Zodra men is beginnen te klagen over ‘verzuiling’,
kwam ook het woord ‘pluralisme’ in de mond.
‘Pluralisme’ moest het middel worden waarmee
men zou proberen de maatschappij te ‘ontzuilen’. Zo
ontstond een stil gevecht, dat eigenlijk niets anders
was dan een gevecht om de macht.
Het woord ‘zuil’ kan ook in positieve zin worden
uitgelegd. Een zuil kan namelijk een dak schragen
waaronder mensen die zich niet meer veilig en
geborgen voelen in een onherbergzame, diep-gekoelde
maatschappij, spontaan kunnen schuilen. Pluralisme
mag er niet in bestaan zomaar alle zuilen af te breken
en mensen in de kou te zetten.
Willen mensen de wereld bewoonbaar maken en het
leven leefbaar, dan moeten ze dat samen doen. Dat is
niet mogelijk als pluralisme de dekmantel wordt van
geestelijke vervlakking in de zin van nietszeggende
neutraliteit of, wat erger is, een soort nihilisme, de
dood van het denken. Dan is er geen sprake meer van
wederzijdse verrijking en menselijke ontplooiing. Dan
gaan de mensen onder in de grijze massa en worden ze
begraven in dode structuren.
Het is helemaal niet in tegenspraak met een gezond
pluralisme dat gelijkgezinden zich verenigen om samen
vanuit eenzelfde diepere motivatie te werken aan een
betere wereld. Niemand kan en mag hun dat recht
ontzeggen. Een zogenaamde pluralistische beweging,
waar het niet meer mogelijk is of zelfs verboden op
een rustige en waardige wijze te getuigen van de
waarden waarin men gelooft, heeft met pluralisme
niets te maken.
De grondslag van elk gezond pluralisme moet een zeer
grote verdraagzaamheid zijn en een oneindig respect
voor elkaars denken en voelen, voor elkaars diepste
waarden en verwachtingen, al dan niet gedragen door
een religieus geloof.
Pluralisme begint in het hart van de mens. Wie in zijn
hart extremisme, fundamentalisme, fanatisme en
racisme onderdak geeft, is niet in staat tot pluralisme
en vormt een gevaar voor de democratie.
Pluralisme mag geen ‘anti’-stof zijn, we moeten het
zien als een bouwstof voor een menselijke, vreedzame
samenleving waarin alle mensen, vooral de arme en
vergeten mensen, zich thuis voelen.
Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos