woensdag 3 december 2014

De Tweede Wereldoorlog - deel 13

Aardappelleveringen

Uit een brief van de gouverneur van 18.10.1940 aan de burgemeester in verband met het opeisingsbevel van aardappelen volgend citaat:

“De voortbrengers dienen te worden aangezet met offervaardigheid en eerlijkheid mede te werken aan ‘s lands bevoorrading. Van hunnen kant hebben de gemeentebesturen voor plicht met de hoogere overheid samen te ijveren, in de plaats van ongewettigde belangen der voortbrengers, ikzuchtige neigingen van een zeker gedeelte der bevolking of een misdadige woekerhandel te verdedigen of te bevorderen. Tegenover degenen die aan hun plicht zouden te kort komen, zal ik niet aarzelen de toepassing van tuchtstraffen uit te lokken.”

In een omzendbrief van 9.1.1941 in verband met de opeising van aardappelen staat vermeld: Luidens de van kracht zijnde besluiten bedraagt de prijs van de opgeëiste aardappelen per 100 kg 13 fr minder dan de normale aankoopprijs. Het verschil van 13 fr per 100 kg moet gestort worden aan een speciaal

Compensatiefonds van de Aardappelcentrale door de aangestelde expediteurs belast met het weghalen der opgeëiste waar.

Een brief van de provinciegouverneur van 17.1.1941 beveelt:

“De aardappelproducenten moeten ten laatste op 22 januari elke hoeveelheid knollen leveren die zij nog zouden bezitten boven het quantum voorzien in het besluit van 20.11.1940 gewijzigd door dat van 11.1.1941:

1) 750 gr. per persoon en per dag voor de voeding van hun gezin tot 14 juni 1941

2) 2.000 kg per ha voor hun beplantingen.”

Met een nota van 3.3.1941 worden de leden van het “Werk van den Akker”, die op kleine perceeltjes aardappelen en andere groenten verbouwen, eveneens aan aangifte-, productie- en vervoersregels onderworpen.

Een brief van 17.5.1941 aan de burgemeester luidt als volgt:

“Verleden jaar bleef, ter oorzake van het plotse verschijnen van de aardappelplaag en de aanwezigheid van de coloradokever, de aardappeloogst beneden alle verwachting. Het past dan ook, van nu af aan, maatregelen te treffen opdat de komende oogst zoude gevrijwaard blijven van deze vijanden.”

De omzendbrief aan de Gemeentediensten voor ravitaillering en rantsoenering van juli 1942 betreft de bevoorrading in aardappelen voor het tijdperk november 1942 tot juni 1943 ten gunste van zekere categorieën verbruikers (kroostrijke gezinnen, gezinnen van groot-invaliden, gezinnen waarvan de steun krijgsgevangen of gesneuveld is of wiens dood aan oorlogsomstandigheden te wijten is).

Na de bevrijding gingen de onderrichtingen over de bevoorrading in aardappelen verder in de lijn van de oorlogsonderrichtingen. Op 24.10.1944 werd er zelfs met internering gedreigd van al diegenen die de openbare orde verstoren door de levering van onmisbare verbruiksproducten systematisch en vastberaden te weigeren.

Kleinhandelaars

Lijst van kleinhandelaars welke, in uitvoering van het Besluit op de boterverdeling, voor de verkoop van boter in Korbeek-Dijle werden aangenomen: D’Hondt Frans, Nijvelsebaan 12

Verstraeten Henri, Kerkstraat 17.

In een brief van juni 1941 wordt aan de Gemeentelijke Dienst der Bevoorrading medegedeeld dat de kleinhandelaar belast met de verdeling van chocolade aan de schoolgaande kinderen is: Vrijdags Victor.

Vals rondschrijven

Een brief van 2.8.1941 aan de burgemeester maakt gewag van een vals rondschrijven van 28.7.1941 zogezegd van de Hoofdgroepering “VEE, VLEESCH en BIJPRODUCTEN” zeggend o.a. dat er een voorraad vleesconserven uit Duitsland bekomen werd en bijgevolg het te leveren contingent aanzienlijk kleiner zal worden, “zodat de opofferingen onzer veefokkers zullen verminderen. Gelieve nota te nemen dat uw gemeente voor de eerstvolgende twee weken van levering vrijgesteld is.”

Omtrent dit rondschrijven werd een onderzoek ingesteld door het Parket.

Er waren ook de diensten “Hoofdgroepering AARDAPPELEN” en “Hoofdgroepering GRAANGEWASSEN EN VEEVOEDERS”

Bloem

Een brief van 7.2.1942 aan de burgemeester zegt dat leveringen van bloem door de industriële bloemmolens aan de bakkers van onze gemeente in de nabije toekomst met vertraging kunnen geschieden omdat de leveringen van broodgranen van de gemeente niet overeenstemmen met de bepalingen voorzien bij besluit van 20.6.1941. De leveringen van de gemeente hadden op einde december j.l. de 70 % van de totale te leveren hoeveelheid niet bereikt.

(wordt vervolgd)

Cyriel Letellier