs (1828-1910). Zijn vader Franciscus was reeds overleden in 1888. Jefke Neef was de grootvader van Angèle Vanderwegen in Leefdaal, van Magda en Odette Vanderwegen in Bertem en van Jozef Schoolmeesters en Florentine Vanvlasselaer eveneens in Bertem.

Engelbert Darche (den Dars) (1843-1925) woonde waar nu Freddy Stuckens woont. Hij is de stamvader van alle Darche’n uit de verre omgeving en ook van de Lemmens’en met Korbeekse roots.

Jan Baptist Vanden Eynde (Jan Latoer) (1865-1930) woonde waar later zijn zoon Engelbert (de Prins) met Florentine Debontridder en hun kinderen Pië en Charel, en Guske, een broer van Engelbert, woonden. Nog later woonde er de familie Kwanten. Het huis is een tijdje gelden afgebroken.

Op onderstaande foto staat Jefke Neef met zijn koeiengespan vóór zijn huis. Uiterst links op de foto zien we het huis van den Dars en het deels gewit huis wat verder is het huis van Jan Latoer.

Week 2015-23 - Jefke Neef0001

Jan Van Neck (1840-1929) was radenmaker en woonde waar nu Tine Van Neck en Maarten Kostermans wonen. Hij was de overgrootvader van Jacqueline Van Neck en Angèle Vanderperren in Leefdaal en van Louis, Frans, Maria, Jan, Jos en Hubert Van Neck in Korbeek-Dijle.

Henricus Cammaerts (Aëngke Cammoos) (1851-1944), grootvader van Vanderwegen’s (zie Jefke Neef), Paeps’en (o.a. meester Jules Paeps), Mommaerts’en en Michiels’en, en stiefgrootvader van vele Letellier’s o.a. mijzelf.

Hieronder een schilderijtje van zijn huis in rode baksteen.

Week 2015-23 - Schilderijtje ons huis Ormendaal

Henricus Vandezande (Rikske) (1847-1927) woonde op de plaats waar nu Jos Willems woont. Hij was getrouwd met Anna Maria Vandenplas (1850-1936), een zus van Kreulle en Janneke Plas. Rikske was de vader van o.a. Jan va Rikske en de grootvader van o.a. den Teppe va Rikske, Milenie va Rikske (x Boeëngke), Jan Bloes (in Bertem) en vele anderen.

En dan komen we met ons rijmpje bij Kreulle en Janneke Plas en is de cirkel rond.

 

Het is opvallend dat de meeste boerderijen en boerderijtjes op Ormendaal in de lengterichting loodrecht op de straat werden gebouwd, met de puntgevel tegen de straat, en met de voorgevel naar het zuidoosten gericht. Dat is het geval voor de huizen van Rongé (Kui), Van Ermen (later de Schoen) met aanbouw van een tweede huis in het verlengde door August Vandenplas (Plaske), Vanderwegen (Jefke Neef), Vanden Eynde (Jan Latoer, later de Prins), Vandezande (Rikske), Vandenplas (Kreulle) met aanbouw van een tweede huis in het verlengde door Jan Baptist Vandenplas (Janneke Plas), Pelgrims (den Baa, later het Schuurke), Berthels (Lewie de Scheper, later Stakke de Scheper) en Bruffaerts (den Boer, later de Witten Boer). Er was één vierkantshoeve: het Hof van Lepper, en twee boerderijen in de lengterichting evenwijdig met de straat: deze van Van Neck (Jan, later Frans en nog later Charel en Tist) en deze van Cammaerts (Aëngke Cammoos, later Jef Cammoos).

Wordt vervolgd

Phil Bosmans spreekt tot ons: Mensenkind, Je bent een kleine ster aan de hemel!

Als je moe gelopen bent

naar de sterren

om voor de mensen

in de nacht

wat licht te zoeken,

zet je dan neer

in de stilte

en luister naar de bron

waar alles geboren wordt.

Als je diep genoeg

doordringt tot de kern

van de dingen,

krijg je ogen

om onzichtbare dingen te zien,

om onhoorbare dingen te horen!

Dan word je

een kleine ster aan de hemel

die opgaat in de nacht

van onze wereld

en op haar weg

gedoofde sterren weer aansteekt.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 3 juni 2015

Korbeekse Oud-Strijders van Wereldoorlog I – Deel 10

Vanden Eynde Theofiel

(de Witte Virs, later Bompa)

° Korbeek-Dijle 28.5.1891 + Korbeek-Dijle 26.10.1966

Zoon van Jan Baptist Vanden Eynde (Jan Latoer) en Maria Virginia (Virs) Buekenhoudt

Broer van Marie (x Joseph Massant), Fin (x Jozef Letellier, den Bels), Guillaume (Lammeke, de Zoër), August (Juske), Engelbert (de Prins), Vica (x Adolf Beersaerts, Nolleke Kwint) en Joseph (de Zwore)

Theofiel Vanden Eynde trouwde na de oorlog, op 18.10.1919, met Celine Vanderwegen (Lin van de Koe). Zij kregen een zoon, Jan, en later een kleindochter, Elvire.

Milicien van de lichting 1911, met onbepaald verlof op 6.5.1913

Soldaat bij de 4de Legerdivisie, 10de Linieregiment, heropgeroepen vanaf 24.7.1914

Hij werd erkend als zijnde 54 maanden aanwezig aan het front, van 1.8.1914 tot 31.1.1919

Geen verwondingen opgelopen, niet invalide

Ontslagen uit het leger op 15.8.1919

Vereerd met 8 frontstrepen

Vuurkruis

Oorlogskruis met palmen

IJzerkruis

Herinneringsmedaille

Overwinningsmedaille

Vandenplas Guillaume

° Korbeek-Dijle 10.4.1888 + Oud-Heverlee 27.6.1969

Zoon van Jan Baptist Vandenplas (Janneke Plas) en Theresia Sevenants. Hij was fabriekswerker.

Trouwde met Elisa Antonetta Kahn uit Oud-Heverlee. In maart 1914 gingen zij in de Putstraat wonen, in het huis waar later Mie Taune zou wonen. Hun zoontje geboren in februari 1914 (in Oud-Heverlee) overleed in november 1914 (in Oud-Heverlee) toen Guillaume al aan het front was. Tijdens de oorlog is Elisa Antonetta waarschijnlijk terug bij haar ouders gaan wonen in Oud-Heverlee, Blokkenstraat nr.2. Na de oorlog is ook Guillaume naar daar verhuisd. Zij kregen er nog drie kinderen.

Jan Baptist Vandenplas (Janneke Plas) (1840-1908) was een broer van Willem Jozef Vandenplas (Kreulle) (1843-1915). Janneke Plas woonde waar nu Karel Goossens woont, op Ormendaal, en Kreulle woonde in het huis dat er naast stond, in het verlengde ervan, tegen de straat.

Kreulle was de vader o.a. van Victor Vandenplas (de vader van August (Plaske) en Edmond (Kaube)), van Moke en Stin die in het ouderlijk huis bleven wonen, en van biersteker Jan Kreulle in Egenhoven.

Oud-strijder Guillaume Vandenplas was dus een kozijn en van Victor Vandenplas, van Moke en Stin, en van Jan Kreulle.

Milicien van de lichting 1909

Soldaat 2de klas bij het 1ste Regiment Artillerie

Op 1.8.1914 wederopgeroepen

Wijze van dienen: zeer goed

43 maanden in “Vuurkaart”-eenheden (= doorgebracht aan het front) waar hij altijd blijk gaf van moed en toewijding

Geen kwetsuren opgelopen

Op 26.11.1918 overgeplaatst naar het 1ste peloton stationspersoneel

Op 15.5.1919 gedemobiliseerd

Vereerd met : 8 frontstrepen

Oorlogskruis met palm

IJzerkruis

Vuurkruis

Bijkomende Palmen

Ridder in de Orde van Leopold II met zwaarden

*

* *

Ik heb Guillaume Vandenplas in Korbeek-Dijle niet meer gekend en uiteraard ook zijn vader Janneke Plas niet, geboren in 1840 en reeds overleden in 1908. Maar door een oud straatrijmpje van Ormendaal kon ik hem nog perfect lokaliseren. Het rijmpje ging als volgt:

Goëdde mei zaa Ronzjei

‘k Em paën in m’n derme zaa Van Erme

Me kaume ze teige zaa Vanderweige

Ze moken uile fars zaa den Dars

’t Es een ieël bende zaa Vanden Ende

Z’em allemool ne stek zaa Ve Neck

Kom me kroëpe achter ’t kaëngke zaad Aëngke

G’et zeiker schrik zaa Rik

En ’t leste kwam Kreulle en Janneke Plas nog zie wat er was.

Ik vertel wat meer over de acteurs in dit straattoneel van rond 1900.

Petrus Rongé (Piër va Kui) (1869-1939), de grootvader van Susanne Wauters en de overgrootvader van Danny Rongé (x Sonja Vanderveken) en Alain Rongé (x Nancy Vanderveken). Piër va Kui hield café in “het huizeke van halfweg” langs de Broekweg, halfweg voor de mensen van Neerijse die naar Leuven stapten.

Hieronder een foto van “het huizeke van halfweg” in het jaar 2003.

Week 2015-22 - Ormendaal 006

Petrus Rongé was een kozijn van mijn grootmoeder Christina De Van en de dooppeter van mijn vader Jozef Letellier.

In het versje kan de beginacteur ook de vader van Petrus Rongé zijn geweest, Jacobus Rongé (Kaube Kui) (1834-1915). Vergelijk met de levensperiode van Van Ermen hieronder.

Petrus Henricus Van Ermen (1831-1911) was afkomstig van Neerijse en waarschijnlijk een oom van Ludovicus Van Ermen (1863-1935) die op de Kleinebroekstraat woonde en ook van Neerijse kwam. Ludovicus Van Ermen was getrouwd met Maria Coleta Bruggemans, een zus van de Mère-broers: Georges, Charel, Victor, Jef en Jules Bruggemans.

Petrus Henricus Van Ermen was de schoonvader van Jozef Vanderstappen (de Schoen) (1862-1938). Deze laatste trouwde achtereenvolgens met twee dochters van Van Ermen. Zij woonden waar later Rik, Teppe en Stakke Schoen woonden.

Wordt vervolgd

Eerste Communie 2015: Jezus geeft mij vleugels als een vlinder

Dit was het thema van de Eerste-Communieviering in Korbeek-Dijle op zondag 17 mei 2015.

Bij het openingsgebed bad de priester:

Goede Vader,

vandaag zijn we hier samen rond Uw tafel met deze kinderen, prille “vlinders” in Uw schepping.

Zij weten nu reeds dat het in het leven niet alleen aankomt op woorden maar wel op goede dingen te doen. En zij begrijpen ook dat mensen er zijn om elkaar te helpen en te steunen en niet om elkaar voorbij te willen steken, de eerste te willen zijn of de hoogste te willen geraken.

Mensen zijn er om en voor elkaar.

Goede Vader, wees dicht bij ons wanneer wij ons hiervoor willen inzetten.

De negen communicantjes waren: Tijn Gille, Tobia Kwaspen, Tim Arteel, Niels Detiège, Milo Suchy, Luna Meulemans, Livine Vereecken, Alice Leyers en Adélie de le Hoye.

Week 2015-22 - Eerste Communie 2015 002Week 2015-22 - Eerste Communie 2015 004

Phil Bosmans spreekt tot ons: Geweldloze weerbaarheid

Geweldloze weerbaarheid moet het ideaal worden

voor deze tijd!

Geweldloosheid is geen laksheid, geen naïviteit,

geen berusting of een alibi voor bangeriken.

Geweldloosheid vraagt meer geestelijke training,

meer durf, meer ascese en zelfbeheersing dan geweld.

En meer actieve en bewogen zorg voor medemensen,

die slachtoffer zijn van uitbuiting,

verdrukking en geweld.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos