woensdag 26 maart 2008

Opgenomen In De Kring

Op zondag 9 maart 2008 werden tijdens de eucharistieviering in Korbeek-Dijle de doopwiegjes uitgedeeld. De tien dopelingen van het laatste jaar werden “opgenomen in de kring”.

De priester heette iedereen welkom met de woorden:
Vandaag is het feest!
Vandaag zegt Jezus weer: “Laat de kinderen tot mij komen”.
Hij wil voor hen zorg dragen.
Daarom willen wij als gelovige gemeenschap een kring vormen rondom hen.

Naast het bord met de wiegjes, vooraan in de kerk, stond een bord waarop de ouders van de dopelingen een foto van hun kindje mochten hangen. Omheen de foto’s plakten dan achtereenvolgens ouders, broers, zussen, peter, meter, grootouders en alle andere aanwezigen de sticker, met hun naam erop, die ze bij het binnenkomen in de kerk hadden ontvangen.
Een moeder vertelde het verhaal van zwartpuntje.





Het koor zong veel mooie en toepasselijke liederen.En op het einde baden wij samen:Goede Vader,samen met al deze kinderen voelen wij ons blij.Geef ons de kracht om ons ook voor deze kinderen in te zetten,zodat ze gelovig en veilig zouden opgroeienen blije, hulpvaardige mensen zouden worden.

C.L.

De kracht van positief denken



Weerspreuk: 27 maart

27 maart: Is op Sint-Rupert de hemel rein, Dan zal hij ’t ook in juli zijn.

Instrument Van Vrede

Heer maak mij een instrument van uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat is.
Laat mij vergeving brengen waar schuld is.
Laat mij eenheid brengen waar tweedracht is.
Laat mij waarheid brengen waar dwaling is.
Laat mij geloof brengen waar twijfel is.
Laat mij hoop brengen waar wanhoop is.
Laat mij licht brengen waar duisternis is.
Laat mij vreugde brengen waar verdriet is.
Heer, maak dat ik er meer op uit ben
te troosten dan getroost te worden,
te begrijpen dan begrepen te worden,
te beminnen dan bemind te worden.
Want door te geven ontvangen we,
door onszelf te vergeten vinden we,
door te vergeven wordt ons vergeven,
door te sterven verrijzen we tot het eeuwige leven.
Amen.
(Gebed voor vrede, toegeschreven aan Franciscus van Assisi)

woensdag 19 maart 2008

Anglicaanse Kerk Kiest Middenweg Tussen Katholieken En Protestanten

Uittreksels uit een artikel van EMMANUEL VAN LIERDE in TERTIO van 4 juli 2007

Geen theologisch dispuut, maar een huwelijkskwestie leidde tot het ontstaan van de Engelse staatskerk. Daardoor bleven de inhoudelijke verschillen tussen het rooms-katholicisme en het anglicanisme beperkt. Hendrik VIII (1491-1547), getrouwd met Catharina van Aragon, had uit dat huwelijk geen mannelijke nakomelingen. Om zijn troon veilig te stellen, wilde hij van Catharina scheiden, maar dat was door het kerkelijk gezag verboden. Door de Act of Supremacy in 1534 benoemde Hendrik VIII zichzelf tot hoofd van de Engelse kerk en maakte zich los van Rome. Tot op vandaag blijft de monarch het protocollaire hoofd van de Church of England.
Michael Nazir-Ali, de anglicaanse bisschop van Rochester (ten Z.O. van Londen), geboren en getogen in het Pakistaanse Karachi, komt uit een familie van moslims, maar zijn vader bekeerde zich tot het christendom. Hij legde zich toe op de studie van beide godsdiensten en is een gezaghebbende stem in de dialoog tussen christenen en moslims. Na een academische carrière werd Nazir-Ali de eerste bisschop van Raiwind in West-Punjab en hij was – tot zijn benoeming tot bisschop van Rochester in 1994 – medewerker van de aartsbisschop van Canterbury.
Door de recente moeilijkheden over de wijding van vrouwen of van praktiserende homoseksuelen, groeide bij anglicanen het besef dat hun kerkelijke structuren tekort schieten.
Nazir-Ali erkent het tekort aan autoriteit: “Wat allen aanbelangt, moet door allen worden beslist. Er moet een mogelijkheid worden gezocht om gezamenlijk over bepaalde topics te beslissen. Misschien moet er een gezag zijn dat knopen kan doorhakken, maar de wereld heeft geen tweede paus nodig. De aartsbisschop van Canterbury moet geen extra paus worden. Laten we dan liever de rol van de bisschop van Rome als leraar in het geloof erkennen. Of dat mogelijk is, hangt ook van de paus zelf af. Als anglicanen leren wij nu pas de waarde kennen van een uiteindelijk gezag voor de eenheid in de kerk, maar eigenlijk hadden we het beter vroeger ontdekt toen er nog geen crisis was.”

John Arnold, de gewezen deken van Durham (ten Z. van Newcastle in Noord-Engeland) en de vroegere president van de Europese Raad der kerken, vult aan: “We zijn tot het besef gekomen dat anglicanen te weinig hebben, wat rooms-katholieken te veel hebben, en omgekeerd. Als anglicanen hunkeren we naar meer centralisatie en gezag, daar waar katholieken liever wat minder centralisatie willen ten voordele van meer lokale autonomie.”

De oecumene streeft naar het herstel van de eenheid onder de christenen. Dat betekent echter niet dat alle kerken weer in de rooms-katholieke kerk moeten worden opgenomen. Eenheid is geen eenvormigheid. Door de eeuwen heen bouwden de kerken een eigen patrimonium en traditie uit waar geen afstand van kan worden gedaan. Als er ooit eenheid komt, zal het een eenheid in verscheidenheid zijn, waarbij elke kerk haar eigenheid en identiteit kan bewaren. Het uiteindelijk einddoel blijft het herstel van de eucharistische gemeenschap tussen de verschillende kerken. Dat er nog geen eucharistische gastvrijheid is, blijft het grootste pijnpunt. Als de christenen het met elkaar eens zijn over zoveel kwesties, waarom kunnen ze dan niet samen eucharistie vieren? Dat blijft het kruis van de oecumene, maar ondanks dat kruis is het een wezenlijke opdracht voor alle christenen de eenheid na te streven. Broederlijk en eensgezind het leven met elkaar te delen, is het beste getuigenis voor de wereld. De verdeeldheid maakt de christelijke boodschap ongeloofwaardig.

Tot zover Emmanuel Van Lierde.

C.L.

Klein Belgisch Woordenboek van Gaston d’Urnay

Alcoholslot: Waarom niet op de mond in plaats van op het stuur?
Lier: Juffrouw Symforosa op het Begijnhof mag haar hoofddoek ophouden.
Opwarming: Laat de mensen koud.
Vasten: “Oh”, zei de kleine Vlaming, “dat is zoiets als de ramadan, niet?”
Verspreking: Als ik dood ben laat ik mij discrimineren.
Vrede: Sprookjesachtig toekomstbeeld waarin de rupswagens ontpoppen en vlinderwagens worden.
(Uit TERTIO van 20.2.2008)
C.L.

Weerspreuk: Sint-Jozef

19 maart: Sint-Jozef helder en klaar, Geeft licht en vruchtbaar jaar.
Rechtzinnigen noemen Jozef nooit de vader van Jezus, maar de “voedstervader”, de man die alle plichten op zich nam zonder de biologische vader te zijn. Hoe sterker de verering van Maria-altijd-maagd op de voorgrond kwam, des te schimmiger werd Jozef. Typerend is dat zijn kerkelijk feest pas in 1479 werd ingesteld, wat dan nog te danken was aan zijn beschermheerschap van de timmerlieden en de stervenden. Het eerste patronaat kwam voort uit zijn beroep als timmerman in Nazareth. Aangezien het evangelie hem voor het laatst vermeldt als de twaalfjarige Jezus zoek raakt en teruggevonden wordt in de tempel van Jeruzalem, neemt men aan dat Jozef overleed vóór Christus zijn prediking begon. En wie in de armen van Jezus en Maria sterft, ontkomt er niet aan de schutspatroon der stervenden te worden. De geschiedenis kent Jozef niet, de evangeliën stippen alleen het allernoodzakelijkste aan, en de diepzinnige Franse schrijver Ernest Hello noemt hem dan ook de heilige die zwijgt en zelf door zwijgen wordt omgeven. Maar “de zorgzame God heeft hem de Heilige Maagd toevertrouwd. De zorgzame God heeft hem Jezus Christus toevertrouwd. En het menselijke woord schiet te kort om in dat raadsbesluit door te dringen.”
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.

zondag 16 maart 2008

Maria en Hilda Delang

Vandaag zetten we twee zussen in de kijker: Maria en Hilda Delang. Maria werd geboren te Vaalbeek op 5.5.1924. Zij trouwde in 1949 met de Korbekenaar Jan Vanden Eynde (Jan van Lin) (°Korb.D.1926/ +Leuven 2005). Hilda werd geboren te Vaalbeek op 8.1.1932. Zij trouwde in 1954 met de toen in Korbeek wonende Leuvenaar Louis De Graef (Lewieke) (°Leuven 1922/ +Leuven 1998). Na hun huwelijk vestigden beide paren zich in Korbeek-Dijle: Maria op de Veeweide en Hilda op Ormendaal. Maria en Jan kregen een dochter, Elvire. Hilda en Louis een dochter, Carla


De ouders van Maria en Hilda waren: (Prosper) Guillaume Delang (de Witte van ’t Zenneke) (°Heverlee 1896/ +Vaalbeek 1955) en (Maria) Octavia (Vie) Verstappen (°Vaalbeek 1899/ +Leuven 1980). De Witte was een veelzijdig man: boomkapper, landbouwer en metser. Hij was ook gemeenteraadslid in Vaalbeek. Met Vie kreeg hij acht kinderen: twee zoontjes overleden op jonge leeftijd, drie zonen en drie dochters werden volwassen. Ze trouwden alle zes. Maar de drie zonen en de drie schoonzoons zijn reeds overleden. De drie dochters en twee schoondochters leven nog.

Vader Guillaume was eigenlijk een inwijkeling in Vaalbeek. Zijn Heverlese ouders waren: Victor Delang (°Heverlee 1866/ +Heverlee 1917) en Maria Van Nuffel (°Wilsele 1857). Bij haar huwelijk met Victor Delang in 1898 was Maria Van Nuffel reeds tweemaal weduwe (van Jean Stevens en van Fréderic Mathys). Zij had een zoon Stevens, twee kinderen Mathys: (Oscar) Joseph (°1883) en Marie (Cathérine) (°1886) en nog twee kinderen Van Nuffel, geboren tijdens haar weduwschap: François (°1894) en (Prosper) Guillaume (°1896). Deze laatsten werden “Delang” gewettigd bij haar huwelijk met Victor. Victor en Maria kregen daarna nog een dochter, Anna Delang (Net) (°1900). Victor was plafonneerder en hij woonde met zijn gezin: Naamsesteenweg 271 in Heverlee.
De ouders van Victor waren: Guillaume Delang en Anne Catherine Meeus, landbouwers in Heverlee.
De ouders van Maria waren: Remi Van Nuffel (+Wilsele 1876) en Marie Catherine Dewil (+Wilsele 1869).
In tegenstelling tot vader Guillaume Delang was moeder Octavie Verstappen uit echt Vaalbeeks hout gesneden. Het wemelt van de Verstappen’s in de Vaalbeekse registers. Haar ouders waren: Désiré Verstappen (°Vaalbeek 1854/ +Vaalbeek 1922) en (Anna Maria) Melania Rongé (°Korb.D.1862/ +Vaalbeek 1915).

Dat Maria en Hilda roots hadden in Korbeek-Dijle had ik nooit vermoed. Hilda woont zelfs recht over het huis waar haar grootmoeder, Melanie Rongé, is opgegroeid. Melanie was de oudste van de kinderen van Jacobus Rongé (Kaube Kui) (°Korb.D.1834/ +Korb.D.1915) en Anna Maria Berthels (°Korb.D.1835/ +Korb.D.1903).

De acht kinderen van Petrus Rongé (Piër van Kui) en Pauline Deboet, onder wie Mieke, Jan en Julia Rongé die in het voorouderlijk huis van Kui zijn blijven wonen, waren nichten en kozijns van Octavie Verstappen, de moeder van Maria en Hilda. Ook Tinne Van Pee (haar moeder, Octavie, was een zus van Melanie Rongé) en Rosalie Rongé (Rauzeke Tet) (haar vader, Engelbert, was een broer van Melanie Rongé) waren nichten van Octavie Verstappen. Maria en Hilda zijn achternichten van Suzanne Wauters (dochter van Julia Rongé) en van Pierre Rongé, de vader van Danny (de man van kapster Sonja). Zij zijn ook achternichten van Louis Sterckx (Lewie van Tinne Van Pee), van Marie Louise Rongé (Wis Nolle) en van Jozef Rongé (Jefke Boet).
In haar kinderjaren kwam Maria Delang met haar moeder, Octavie Verstappen, op familiebezoek in Korbeek-Dijle. Zij gingen bij de zus van grootmoeder Melanie, bij Octavie Rongé, die woonde waar nu de garage Letellier is, en bij de broer van grootmoeder Melanie, bij Piër, die woonde in het voorouderlijk huis op Ormendaal (het “huisje van halfweg” voor de Neerijsenaren die langs het Broek te voet naar Leuven stapten).


Langs hun grootmoeder, Melanie Rongé, zijn Maria en Hilda niet alleen familie van de nazaten Rongé in Korbeek-Dijle, maar ook van de Berthels’en, de Beersaerts’en en de De Van’s, want hun overgrootmoeder, Anna Maria Berthels, was een dochter van Jan Baptist Berthels (°Korb.D.1800/ +Korb.D.1878) en Anna Maria De Van (°Oud-Heverlee 1799/ +Korb.D.1863). De andere dochter van deze laatsten, Joanna Berthels, is getrouwd met Joannes Beersaerts. Zij waren de ouders van Victor Beersaerts (de Kwint). Anna Maria De Van had een voorkind, Jan Baptist De Van, de stamvader van alle De Van’s in Korbeek-Dijle met uitlopers in Oud-Heverlee. Mijn grootmoeder, Christina De Van, was een nicht van Melanie Rongé. Mijn vader, Jozef Letellier, een achterkozijn van Octavie Verstappen. En ikzelf een achterachterkozijn van Maria en Hilda. Geen haar op mijn hoofd had dat ooit gedacht.
Keren we nu terug naar Vaalbeek, naar de Verstappen’s.
Désiré Verstappen, de grootvader van Maria en Hilda, was een zoon van Theodorius Verstappen (°Oud-Heverlee 1810/ +Vaalbeek 1867) en Anna Maria Vanvlasselaer (°Vaalbeek 1818/ +Vaalbeek 1888).
Theodorius was een zoon van Francisca Verstappen (°Oud-Heverlee 1779/ +Oud-Heverlee 1846). Francisca moet een geweldige vrouw zijn geweest. Op 55-jarige leeftijd trouwde zij als “jonge dochter” met een 26-jarige jongman, Jan Baptist Vlasselaer.
Anna Maria Vanvlasselaer was een dochter van Jan Baptist Vanvlasselaer (°Oud-Heverlee 1782/ +Vaalbeek 1861) en Anna Maria Delqui. Zij zijn reeds betovergrootouders van Maria en Hilda en hun oudste Vaalbeekse voorouders. Alhoewel, “Oud-Heverlee” vóór 1800 kan ook “Vaalbeek” betekenen. Oud-Heverlee en Vaalbeek waren één parochie, en in de Oud-Heverlese parochieregisters maakte de pastoor normaal geen gewag van de woonplaats, Oud-Heverlee of Vaalbeek, van de dopeling, de trouwers of de overledene.


Maria en Hilda jullie zijn in Korbeek-Dijle eigenlijk in een kwart van jullie roots terechtgekomen, tussen een groot aantal verre familieleden. Dat jullie zich er nog lang en in goede gezondheid thuis mogen voelen.


Cyriel Letellier

dinsdag 4 maart 2008

Seniorennamiidag Congo Landelijke Gilde



Weerspreuk: De Veertig Martelaren

10 maart: Zoals ’t weder de 40 martelaren vindt,
Zo blijft het 40 dagen met zijn wind.
Hoewel Constantijn de Grote in 312 keizerrijk en christendom had verzoend, kwamen op buitenposten van het leger nog conflicten voor. Het verhaal der veertig martelaren wijst daar althans op, maar verdichtsel en waarheid lopen doorheen.
Tijdens een vinnige winter omstreeks 318 eiste de commandant van het Romeinse garnizoen te Sebaste, in Armenië, dat zijn manschappen een offer aan de goden zouden brengen. Veertig weigerden dat: ze waren christenen. Het is een dienstbevel werd hun gezegd, maar de soldaten bleven bij hun besluit, zodat de bevelhebber ertoe overging hen te dwingen – ze werden naakt op het ijs van een nabijgelegen meer gejaagd waar ze moesten blijven tot ze van mening veranderden of doodvroren. Aan de oever werd een vuur met een warm bad aangelegd om de keuze te vereenvoudigen. Het is mogelijk dat de commandant slechts een disciplinaire maatregel beoogde waarmee hij de dwarsliggers mores wilde leren. Als hulp voor overlopers stelde hij een paar schildwachten op voor hij zich naar de kazerne begaf. Hoorde hij dat de mannen gezamenlijk baden? Kon het hem iets schelen? Ze vroegen de hemel als enige gunst dat ze met veertig zouden blijven en niemand zwak werd.
Na enkele uren stierf het geluid weg. En bij het vallen van de nacht zag de schildwacht die het vuur onderhield iets ongewoons in de lucht: een groep sterren wentelde zich rond, de duisternis week open en in een lichtgloed daalden veertig engelen met gouden kronen naar de verstijfde mannen neer. Zij hadden gelijk, begreep hij, zij aanbaden de levende God, geen beelden van steen.
Op datzelfde moment maakte één soldaat zich van de groep los en kroop over het ijs naar het vuur. Ze waren niet langer met veertig! Zonder lang na te denken gespte de schildwacht zijn uniform los, smeet het in de sneeuw en rende naar de engelen en ineengezakte martelaren om in hun glorie te delen.
Hun lichamen werden de volgende morgen verbrand, maar veel mannen waren nadenkend geworden en verzamelden uit eerbied de as. In verschillende kerken en kloosters, vooral in het oosten, bewaart men er iets van, als herinnering aan de veertig gekroonden van Sebaste.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)

17 maart: Op Sint-Geertruid Komt de warmte de grond uit.