Altijd zijn we onderweg
van A naar B
of terug.
Heel gewone verplaatsingen
naar mensen uit vertrouwde kring.
Met de wagen,
met de fiets,
te voet.
Snel
of rustig.
Tijd om onderweg
te verwijlen bij onszelf
en bij de andere
of gewoon
te genieten van de weg.
Heel moeilijke verplaatsingen,
waarbij het moeite kost om de stap te zetten.
Bij ernstige ziekte,
bij meningsverschillen,
bij conflicten.
Schoorvoetend
of met vastberaden tred.
Met een mond vol woorden
of een luisterend oor.
Bij de terugkeer
teleurstelling
of opluchting.
Heel bijzondere verplaatsingen,
de pelgrimstochten van het zoeken naar onszelf.
In een sportprestatie,
in een nieuwe uitdaging,
op reis.
Ver weg of dicht bij huis
peilend naar diepe verbondenheid
met het eigen ik,
met de ander
of de gans Andere.
Maar ook in gedachten
zijn we altijd onderweg.
Zelden blijven we
in het hier
en in het nu.
Zelden zijn we
helemaal aanwezig.
Heer,
Gij die er altijd zijt,
ga met ons mee op weg.
Begeleid onze stappen,
verhelder ons zoeken,
versterk ons vertrouwen
dat alleen de weg
ons thuisbrengt
bij onszelf,
bij elkaar
en bij U.
Uit het boek Onderweg van Wies Merckx