woensdag 5 september 2018

Gelezen in TERTIO van 22 augustus 2018

Eyskens is een vraagtekenzaaier

Uit een artikel van Benoit Lannoo

In zijn zestigste boek, De vraagtekenzaaier, gooit Mark Eyskens weer kwistig rond met aforismen (zinrijke spreuken), woordspelingen en zinvragen. Om die laatste is het hem vooral te doen. “De meeste vragen smeken om antwoorden, maar nemen vrede met het opwerpen van nieuwe vragen.”

De menselijke kennis, stoelend op de wetenschappelijke methodes van vraagstelling, systematische twijfel en empirische bevestiging, heeft de voorbije eeuwen gescoord en blijft scoren. Bovendien heeft ze zichtbare, materiële resultaten geproduceerd: verbeterde leefomstandigheden, gezondheid en welvaart en afbrokkeling van de beklemming van vele geloofsdogma’s (zie ook voetnota). Maar weten we nu meer of minder? Het ontstaan van gigantische kennis leidt tot de paradox die Eyskens “de wet van de afnemende relatieve kennis” noemt. De grote geleerden van de late middeleeuwen en de renaissance kenden wellicht 50 à 60 procent van wat in hun tijd kenbaar was, terwijl de grootste geleerde vandaag amper nog 0,50 procent van het kenbare kent. Dat is vrij ontmoedigend: in de zogenaamde kennismaatschappij neemt de kennis relatief af.

Nadenkende wezens stellen onvermijdelijk de vraag: “Wat is de zin van dit leven, behalve een poging om het voort te zetten?” Hierop antwoorden de meeste mensen: goed te leven. “Maar wat is goed leven?”, vraagt Eyskens. Voor de meesten is dat gelukkig leven. Dan rijst weer een nieuwe vraag op. Wat is gelukkig leven? Dat is het bereiken en verwezenlijken van zijn wensen. Of wat technischer geformuleerd: zelfverwezenlijking. Maar wat betekent dat weer? Wat pogen mensen te bereiken? Heel uiteenlopende dingen die meestal onder eenzelfde noemer kunnen worden geplaatst: gelukkig zijn. Zo wordt de cirkel gesloten, stelt Eyskens vast. Gelukkig leven betekent datgene bereiken wat je wenst, en wat je wenst te bereiken is een gelukkig leven. Maar wat ons gelukkig maakt, begint alvast met een minimumprogramma: eten, drinken, seks en elementair levenscomfort. Voortleven vereist strijd om schaarse goederen te bemachtigen en veronderstelt inspanning, en concurrentie, wat vaak ontaardt in strijd en oorlog

Wil het menselijke ras overleven, dan moeten individueel en collectief egoïsme en agressiviteit omgeturnd tot verdraagzaamheid en samenwerking. Maar de menselijke natuur verzet zich daartegen. Derhalve – aldus Eyskens – is “een kracht nodig die de mens optilt naar een hogere dimensie van menselijkheid”.

Voetnota: In een vraaggesprek van Sylvie Walraevens met Rik Torfs in dezelfde TERTIO zegt deze laatste o.a.: “Het verleden normatief interpreteren is een dwaling. We vergeten wat een dogma historisch was: het registreren van een gedeeld geloof, als leidraad voor mensen. Niet andersom: vastgelegde geloofspunten die de gelovigen moeten aanvaarden.”