1.Van inspiratie naar engagement
Enkele flitsen uit een dossier op tekst van Emmanuel Van Lierde.
Christelijk Gods- en mensbeeld stuwt gelovigen de wereld in
Waarom zetten gelovigen zich in voor daklozen, illegalen of aidspatiënten? Waarom namen religieuzen het voortouw in de zorg voor lichamelijk en psychisch zieken, bejaarden en stervenden? Waarom steekt de kerk zoveel energie in onderwijs? Wat dreef missionarissen naar het uiteinde van de wereld? Wat inspireert christenen telkens weer om veelsoortige engagementen ten dienste van hun medemens aan te gaan? Onderzoekers Johan Ardui en Pieter De Witte van de Katholieke Hogeschool Limburg, theoloog Yves De Maeseneer van de KU Leuven en Ruben Boon van het Damiaancentrum zoeken het antwoord in de menswording en de zelfgave van God. Zoals God in Jezus van Nazareth solidair werd met de hele mensheid, zo willen christenen bijdragen aan een steeds humanere wereld. Naar zijn voorbeeld geloven ze dat wie zijn leven geeft voor de ander, het honderdvoudig terugkrijgt. Hun Gods- en mensbeeld stuwt hen naar de wereld.
Christendom relevant voor iedereen
Jezus Christus brengt niet alleen verlossing voor de gelovigen, maar voor alle mensen. Juist die universele heilsboodschap legitimeert volgens nieuw onderzoek - zelfs in een plurale en seculiere samenleving - het bestaan van het katholiek onderwijs in het algemeen en het vak godsdienst in het bijzonder. Ook aan wie niet gelooft, heeft het christendom iets te vertellen.
Johan Ardui en Pieter De Witte: “Het christendom heeft immers iets te vertellen over de mens en de wereld. Zijn boodschap is relevant voor iedereen. Die traditie draagt een algemeen-menselijke vorming in zich en stimuleert ieders menswording. Er gaat een humaniserende kracht van uit.”
In zelfgave vindt mens zichzelf
Een zin uit de encycliek Gaudium et spes: “De mens kan zichzelf niet volledig vinden tenzij in de oprechte gave van zichzelf.”
Yves De Maeseneer: “Het is de eerste keer dat die uitdrukking in het kerkelijke spreken opdook. ‘Zelfgave’ heeft een andere kleur dan het traditionele, negatiever klinkende woord ‘zelfopoffering’. Het verschilt ook van de term ‘engagement’ die sinds de jaren 1960 courant is geworden. Die laatste term beschouwt inzet te eenzijdig als de verplichting om iets te doen voor een ander, veelal gebukt onder een loodzwaar verantwoordelijkheidsgevoel. In zelfgave klinkt letterlijk de gave op, het gratuite van het geschenk. Al is niet iedereen gelovig, iedereen is mens en daar ligt een basis om met elkaar in dialoog te gaan. Samen dingen doen, waarbij niets moet, geeft een diepe vreugde en dan ontdek je die bron van gratuïteit.”
‘Pater Damiaan was kind van zijn tijd én mens voor elke tijd’
Ruben Boon: “Geen beter voorbeeld van zelfgave uit onze contreien dan pater Damiaan. Bij zijn intrede lag hij onder een doodskleed, teken dat zijn oude ik stierf en dat hij als een nieuw iemand verrees. Hij was doordrongen van de spiritualiteit van zijn congregatie van de Heilige Harten. Hij ervoer het als de voorzienigheid toen de bisschop met veel schroom vroeg naar enkele vrijwilligers die in een beurtrol van telkens drie maanden naar de melaatsen zouden gaan op Molokaï. Hij vond niet dat de bisschop zo streng was een offer te eisen. Het was een vrijwillige keuze, maar pater Damiaan herinnerde zich het gebaar van onder dat doodskleed te liggen en duidt zijn keuze als een offer. ‘Ik ben gestorven, maar geborgen in Christus’, schrijft hij. Zijn leven is telkens opnieuw sterven om honderdvoudig het geluk terug te vinden. Die zelfgave is de onbegrijpelijke, maar paradoxale schoonheid van het christendom.”
Boon besluit dat heiligen de didactische voorbeelden zijn van de christelijke kijk op humaniteit. Ze verdienen hun plek in het onderwijs om aan te geven wat mens-zijn en menswording inhouden.
“Geloof is geen receptenboek en godsdienst geeft niet op alles een helder antwoord. Veeleer helpt het ons te leren leven met twijfel als zekerheid”, verduidelijkt Ruben Boon.
2.Vliegende dozen zijn lege dozen
uit een artikel van Geert De Kerpel
Ook het Hof van Cassatie beschouwt nu de huiszoekingen die op 24 juni 2010 in het kader van de fameuze “Operatie Kelk” in de kantoren van het aartsbisdom Mechelen-Brussel en de privéwoning van kardinaal Godfried Danneels werden verricht als een “fishing expedition”. Het oordeelde eind vorige maand definitief dat de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling eerder terecht die stukken nietig verklaarde en uit het onderzoeksdossier liet verwijderen. Er was namelijk opzettelijk getracht om door inbeslagneming van een groot aantal willekeurige documenten bewijzen te verzamelen van veronderstelde misdrijven waarvoor geen aanwijzing bestond. En dat is onwettig, want in tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht, volstaat voor een huiszoeking en inbeslagneming niet zomaar een bevelschrift door de onderzoeksrechter afgeleverd. Het moet met redenen zijn omkleed.
Merkwaardig genoeg was dit arrest amper enkele lijnen in de pers waard. Wat een verschil met de immense media-aandacht waarop de huiszoekingen destijds konden rekenen. Herinner je de “vliegende dozen” die het team van onderzoeksrechter Wim De Troy door de ramen van het aartsbisschoppelijk paleis gooide.
3.Quote: “Noem het geen homohuwelijk, maar een homoverbintenis”
Kardinaal Godfried Danneels vindt het positief dat staten een wettelijke regeling uitwerken voor homoseksuele relaties. Tegelijk pleit hij ervoor de term “huwelijk” voor te behouden voor de specifieke relatie tussen man en vrouw (De Tijd, 1 juni).
4.Nieuwe bisschop doet Luikenaars in juli extra feest vieren
Uit een artikel van Christian Laporte, journalist van La Libre Belgique.
Op 14 juli 2013 heeft in de Sint-Pauluskathedraal de wijding plaats van bisschop Jean-Pierre Delville, de 92ste bisschop van Luik. De snelle benoeming van een opvolger van de ontslagnemende Luikse bisschop Aloys Jousten is revolutionair. Mogelijk heeft het profiel van de nieuwe bisschop daarmee te maken. Volgens paus Franciscus heeft Delville de vereiste kwaliteiten. En wijzen die ook niet naar het profiel van Franciscus zelf, zoals hij zich laat kennen sedert zijn verkiezing op 13 maart?
De 62-jarige Delville staat zichtbaar op dezelfde lijn als Jorge Mario Bergoglio zelf en zijn arme kerk voor de armen. De nieuwe bisschop is al 35 jaar actief in de Sant’Egidiogemeenschap. Sant’Egidio verenigt in zich contemplatie en actie. De gemeenschap legt de nadruk in het dagelijkse leven op het gebed en tezelfdertijd op de opvang van de armsten en de minstbedeelden in de samenleving.
In de parochie van Saint-Martin begon Delville met een sociaal café voor hen die elders niet welkom waren; in die van Saint-Barthélemy opende hij zelfs een restaurant voor daklozen en asielzoekers. Tevens vormde hij er een ‘Ecole de la Paix’ om contacten te leggen tussen mensen uit heel verschillende milieus.
Delville, geboren in een gegoede Luikse familie, is historicus en theoloog. Hij werd een zeer gewaardeerd hoogleraar aan de UCL waar hij kerkgeschiedenis doceerde. Als kenner van het Tweede Vaticaans Concilie pleit hij voor meer collegialiteit en een betere plaats voor de leken, zowel voor mannen als voor vrouwen.
5.Afrikanen vinden euthanasie onbegrijpelijk en barbaars
De mening van veertien missionarissen op rust
Het leven is groter en sterker dan wijzelf, en dit maakt ons tegelijk deemoedig en sterk. Veertien missionarissen op rust in Antwerpen zetten dat voorop en benadrukken dat voor Afrikanen en vele andere volkeren euthanasie gewoon ondenkbaar is. De paters zijn ongerust over de “onwaarschijnlijke oppervlakkigheid” waarmee het euthanasiedebat in ons land wordt gevoerd.
Wij nemen slechts zelden het woord, maar nu willen we toch onze stem laten horen in het politieke debat over de uitbreiding van de euthanasiewet naar minderjarigen en gehandicapten. Voor ons gaat het niet over die nieuwe doelgroepen, maar over het begrip ‘euthanasie’ zelf dat voor Afrikanen en veel andere volkeren uitermate onbegrijpelijk en barbaars klinkt. Vrijwillig een einde maken aan het leven, van zichzelf of van anderen, en dat wettelijk maken, is voor hen gewoon ondenkbaar. Want het leven is heilig omdat het een groot, hét grote mysterie is, dat ons is gegeven en ons te boven gaat. We zijn noch de makers, noch de bezitters van het leven, maar slechts de behoeders ervan. Als er iets is dat we in Afrika hebben geleerd, dan is het wel deze waarheid: het leven is groter en sterker dan wijzelf en dit maakt ons tegelijk deemoedig en sterk. Niemand zou durven te beweren dat het leven voor Afrikanen aangenamer en gemakkelijker is dan voor ons, maar we herinneren ons de onvergetelijke glimlach van Afrikanen die zeiden: “We zijn alles kwijt, maar we hebben nog het leven.”