woensdag 10 oktober 2012

Schrijven

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Schrijven is een eenzaam gebeuren. Het is ook een stil gebeuren. Het gebeurt stil, met of zonder muziek. In mijn geval is het zonder muziek. Het is stilte tout court. En luisteren naar stemmen die diep in mij roepen om bevrijding, om verlossing, om geboorte. Zo gezien is schrijven voor mij gehoorzaamheid. Liefst zonder dwang natuurlijk. Liefst ook zonder obsessie. Toch is het een behoefte. Zelfs een vitale behoefte: als ik niet schrijf, besta ik niet. Ik ben bewoond door eindeloze woorden. Als ik schrijf, drijf en stuur ik het woord. Hoewel. Het is eerder andersom: het woord stuurt en drijft mij. Ik gehoorzaam. Dat is het eigenlijke punt.

Elke serieuze psycholoog zal hier zijn bedenkingen bij hebben. Ik vermoed zelfs dat ik deze bedenkingen ken. Het is allemaal een uiting van narcisme: de mens wil zichzelf zien in zijn eigen spiegel. Via woorden zoekt en boetseert hij zijn zelfportret. Zo beweegt hij zich voortdurend in zijn eigen intern circuit. Het is een soort ijdelheid die de mens gevangen houdt in de belangrijkheid van zichzelf. Het is de ‘allerindividueelste expressie’ van de ‘allerindividueelste emotie’. Om de ‘tachtigers’ nog eens te memoreren. Ik herken me daarin. Psychologen hebben hier - zoals altijd? - overschot van gelijk.

Toch hebben ze niet helemaal gelijk. Ze vergeten één ding: voor mij is schrijven spreken. Je mag zelfs zeggen preken. In mijn stille eenzaamheid ben ik altijd door mensen bewoond. Ik schrijf altijd opdat iemand het zou lezen. Eigenlijk is mijn schrijven een stil roepen. Ik open mijzelf om anderen te openen. Ik ben geen solist. Ik zing altijd in een koor. Mijn schrijven is eigenlijk het componeren van een partituur opdat wij het lied samen zouden zingen. Daarom is het naar mijn smaak geen onemanshow. Ik zie altijd mannen en vrouwen, kinderen, zieken, medebroeders, missionarissen. Ik heb altijd de luide hoop dat al deze mensen open mogen gaan. Op leven dat bevrijding is en vertroosting.

Och, eigenlijk wil ik maar één ding: ik wil ontroering delen. Dat is een groot woord. Ik weet het. Toch geloof ik dat alles geboren wordt uit en gedragen wordt door ontroering. Dat is voor mij duizendmaal meer dan sentimentaliteit. Ontroering is bewogenheid voor de genezing van de zieken, de feeling voor gerechtigheid, een dwingend pleidooi voor eerbied voor al wat leeft en kwaliteit van leven zoekt. In die zin is ontroering ook protest: handen af van het leven, maak het leven niet kapot, stop de kringloop van de wraak, stop de blinde fascinatie van de macht. Vier en versier het leven! Roep een halt toe aan de hoogmoed van het cynisme. Maar vooral: geloof in goede woorden. Woorden kunnen deugdzaam zijn. Daarom schrijf ik. Daarom ben ik een niet gefrustreerde roeper in de woestijn. Maar overdrijf die woestijn alstublieft niet.

Ik ben gelukkig… als ik het zeggen mag.