woensdag 12 september 2012

Misa Criolla

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Eens en voorgoed wil ik in mijn hart bewaren wat mij ooit ten diepste heeft ontroerd. Wat de voering van mijn gemoed heeft aangeraakt. Wat me brengt op een boogscheut van wat bidden is. Wat me blij doet zuchten. Hoewel dat laatste eigenlijk een contradictie is. Toch bedoel ik zoiets.

Zo ontroert me de Misa Criolla, gezongen door José Carreras, met zijn koor uit Bilbao. Met dit soort muziek wordt iets onthuld en ontsloten wat veel te lang omhuld en gesloten ‘ergens’ in mij aanwezig was, al die lange voorbije jaren. Spontaan denk ik dat ik een beetje in de hemel ben. Ik bestel in ieder geval dit lied bij mijn aankomst. Samen met vele andere melodieën, met alle eeuwige schlagers, met heel die stoet van muziek voor miljoenen. Moet ik al de namen en al de titels noemen van alle liederen en oratoria, van alle concerten en musicals die ik wil horen van de vele voorbije eeuwen? Dispenseer me daarvan… het is te veel om op te noemen. Er is zoveel schoonheid gemaakt en gecreëerd door mensen. Op dit uur ben ik bereid en geneigd om alle domme dwaasheden van mensen even te vergeten. Ook het onrecht en de armoede en de oorlogen. Met de Misa Criolla zit ik even op een wolkje. Mag het alstublieft? Ik leef al zolang op de begane grond van het lawaai en het gewone geleuter. Wat mensen kennelijk nodig hebben. Ik leef al zolang op de begane grond van ook de positieve nieuwtjes over de goede dingen des levens. In dit uur is dat alles me te min.

Want deze avond wil ik met José Carreras kreools zalig zijn. Het is romantisch, het is sentimenteel, maar dat heb ik precies nodig om te leven. Het is een woord waarvoor ik niet om een sorry vraag. Dit is muziek om te beluisteren na Terzake. Op een gegeven ogenblik is varen naar het diepe voor mij echt ter-zake. Het is alsof mijn ziel dan te vol is en ik dringend om zalving en zegening vraag. En precies op dit eigenste moment zingt José met zijn warme tenorstem: da nos la paz, geef ons de vrede. Op stille, schrille, hoge toon. Een diepte, een hoogte die geen applaus verdraagt. Een diepte, een hoogte die ik wil smaken met mijn ogen dicht. Met die ogen dicht zie ik het mysterie dat deugd doet. Hij zingt dat alles goed is. Zoals in her eerste Boek. Met tien uitroeptekens.

En het is alsof ik er even niet genoeg van krijgen kan: wat heeft die mens toch een mooie stem! Zo teder en zo sterk, zo gevoelig en zo beheerst. Om jaloers van te worden. Maar aan deze bekoring geef ik niet toe. José Carreras doet me goed. Hij tilt mij uit boven de banaliteit. Ik weet het zeker, na deze woorden zal ik lekker slapen. Als een kind dat door zijn engelbewaarder te ruste wordt gelegd. Maar eerlijk gezegd, zo engelachtig bedoel ik dat in geen geval. Ik was vroeger al heel blij met de verhalen van vader toen ik kind was en op zijn schoot mocht zitten. Mijn vader zong niet zoals José Carreras, maar ik was er zeker van dat engelen waakten over mijn leven.

Vader had het gezegd. Zo is het goed. Da nos la paz.

Dit was mijn laatste Show.