zondag 27 mei 2018

Gelezen in TERTIO van 16 mei 2018

Dossier herbeginners

1 . “Ik ben geen overijverige christen”

Uit een artikel van Sylvie Walraevens

Herman Van Rompuy en christelijke spiritualiteit vormen geen verrassende associatie. Dat de religieuze interesse van de gewezen “EU-president” zich een weg terug moest banen na jaren van ongeloof, is verrassender. En inspirerend.

Het leergezag van de kerk spreekt Van Rompuy niet sterk aan: “Dat iemand mij zegt wat ik wel en niet mag doen of denken, stuit mij tegen de borst. Mensen kunnen heilig zijn, instellingen nooit. De encycliek Humanae Vitae was voor veel christenen een breekpunt. Ik ben een praktiserend christen en heb de visie van de kerk altijd intellectueel gevolgd, maar ze heeft voor mij geen exclusief moreel gezag. Wie in deze tijden christen blijft, volgt zijn geweten en beslist zelf. Mijn geloof sterkt mijn handelen indirect: ik weet nu des te beter waarom ik het doe, maar heb als gelovige mijn waarden niet moeten aanpassen”.

“Politiek vertaald ben ik voorstander van een gedeconfessionaliseerde christendemocratie: een lekenpartij die gebaseerd is op historisch christelijke waarden, maar zonder referentie aan kerkelijke standpunten. Zo was het kerstprogramma van de CVP in 1945 opgevat. In ethische kwesties maken die waarden wel degelijk het verschil met andere partijen. Het consensusmodel zit in de christendemocratie ingebakken”, zegt Van Rompuy.

2 . “Ik voelde dat ik iets kwijt was”

Uit een artikel van Ludwig De Vocht

Noortje Martens (1982) was elf jaar toen haar vader tot diaken werd gewijd. Haar ouders groeiden in hun geloof, maar een aantal traumatische sterfgevallen deden haar afhaken. Ze ging aan de slag in de bijzondere jeugdzorg tot een burn-out haar twee jaar geleden dwong te stoppen. Dat bracht een proces op gang dat ertoe leidde dat ze in Hasselt een opleiding Pastoraal werker in de zorg ging volgen.

“Onlangs keken we met het gezin naar de documentaire Blue Planet. Ik verwonder me over hoe alles zo ingenieus in elkaar steekt. Ik wordt daardoor overweldigd. Voor mij is God de gewaarwording hoe fantastisch alles in elkaar zit. God is liefde. Dat is mijn drijfveer. Daar begint het voor mij. Ik weet me bemind.”

3 . “Veel te laat heb ik U liefgehad”

Uit een artikel van Frederique Vanneuville

Opgegroeid in een echt katholiek nest liet Lode Caes het geloof toch meer dan eens los. Maar omgekeerd liet het geloof hem niet los en uiteindelijk gaf hij zelfs toe aan de roeping tot het diaconaat.

Opgebrand na een al te actief studentenleven stopte Caes vroegtijdig met zijn studies. Hij kwam toen ook tot het besluit dat het maar eens helemaal gedaan moest zijn met dat geloof. “Ik deed er niets meer mee, het paste niet meer in het plaatje. Ik trok de stekker eruit maart het voelde niet goed, alsof ik niet meer ademde. Ik heb dat flinterdun grondlaagje van geloof verder toch maar ongemoeid gelaten.” Kort daarna volgde een uitnodiging voor een Taizé-reis. Het leek de jongeman een leuk uitje en hij zegde toe. Het werd anders dan hij verwachtte: “Daar heb ik een ommekeer doorgemaakt.” Eenmaal terug thuis hoopte Caes gelijkgestemde zielen te vinden. Een vroegere medestudent van de sociale hogeschool bezorgde hem een lijstje van mensen die hij mocht contacteren. De eerste die hij belde, Rita Vanlangendonck, werd later zijn vrouw. “Eerst de uitnodiging voor de Taizé-reis, dan die namenlijst – het was genade op genade.”

”Ik vergelijk God weleens met een jojo – als je Hem weggooit, komt Hij toch steeds terug. In momenten van crisis bood Hij me soelaas, daarna gooide ik Hem weer weg. Maar op de duur groeide de zekerheid dat God er altijd is. Dat Hij ons bemint. Daar ben je op een gegeven moment geheel van doordrongen.”