Geschiedenis van Korbeek-Dijle op basis van de gemeenteraadsverslagen vanaf 1836
Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts
De kieswetgeving (vervolg)
IV. Het Algemeen Meervoudig Mannen Stemrecht 1895-1921
Na bloedige stakingen in Wallonië en druk van de liberale progressisten en de socialisten werd in 1893 het algemeen meervoudig stemrecht voor de parlementsverkiezingen ingevoerd. Een aanpassing van de kieswet voor de gemeenten drong zich dan ook op. De wet van 11 april 1895 bepaalde dat iedere man die Belg was, tenminste drie jaar zijn verblijf in de gemeente had en 30 jaar oud was, stemrecht kreeg. Een bijkomende stem werd verleend aan de kiezer-familiehoofd, die ten volle 35 jaar oud was en tenminste 5 fr belasting betaalde.
De kiezer-eigenaar die minstens 150 fr aan kadastraal inkomen bezat kreeg een derde bijkomende stem en tenslotte een vierde stem voor diegenen die een diploma van hoger of middelbaar onderwijs hadden.
*
* *
Verkiezingen van 17.11.1895
Schepen Susse Vranckx en raadslid Ciske Berthels verdwijnen uit de gemeenteraad. Raadslid Josephus Meulemans (Jefke Perkoe) die sedert 1889 niet meer op de gemeenteraad was geweest, doet opnieuw zijn intrede. En als nieuwkomers krijgen we: Jan Baptist De Greef (1841-1916), Prosper Hendrickx (1843-1897) en Louis De Bontridder (1868-1935).
Op 30.12.1895 wordt de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd en worden Theophiel Coeckelberghs en Prosper Hendrickx tot schepen verkozen. De nieuwe gemeenteraad ziet er dan als volgt uit:
-Joannes Franciscus Mommaerts, burgemeester
-Theophiel Coeckelberghs, schepen
-Prosper Hendrickx, schepen
-Josephus Cappuyns, raadslid
-Josephus Meulemans, raadslid
-Jan Baptist De Greef, raadslid
-Louis De Bontridder, raadslid
Prosper Hendrickx was landbouwer, geboren in Blanden en gehuwd, zoals Susse Vranckx, met een dochter van Philippus Penninckx, een neef van burgemeester Antonius Penninckx (zie nr. 2). Prosper Hendrickx was dus een schoonbroer van Susse Vranckx.
Jan Baptist De Greef was hoefsmid. Hij was een zoon uit het tweede huwelijk van Guillaume De Greef met Theresia Prairie. Hij was een halfbroer van Henricus De Greef (Rik de Smed) (de vader van den Ingel), van Philippus Josephus De Greef (de Moeppe) en van Guilielmus De Greef (de stamvader van de Lienestak). Jan Baptist was getrouwd met Clara Bruggemans, een tante van den Toïng. Zij bleven kinderloos.
Louis De Bontridder was landbouwer. Hij was een zoon van Cis De Bontridder en trouwde met Clemence Vanderveken uit Neerijse. Zij waren de grootouders van mijn vrouw Lea De Bontridder.
Op 25.6.1896 bespreekt de gemeenteraad een rekening van Jozef Vanderveken ten belope van 48 fr voor onderhoudskosten verleend aan Felix Vanderstappen gedurende 32 dagen. De gemeenteraad vindt dat overdreven en beslist 17,50 fr te betalen, en een gelijke som door het Bureel van Weldadigheid, samen 35 fr.
Op dezelfde gemeenteraad wordt een gift toegekend aan Petrus Vandenbosch wegens het verlies van een koe:
“Overwegende dat hij maar één koe had en willende hem te hulp komen om een andere koe te kopen;
Stemt:
Een som van 12 franken en vijftig, en uit de wens dat het Bureel van Weldadigheid ook geldelijke hulp aan deze man zou verlenen ten einde hem in zijn ongeluk behulpzaam te zijn.”
Petrus Vandenbosch (1840-1919), landbouwer, was gehuwd en had kinderen. Hij was een zoon van Henricus Vandenbosch (°ca 1799) die in 1854 op de Veeweide woonde op de plaats waar later Louis Van Pee (Roëkke) gewoond heeft en waar nu Yolande Casteleyn woont.
Op 29.5.1897 zal de gemeenteraad een gelijkaardige beslissing nemen: 12,50 fr wordt toegekend aan Jozef Vanderveken (de vader van Victor Vanderveken, Kevaune) en aan Jan Baptist Vanden Eynde (1865-1930) (Jan Latoer) voor het sterven van een koe.
Op 1.10.1898 beslist de gemeenteraad 15 fr te geven aan Francis Bruffaerts (1862-1901) (den Boer, de vader van de Witten Boer) voor het sterven van een paard.
Touwtrekkerij en politieke spelletjes
Buiten de weigering om de eed af te leggen van Carolus De Coster en Franciscus Van Cleynenbreugel op de raad van 31.10.1836 en misschien een aantal “strategische” afwezigheden van sommige gemeenteraadsleden in de loop der jaren, komt nu voor de eerste maal een tweespalt in de gemeenteraad tot uiting. De verkiezing van de schepenen Fille Coeckelberghs en Pros Hendrickx, elk met 4 stemmen, telkens tegen Jef Cappuyns met 3 stemmen, wees al op een clan van 3 (lijst nr.1) tegen een clan van 4 (lijst nr.2).
Lijst nr.1: Soeë Mommaerts, Jef Cappuyns en Jefke Meulemans.
Lijst nr.2: Fille Coeckelberghs, Pros Hendrickx, Tist De Greef en Lewie De Bontridder.
Pros Hendrickx, verkozen tot gemeenteraadslid op 17.11.1895 en tot schepen op 30.12.1895, woonde slechts zeven gemeenteraden bij, de laatste op 6.8.1896. Hij moet toen ziek geworden zijn want hij overleed op 29.10.1897, 54 jaar oud.
Nog vóór 13.10.1896 heeft Prosper Hendrickx schriftelijk zijn ontslag gevraagd als schepen en als gemeenteraadslid.
Op de zitting van de gemeenteraad van 13.10.1896 vraagt raadslid De Bontridder de stemming over het ontslag van Hendrickx (want met de zieke Hendrickx was lijst nr.2 zijn meerderheid kwijt; hij moest kunnen vervangen worden). De burgemeester-voorzitter gaat niet akkoord omdat het punt niet geagendeerd is. Daarop verlaten Coeckelberghs, De Greef en De Bontridder de vergadering. Daar er geen meerderheid van leden meer aanwezig is wordt de zitting opgeheven.
Op 15.10.1896 wordt de raad opnieuw bijeengeroepen op verzoek van lijst nr.2 (Coeckelberghs, De Greef en De Bontridder) met o.a. het ontslag van schepen Hendrickx als agendapunt. Maar de tegenpartij (lijst nr.1: Mommaerts, Cappuyns en Meulemans) komt niet opdagen, zodat de zitting niet kan doorgaan.
Op 16.10.1896: tweede bijeenroeping met de agenda van 13 oktober. Lijst nr.2 daagt niet op. De zitting kan weer niet doorgaan.
Op 18.10.1896: tweede bijeenroeping met de agenda van 15 oktober. Lijst nr.1 daagt niet op en de zitting gaat weer niet door.
Op 19.10.1896: derde bijeenroeping met de agenda van 13 oktober. Opnieuw vraagt Louis De Bontridder de stemming over het ontslag van Hendrickx. Opnieuw weigert de burgemeester-voorzitter, en opnieuw verlaten de leden van lijst nr.2 de vergadering. Maar vermits het de derde bijeenroeping is gaat de zitting nu wel door en keurt lijst nr.1 haar agendapunten goed.
Op 21.10.1896: derde bijeenroeping met de agenda van 15 oktober. Er wordt gestemd over de ontslagaanvraag van schepen Hendrickx: 3 leden stemmen voor en 3 tegen, staking van stemmen. Bijgevolg is het ontslag niet aangenomen.
Een ander agendapunt was een vraag van Gillam Debecker om de huur over te nemen van een perceel land van de gemeente dat verhuurd was aan de weduwe Verkist, die overleden is. De gemeenteraad stemt hiermee in.
Gillam Debecker (°1867), brouwersgast, was de schoonvader van Louis Van Pee (Roëkke) en van Alfons Coopmans (de Poeës) op de Veeweide.
Meer dan drie maanden later, op 30.1.1897, is men blijkbaar tot bezinning gekomen en wordt het ontslag van Hendrickx met eenparigheid van stemmen aangenomen.
(wordt vervolgd)
Cyriel Letellier
Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts
De kieswetgeving (vervolg)
IV. Het Algemeen Meervoudig Mannen Stemrecht 1895-1921
Na bloedige stakingen in Wallonië en druk van de liberale progressisten en de socialisten werd in 1893 het algemeen meervoudig stemrecht voor de parlementsverkiezingen ingevoerd. Een aanpassing van de kieswet voor de gemeenten drong zich dan ook op. De wet van 11 april 1895 bepaalde dat iedere man die Belg was, tenminste drie jaar zijn verblijf in de gemeente had en 30 jaar oud was, stemrecht kreeg. Een bijkomende stem werd verleend aan de kiezer-familiehoofd, die ten volle 35 jaar oud was en tenminste 5 fr belasting betaalde.
De kiezer-eigenaar die minstens 150 fr aan kadastraal inkomen bezat kreeg een derde bijkomende stem en tenslotte een vierde stem voor diegenen die een diploma van hoger of middelbaar onderwijs hadden.
*
* *
Verkiezingen van 17.11.1895
Schepen Susse Vranckx en raadslid Ciske Berthels verdwijnen uit de gemeenteraad. Raadslid Josephus Meulemans (Jefke Perkoe) die sedert 1889 niet meer op de gemeenteraad was geweest, doet opnieuw zijn intrede. En als nieuwkomers krijgen we: Jan Baptist De Greef (1841-1916), Prosper Hendrickx (1843-1897) en Louis De Bontridder (1868-1935).
Op 30.12.1895 wordt de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd en worden Theophiel Coeckelberghs en Prosper Hendrickx tot schepen verkozen. De nieuwe gemeenteraad ziet er dan als volgt uit:
-Joannes Franciscus Mommaerts, burgemeester
-Theophiel Coeckelberghs, schepen
-Prosper Hendrickx, schepen
-Josephus Cappuyns, raadslid
-Josephus Meulemans, raadslid
-Jan Baptist De Greef, raadslid
-Louis De Bontridder, raadslid
Prosper Hendrickx was landbouwer, geboren in Blanden en gehuwd, zoals Susse Vranckx, met een dochter van Philippus Penninckx, een neef van burgemeester Antonius Penninckx (zie nr. 2). Prosper Hendrickx was dus een schoonbroer van Susse Vranckx.
Jan Baptist De Greef was hoefsmid. Hij was een zoon uit het tweede huwelijk van Guillaume De Greef met Theresia Prairie. Hij was een halfbroer van Henricus De Greef (Rik de Smed) (de vader van den Ingel), van Philippus Josephus De Greef (de Moeppe) en van Guilielmus De Greef (de stamvader van de Lienestak). Jan Baptist was getrouwd met Clara Bruggemans, een tante van den Toïng. Zij bleven kinderloos.
Louis De Bontridder was landbouwer. Hij was een zoon van Cis De Bontridder en trouwde met Clemence Vanderveken uit Neerijse. Zij waren de grootouders van mijn vrouw Lea De Bontridder.
Op 25.6.1896 bespreekt de gemeenteraad een rekening van Jozef Vanderveken ten belope van 48 fr voor onderhoudskosten verleend aan Felix Vanderstappen gedurende 32 dagen. De gemeenteraad vindt dat overdreven en beslist 17,50 fr te betalen, en een gelijke som door het Bureel van Weldadigheid, samen 35 fr.
Op dezelfde gemeenteraad wordt een gift toegekend aan Petrus Vandenbosch wegens het verlies van een koe:
“Overwegende dat hij maar één koe had en willende hem te hulp komen om een andere koe te kopen;
Stemt:
Een som van 12 franken en vijftig, en uit de wens dat het Bureel van Weldadigheid ook geldelijke hulp aan deze man zou verlenen ten einde hem in zijn ongeluk behulpzaam te zijn.”
Petrus Vandenbosch (1840-1919), landbouwer, was gehuwd en had kinderen. Hij was een zoon van Henricus Vandenbosch (°ca 1799) die in 1854 op de Veeweide woonde op de plaats waar later Louis Van Pee (Roëkke) gewoond heeft en waar nu Yolande Casteleyn woont.
Op 29.5.1897 zal de gemeenteraad een gelijkaardige beslissing nemen: 12,50 fr wordt toegekend aan Jozef Vanderveken (de vader van Victor Vanderveken, Kevaune) en aan Jan Baptist Vanden Eynde (1865-1930) (Jan Latoer) voor het sterven van een koe.
Op 1.10.1898 beslist de gemeenteraad 15 fr te geven aan Francis Bruffaerts (1862-1901) (den Boer, de vader van de Witten Boer) voor het sterven van een paard.
Touwtrekkerij en politieke spelletjes
Buiten de weigering om de eed af te leggen van Carolus De Coster en Franciscus Van Cleynenbreugel op de raad van 31.10.1836 en misschien een aantal “strategische” afwezigheden van sommige gemeenteraadsleden in de loop der jaren, komt nu voor de eerste maal een tweespalt in de gemeenteraad tot uiting. De verkiezing van de schepenen Fille Coeckelberghs en Pros Hendrickx, elk met 4 stemmen, telkens tegen Jef Cappuyns met 3 stemmen, wees al op een clan van 3 (lijst nr.1) tegen een clan van 4 (lijst nr.2).
Lijst nr.1: Soeë Mommaerts, Jef Cappuyns en Jefke Meulemans.
Lijst nr.2: Fille Coeckelberghs, Pros Hendrickx, Tist De Greef en Lewie De Bontridder.
Pros Hendrickx, verkozen tot gemeenteraadslid op 17.11.1895 en tot schepen op 30.12.1895, woonde slechts zeven gemeenteraden bij, de laatste op 6.8.1896. Hij moet toen ziek geworden zijn want hij overleed op 29.10.1897, 54 jaar oud.
Nog vóór 13.10.1896 heeft Prosper Hendrickx schriftelijk zijn ontslag gevraagd als schepen en als gemeenteraadslid.
Op de zitting van de gemeenteraad van 13.10.1896 vraagt raadslid De Bontridder de stemming over het ontslag van Hendrickx (want met de zieke Hendrickx was lijst nr.2 zijn meerderheid kwijt; hij moest kunnen vervangen worden). De burgemeester-voorzitter gaat niet akkoord omdat het punt niet geagendeerd is. Daarop verlaten Coeckelberghs, De Greef en De Bontridder de vergadering. Daar er geen meerderheid van leden meer aanwezig is wordt de zitting opgeheven.
Op 15.10.1896 wordt de raad opnieuw bijeengeroepen op verzoek van lijst nr.2 (Coeckelberghs, De Greef en De Bontridder) met o.a. het ontslag van schepen Hendrickx als agendapunt. Maar de tegenpartij (lijst nr.1: Mommaerts, Cappuyns en Meulemans) komt niet opdagen, zodat de zitting niet kan doorgaan.
Op 16.10.1896: tweede bijeenroeping met de agenda van 13 oktober. Lijst nr.2 daagt niet op. De zitting kan weer niet doorgaan.
Op 18.10.1896: tweede bijeenroeping met de agenda van 15 oktober. Lijst nr.1 daagt niet op en de zitting gaat weer niet door.
Op 19.10.1896: derde bijeenroeping met de agenda van 13 oktober. Opnieuw vraagt Louis De Bontridder de stemming over het ontslag van Hendrickx. Opnieuw weigert de burgemeester-voorzitter, en opnieuw verlaten de leden van lijst nr.2 de vergadering. Maar vermits het de derde bijeenroeping is gaat de zitting nu wel door en keurt lijst nr.1 haar agendapunten goed.
Op 21.10.1896: derde bijeenroeping met de agenda van 15 oktober. Er wordt gestemd over de ontslagaanvraag van schepen Hendrickx: 3 leden stemmen voor en 3 tegen, staking van stemmen. Bijgevolg is het ontslag niet aangenomen.
Een ander agendapunt was een vraag van Gillam Debecker om de huur over te nemen van een perceel land van de gemeente dat verhuurd was aan de weduwe Verkist, die overleden is. De gemeenteraad stemt hiermee in.
Gillam Debecker (°1867), brouwersgast, was de schoonvader van Louis Van Pee (Roëkke) en van Alfons Coopmans (de Poeës) op de Veeweide.
Meer dan drie maanden later, op 30.1.1897, is men blijkbaar tot bezinning gekomen en wordt het ontslag van Hendrickx met eenparigheid van stemmen aangenomen.
(wordt vervolgd)
Cyriel Letellier