woensdag 16 april 2014

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 36

Geschiedenis van Korbeek-Dijle op basis van de gemeenteraadsverslagen vanaf 1836

Vervolg van 11. Louis De Bontridder

Op 29.1.1927 wordt de raad bijeengeroepen met volgende agenda:

1. Eedaflegging burgemeester

2. Beslissing vraag onderwijzer

3. Bespreking vraag kerkfabriek

4. Bespreking vraag schadevergoeding auto Ectors en Cie Leuven

5. Mededeling brief van aannemer Page

Alleen de gereduceerde meerderheid (burgemeester De Bontridder en de schepenen Mommaerts en De Van) daagt op. Dus wordt een 2e zitting met dezelfde agenda bijeengeroepen op 2.2.1927. Dezelfde opkomst, en dus wordt een 3e zitting gepland op 5.2.1927. Maar die komt er niet! Vermoedelijk had men reeds bericht gekregen van de onregelmatige verkiezing van schepen Mommaerts en moest de agenda van de gemeenteraad gewijzigd worden.

Op 8.2.1927 wordt de raad dan een eerste maal bijeengeroepen met volgende agenda:

1. Eedaflegging burgemeester

2. Kiezing schepen - Eedaflegging

Alleen de gereduceerde meerderheid daagt op. Tweede zitting op 11.2.1927: zelfde opkomst. Dus derde zitting op 14.2.1927: zelfde opkomst. Maar nu wordt schepen Mommaerts correct verkozen met 3 stemmen op 3.

Op 17.2.1927 wordt de raad bijeengeroepen met als agenda de vier overblijvende agendapunten van 29.1.1927. Hetzelfde scenario: weer drie zittingen zijn nodig omdat de oppositie (plus Vandezande) niet opdaagt op de eerste twee zittingen. Op de derde zitting komt dan wel iedereen, behalve de pechhebbende burgemeester die ziek te bed lag (Wie zou niet ziek worden na zulke politieke sabotagespelletjes!).

Op de vraag van de onderwijzer om een supplementaire vergoeding te krijgen voor de verwarming van de klas, volledig verantwoord met het aantal verwarmingsdagen, het verbruikt aantal kilogram kolen en de ervoor betaalde prijs, betwist de oppositie het aantal verwarmingsdagen en de daarvoor nodige hoeveelheid kolen en verwerpt de vraag met 4 stemmen tegen 2.

Op de vraag om steun van de kerkfabriek (herinneringsbrief van de pastoor van 22.10.1926) protesteert Cappuyns en zegt deze brief nooit ontvangen te hebben. Hij vraagt er over te stemmen om aan deze brief geen gevolg te geven en hem te aanzien als nooit toegekomen. De uitgebreide oppositie plus Mommaerts gaan akkoord. Alleen De Van stemt tegen. Op de zitting van 7.11.1926 (toen Cappuyns nog burgemeester was) stond die brief nochtans op de agenda van de raad, maar hij werd toen al vakkundig met een andere herinneringsbrief beantwoord.

Op de vraag van de firma Ectors uit Leuven om de schade aan een auto ingevolge de slechte staat van de Dijlebrug, ten belope van 1.132,50 fr, te vergoeden, besluit de raad niet tussen te komen daar er een plakkaat aan de Dijlebrug staat dat er met niet meer dan 500 kg over de brug mag gereden worden, en daar het ongeval aan de gemeente door schade aan de brug 2.500 fr gekost heeft.

Op de brief van aannemer Page uit Nethen, waarbij deze laat weten dat de gemeente hem nog 7.091,34 fr verschuldigd is voor werken aan de Dijlebrug, besluit de raad de aannemer te laten weten dat de gemeente niet bij kas is en de gemeentebedienden zelf niet kunnen betaald worden.

De agenda van de raadszitting van 13.3.1927, waarop alle raadsleden aanwezig waren, was vastgesteld door de oppositie:

1. Ondervraging van het schepencollege over de willekeurige vaststelling van de data en uren van de gemeenteraadszittingen

2. Maatregelen te treffen om de werken aan de nieuwe weg naar Oud-Heverlee te doen vooruitgaan

Cappuyns wil de zittingen laten doorgaan op zondag (in de week werkt hij als bediende). Hij vraagt de stemming over een blaam uit te spreken tegen de handelwijze van het schepencollege. De blaam wordt met 4 stemmen tegen 3 goedgekeurd.

Aangaande de vooruitgang der werken aan de nieuwe weg naar Oud-Heverlee antwoordt de burgemeester dat “wij den tijd zullen afwachten, is het dees jaar niet dan zal het toekomend jaar zijn”, en dat “men gedurende zes jaar met die werken bezig is, dus tijd genoeg gehad heeft om deze werken te doen uitvoeren”.

Cappuyns vraagt de stemming over de ingebrekestelling van het schepencollege voor het uitvoeren van de vermelde werken. Uitslag van de stemming: ja: Cappuyns, Berthels, Ruelens en Vandezande;

neen: Mommaerts en De Van;

onthouding: De Bontridder

Het spelletje van de oppositie (feitelijke meerderheid) om voor een bepaalde agenda niet op te dagen op de eerste twee zittingen van de gemeenteraad, waardoor deze niet konden doorgaan, blijft duren. Zo waren er weer drie zittingen nodig, op 14, 19 en 23.3.1927, voor o.a. volgende punten op de agenda:

1. De brief van de onderwijzer voor betaling van de aangekochte kolen: de vraag wordt weer afgewezen met 4 stemmen tegen 3

2. Brief van de kerkfabriek:

- vraag om reparatie van de dakgoot en van vier vensters van de pastorij en van de parochiekerk: aangenomen met algemene stemmen

- vraag om een toelage voor het plaatsen van elektrische verlichting in de kerk: verworpen met 4 stemmen tegen 3; op 25.10.1925 werd nochtans een toelage goedgekeurd voor het plaatsen van elektrische leidingen in de kerk

- vraag om een toelage van 300 fr per jaar als vergoeding van de klokkenluider voor de gemeentedienst: verworpen met 4 stemmen tegen 3; op 19.9.1921 werd aan klokkenluider Karel Vandermueren een jaarwedde van 125 fr toegekend

3. Kasseilegging in het begin van de Veeweide: de Cappuynsclan weigert te stemmen, wil eerst weten hoeveel dat gaat kosten en stelt voor te wachten tot de steenweg heraangelegd is omdat er dan kasseiën genoeg zullen zijn

4. Vraag van Jozef Vlasselaer om een kareeloven te mogen maken: aangenomen met algemene stemmen

5. Herstellen van de veldstraten: aangenomen met algemene stemmen.

Weer drie zittingen van de gemeenteraad, op 28.4. en 3. en 7.5.1927: vijf agendapunten (waarbij de rekening van 1926) worden verworpen met 4 stemmen tegen 3. Alleen de kastoestand en het ruimen van een duiker op den Dries worden met algemene stemmen aangenomen.

Nog maar eens drie zittingen: op 27.5. en 1. en 7.6.1927: voor volgende agendapunten:

1. Begroting Armbureel 1927: goedgekeurd

2. Ondanks een brief van de provinciegouverneur stemt de oppositie nog altijd tegen het betalen van de kolen aan meester Hoebrechts

3. De raad neemt kennis van het besluit van de gouverneur waarbij de uitvoering geschorst wordt van de beraadslaging van 13.3.1927 waarbij de gemeenteraad een blaam gestemd heeft tegen het schepencollege; de secretaris notuleert als besluit: “de meerderheid van de raad blijft bij zijn mening maar onderwerpt zich aan de wet”

4. De raad besluit met algemene stemmen aan de gouverneur voor te stellen de veldwachter der gemeente te machtigen om, onder voorbehoud van wederkerigheid, onder de titel van hulpveldwachter, zijn ambtsverrichtingen in de aangrenzende gemeenten Bertem, Leefdaal, Heverlee, Oud-Heverlee en Neerijse waar te nemen

5. De kantonnale schoolopziener schrijft dat in de jongensschool nog aardrijkskundige kaarten gebruikt worden met Franse tekst en dat die handelwijze nadelig is voor de studie van dit vak; de raad gaat akkoord met algemene stemmen om nieuwe kaarten te kopen zodra de kas der gemeente het toelaat.

En opnieuw drie zittingen: op 29.6. en 5. en 9.7.1927: worden verworpen door de oppositie: werken aan het gemeentehuis, onderhoud van het dak van de kerk, de kasseilegging op de Veeweide en het betalen van de kolen aan meester Hoebrechts; alleen werken aan de kerkhofmuur worden goedgekeurd.

(wordt vervolgd)