Zie ook deel 1
Hierbij enkele foto’s van de viering in RVT St.Bernardus op zaterdag 5 juli 2008 van de honderdste verjaardag van Maria Cappuyns.
De derde generatie vóór Maria en koster-onderwijzer Gillam Cappuyns den Jongen
Het derde kind van Guilielmus Cappuyns en Anna Catharina Panny was
Guilielmus Antonius Cappuyns (°Korb.D.1785/ +Korb.D.1843). Deze trouwde te Neerijse in 1815 met Anna Catharina De Coster (°Neerijse 1788/ +Korb.D.1883). Zij zijn de overgrootouders van Maria Cappuyns. Guilielmus Antonius wordt vermeld als winkelier, herbergier en landbouwer, en eenmalig (in 1815) als onderwijzer. Onderwijs verstrekken aan de kinderen behoorde in die tijd nog tot de taken van de koster. Maar vader Guilielmus was koster, burgemeester en gemeentesecretaris en had waarschijnlijk niet veel tijd meer over om zich met het onderwijs bezig te houden. Vandaar dat de zoon werd ingeschakeld. Dezes onderwijstaak werd later overgenomen door de terloops reeds vermelde zoon van de Leefdaalse broer van Guilielmus Antonius, eveneens een Guilielmus Antonius (Gillam Cappuyns den Jongen) (°Meerbeek 1810/ +Korb.D.1849), die rond 1830 ook de taak van koster overnam van zijn grootvader. Koster Gillam Cappuyns den Jongen trouwde met Coleta Mommaerts, een dochter van de boer van het Hof van Overbist aan de Veeweide. Hij bouwde een huis op een perceel van 30 aren grond uit het ruim 5 ha grote blok van zijn schoonvader, pal op het Voetwegje naar Leefdaal. Het is het huidige huis van Dirk Van Laer, nr.160 op de Nijvelsebaan. Het deel van het Voetwegje naar Leefdaal aan de benedenzijde van de Nijvelsebaan langswaar de koster dagelijks heen en weer stapte naar de kerk kreeg daardoor de naam “Kostersberg”. Gillam Cappuyns den Jongen was de laatste koster die tegelijk ook nog onderwijs gaf aan de kinderen. Hij werd opgevolgd door een gediplomeerd onderwijzer, speciaal opgeleid voor die taak. Koster Gillam overleed kinderloos op 39-jarige leeftijd, in 1849.
De tweede generatie vóór Maria
Guilielmus Antonius Cappuyns en Anna Catharina De Coster, de overgrootouders van Maria Cappuyns, kregen acht kinderen te Korbeek-Dijle. Twee kinderen overleden op jonge leeftijd. Van de zes anderen onthouden we:
- Guilielmus Cappuyns (°Korb.D.1815) trouwde in 1840 met de Korbeekse Joanna Van Cleynenbreugel (zie mijn artikel “Wie was Julienne?” in Kerk en Leven van 17.5.2006).
- Englebert Cappuyns (°Korb.D.1820/ +Brussel 1886). Englebert werd priester en was pastoor van de Miniemenkerk in Brussel (tussen de Grote Zavel en het Justitiepaleis). Hij werd begraven te Korbeek-Dijle.
- Maria Ludovica (Wiske) Cappuyns (°Korb.D.1823/ +Korb.D.1908). Zij trouwde met Henricus De Greef (Rik de smed). Wiske en Rik zijn de ouders van “den Ingel”.
- Augustinus Josephus (Jef) Cappuyns), de grootvader van Maria Cappuyns (zie verder).
- Guilielmus Franciscus (Frans) Cappuyns (°Korb.D.1827/ +Leuven 1920), de koster-gemeentesecretaris.
Koster-gemeentesecretaris Frans Cappuyns
Frans Cappuyns werd koster van Korbeek-Dijle benoemd op 3.6.1849, na het overlijden van zijn kozijn-koster Gillam. Hij trouwde met Maria Elisabeth Coeckelberghs, een kleindochter van boer Mommaerts van het Hof van Overbist, een nichtje dus van de vrouw van de vorige koster. Frans en Maria Elisabeth werden ook eigenaar van het huis van de vorige koster en gingen er in wonen. Zij kregen zeven kinderen. Van hen onthouden we:
- Joannes Josephus Victor Cappuyns (°Korb.D.1855/ +Leuven 1938). Victor werd priester. Hij was eerst professor aan het College van Boom, nadien inspecteur van het lager onderwijs. Hij was ook peter van de nieuwe klok die in 1911 werd ingewijd.
- Josephus Maria Francis Xaverius Cappuyns (°Korb.D.1867/ +Aarschot 1936). Joseph werd notaris met studie in Aarschot. Zijn enige zoon, naast vijf dochters, Frederic Cappuyns, volgde hem daar later op als notaris. Joseph Cappuyns was medestichter van de Fanfare Sint-Cecilia in 1890 en haar eerste voorzitter. In de fanfare werd hij met veel egards aangesproken als “meneer de president”. Misschien een smetje op zijn blazoen: In de Korbeekse roddels werd hij genoemd als de natuurlijke vader van Bertha Vranckx, later Bertha Fierens.
- Eudore Maria Josephus Honoré Cappuyns (°Korb.D.1875/ +Scherpenheuvel 1960). Eudore werd advocaat. Meester Eudore Cappuyns was verbonden aan de Leuvense balie.
Frans Cappuyns was ook gemeentesecretaris van Korbeek-Dijle. In 1861 werd hij lid van de Kerkraad. In 1864 werd hij er de secretaris van en in 1870 daarenboven de penningmeester in het Bureel der Kerkmeesters. Deze beide kerkfuncties behield hij tot 1910. Toen bood hij zijn ontslag aan “ter oorzake van zijnen hoogen ouderdom”. Koster bleef hij echter tot 1919. Hij overleed te Leuven in 1920, kreeg een plechtige uitvaartdienst om 11 uur in de Sint-Michielskerk, en werd begraven te Korbeek-Dijle.
Landbouwer-schepen en ouwe snoeper Jef Cappuyns
De zesde van de acht kinderen van Guilielmus Antonius Cappuyns en Anna Catharina De Coster was Augustinus Josephus (Jef) Cappuyns (°Korb.D.1825/ +Korb.D.1905). In een akte van januari 1851 en in een van mei 1851 wordt Jef Cappuyns vermeld als koster. Vermoedelijk verving hij tijdelijk zijn broer Frans. Beiden waren toen nog vrijgezel. Jef trouwde te Korbeek-Dijle in 1853 met Maria Ludovica Vermeulen (°Korb.D.1828/ +Korb.D.1881). Josephus en Maria Ludovica zijn de grootouders van Maria Cappuyns. Zij kregen tien kinderen te Korbeek-Dijle. Twee overleden er als baby of peuter. Van de andere acht onthouden we:
- Maria Ludowina Cappuyns (°Korb.D.1853/ +Bertem 1957), de eerste honderdjarige in het geslacht Cappuyns
- Joseph Emile Cappuyns, de vader van Maria Cappuyns (zie verder).
- Victor Englebert Joseph Cappuyns (°Korb.D.1871/ +Neerijse 1970). Victor werd geneesheer, trouwde met Bertha Frans en vestigde zich als huisarts in Neerijse. Victor en Bertha hebben één zoon, José (°1919), en één kleindochter, Patricia (°1966). Victor was burgemeester van Neerijse van 1923 tot 1940 en van 1946 tot 1953.
Toen zijn vrouw, Maria Ludovica Vermeulen, overleed in 1881 had Jef Cappuyns reeds verschillende volwassen kinderen. Die zullen de jongste, Victor, die nog geen tien jaar was, wel mee hebben opgevangen. Jef Cappuyns had dan ook tijd voor een verzetje: de lokale politiek. Hij was tweemaal schepen tussen 1884 en 1900. In die laatste jaren - zijn kinderen waren hun eigen weg gegaan - moet Jef zich wat eenzaam hebben gevoeld. Hij had zijn zinnen gezet op een jonge vrouw, Felicie Letellier (Masoeur Lat), een nicht van mijn vader, Jozef Letellier. Het deel van haar bijnaam “Masoeur” dankte zij aan het feit dat ze was ingetreden bij de Zusters van Liefde in Mater Dei op het Sint-Jacobsplein te Leuven. En “Lat” kwam van haar grote slanke gestalte. Een fotomodel avant la lettre! Geen wonder dat de oude bok, weduwnaar Jef Cappuyns uit de “betere stand” van Korbeek-Dijle, verliefd werd op dit groene blaadje. Hij ging haar bezoeken in Mater Dei en diende zich aan als haar vader. Daar heeft hij haar het hoofd op hol gebracht. Zij heeft haar kap over de haag gegooid en is met Jef Cappuyns getrouwd op 7.2.1900, zeer tegen de zin van zijn kinderen. Zij was toen 24 jaar en hij 74. Zij hebben samen nog drie kinderen gehad. Jef Cappuyns overleed in 1905 op 80-jarige leeftijd. Zes maanden later, in 1906, overleed zijn jongste zoontje op de leeftijd van twee jaar. De oudste twee kinderen, Gabrielle (°1900) en Clement (°1901) Cappuyns, zijn altijd vreemde eenden in de Cappuynsbijt gebleven.
De eerste generatie vóór Maria
De tweede jongste zoon van Josephus Cappuyns en Maria Ludovica Vermeulen was Joseph Emile Cappuyns (°Korb.D.1867/ +Neerijse 1965). Hij trouwde in 1907 met Marie Josephine Artois (°Leuven 1882/ +Leuven 1955). Zij zijn de ouders van Maria Cappuyns. Emile Cappuyns speelde een rol bij de heropstart van de Fanfare Sint-Cecilia na de Eerste Wereldoorlog. Hij werd tot voorzitter verkozen en bleef dit tot in 1945. Emile werd een eerste maal burgemeester van Korbeek-Dijle van 1921 tot 1926. En daarna van 1933 tot 1946, met een oorlogsonderbreking van september 1941 tot september 1944.
Buiten zijn politieke loopbaan was Emile Cappuyns bediende en verzekeringsagent. Hij overleed bij zijn dochter in Neerijse in zijn 98ste levensjaar.
Maria, 200 jaar lang hebben eminente leden van het geslacht Cappuyns een onuitwisbare stempel gedrukt op het politieke, sociale en kerkelijke leven in Korbeek-Dijle. De naam Cappuyns was onafscheidelijk verbonden met de Koninklijke Fanfare (nu Harmonie) Sint-Cecilia. Jij bent nog steeds lid, het oudste lid uiteraard, van deze Harmonie. De muzikale hulde die zij je hebben gebracht op je honderdste verjaardag was dan ook terecht.
Ook buiten Korbeek-Dijle hebben leden van de stam Cappuyns naam en faam gemaakt. Het is een sterk geslacht, en daar ben jij met je 100 lentes het ultieme bewijs van.
Cyriel Letellier