woensdag 5 september 2012

Gelezen In Tertio Van 22 Augustus 2012

‘Wet van de liefde gaat voor’

Uit een vraaggesprek van Boudewijn Vanpeteghem met diaken Henri Hemelsoet en zoon Elias, pedagoog UGent.

Het evangelische gebod tot Liefde voor de medemens kan voorgaan op de Belgische wetgeving. Dat vinden diaken Henri Hemelsoet (56) en zijn zoon Elias (29), pedagoog aan de UGent. Hun geloof zetten ze om in hun werk voor vluchtelingen. En ze staan achter de beslissing van de clarissen van Malonne om Michelle Martin op te vangen.

Vader Hemelsoet coördineert vzw De Tinten in Gent die vanuit een christelijke visie tegemoet komt aan de basisbehoeften van vluchtelingen - veelal illegalen zonder papieren. Zoon Hemelsoet verricht aan de UGent onderzoek naar de betekenis van het recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijf en kinderen van Roma-origine. Hij is vrijwilliger bij De Tinten.

Evolueert de kerk naar sektarisme?

Elias: “Ik denk het niet, want dat veronderstelt mensen niet toelaten buiten de besloten kring te treden. Dat heeft weinig met geloof te maken. Wereldvreemd, dat is de kerk wel omdat ze niet mee is met haar tijd en niet in staat is zichzelf te herdenken en mensen aan te spreken.”

Henri: “Ik probeer als diaken altijd het bevrijdende woord te spreken. We leven in deze wereld; laten we ons geloof beleven in de bestaande context.”

Elias: “De boodschap is tijdloos, maar de manier om ze uit te dragen niet. De ruimte voor interpretatie is de rijkdom van onze godsdienst.”

Twijfelt u soms aan uw geloof?

Henri: “Ongeloof is een ervaringsmoment in ieders leven. Een moment van afwezigheid van God integreer je in je geloofsleven. Dat verontrust mij niet en stelt mij in staat in dialoog te gaan met andere overtuigingen.”

Elias: “Geloven is elke keer opnieuw op zoek gaan naar God. Het is zeker zijn zonder te kunnen weten. Het is overgave en die veronderstelt twijfel.”

Jullie schreven samen een tekst rond caritas en diaconie. Maakt caritas deel uit van jullie geloof?

(knikken allebei heftig ‘ja’)

Elias: “Absoluut. Dat is geloof doen. Geloof leven.”

Henri: “Er bestaat een spirituele lijn van beneden naar boven en een horizontale lijn die het sociale symboliseert. We moeten proberen te geloven op het snijpunt van die twee lijnen, waarbij we de horizontale balk zo hoog mogelijk op de spirituele lijn trachten te krijgen.”

Zo hoog dat u ook de wetten van het Belgische volk overtreedt? Staan de evangelische ‘wetten’ van de kerk daarboven?

Elias: “De wetten van de kerk niet. Die van het geloof wel. Daarom helpen we illegalen die in ons land verblijven.”

Henri: “De wet van de liefde gaat boven de reguliere wetgeving.”

Elias: “Met de bereidheid de gevolgen ervan te dragen binnen dat wettelijke kader.”

Henri: “Het reguliere wettelijke kader is geen vaststaand geheel.”

Elias: “Je helpt het ontwikkelen door het in twijfel te trekken, door sociale praktijken heen. Door het anders te doen en te tonen dat het op die wijze ook waardevol kan zijn en misschien waardevoller. In Italië kun je in de gevangenis belanden door de opvang die wij illegalen bieden.”

Jullie schrijven: “Menselijke waardigheid komt niet voort uit de wet, maar de wet komt voort uit de notie die we hebben van menselijke waardigheid.”

Henri: “De overheid probeert zo goed mogelijk te organiseren en in te passen, maar toch vallen er nog mensen uit de boot en wij krijgen die doorverwezen door bijvoorbeeld het OCMW.”

Voor jullie betekenen caritas en diaconie zorg betonen aan iedere andere. Zou u Michelle Martin opvangen, die twee meisjes heeft laten verhongeren, zoals de clarissen in Malonne hebben beslist?

Elias: “Het debat is volledig vertekend. Het protest richt zich tegen zusters die alleen hun christelijkheid en gastvrijheid tonen. Als de publieke opinie er een probleem mee heeft dat Martin vrijkomt, dan dient ze justitie met de vinger te wijzen. Zodra justitie Martin vrijlaat, kan ze niet beter zitten dan in een klooster, afgeschermd van de maatschappij. De eerste tien jaar moet ze niet op straat komen.”

Henri: “Ik ben het niet eens met de uitspraak van het gerecht. Versta me niet verkeerd. Martin had langer moeten vastzitten. Vreemd toch dat de zusters worden belaagd en niet het gerecht.”

Hoe verhouden jullie zich tot het kerkinstituut?

Elias: “Ik vind dat zeer moeilijk en zou niet kunnen wat mijn vader doet: werken voor de kerk. De kerk is nodig in mijn geloof om het te kunnen delen met mensen in gemeenschap. Eucharistieviering vind ik belangrijk - ik ga bijna elke zondag naar de kerk - en terzelfder tijd voel ik er mij bijna altijd een vreemde omdat het moeilijk is tot geloofsdeling te komen gezien de meeste aanwezige kerkgangers van een vorige generatie zijn. Zij beleven hun geloof op een andere manier.”

Henri: “Het heeft te maken met snel opeenvolgende evoluties. Ik ben betrokken bij eucharistievieringen, want ik maak ze mee tot wat ze zijn. Wanneer ik preek, doe ik dat eigenzinnig en mij wordt nooit iets in de weg gelegd. Dat vind ik noodzakelijk. Ik heb een schitterende deken die ook niet zal zeggen of ik het al dan niet goed deed. Hij laat me in die spanning. Je hebt ze nodig, want je wordt er zelfkritisch door.”

Elias: “Ik heb het moeilijk om de kerk te zien als een stuk van mijn geloof. Ik heb het gevoel haar ergens nodig te hebben, maar vind er mijn geding niet in.”

Tot zover Boudewijn Vanpeteghem en Henri en Elias Hemelsoet.