woensdag 31 december 2008

Weerspreuk: Sint-Silvester

31 december: Silvesterwind met morgenzonneschijn, Geeft zelden goede wijn.
Laten wij beginnen met het slechte nieuws, de vaststaande feiten. De ingrijpende periode van paus Silvester die loopt van januari 314, kort nadat keizer Constantijn de Grote de christenen godsdienstvrijheid had verleend, tot 31 december 335, toen het christendom de hoofdreligie van het Romeinse Rijk was, kan men vrijwel beschrijven zonder Silvester daarin te betrekken. De twee concilies van die tijd, in Arles en Nicea, werden onder keizerlijk toezicht georganiseerd en voorgezeten door diverse bisschoppen, maar niet door de bisschop van Rome, die er evenmin aan deelnam. Men vond het voldoende hem de besluiten toe te zenden, met het verzoek die aan de gemeenten door te geven. Constantijn, zelf niet gedoopt, wilde zoveel mogelijk greep hebben op de Kerk en zag in de paus derhalve een storende factor. Hij liet hem links liggen of hield hem rustig met schenkingen. Zo is de bouw van de Sint-Jan van Lateranen en de Sint-Pieterskerk vooral aan Constantijn te danken. In de oude verslagen over Silvesters pontificaat gaat driekwart van de ruimte dan ook op aan een lijst van geschonken terreinen en gebouwen, want over de bijna 22-jarige duur van zijn bewind viel weinig anders te vertellen.
En nu het goede nieuws, de legende. Een half-absente paus in een zo belangrijke tijd voldeed de mensen immers niet. Constantijn was melaats wat alleen kon worden genezen door een bad in kinderbloed. Maar in de nacht voor het doden van de kleinen verschenen hem Petrus en Paulus met de opdracht, Silvester te laten roepen. Deze doopte de keizer, die ter plekke genas. Spontaan besloot hij de paus het Lateraans paleis te geven, geleidde hem daarheen - Silvester zat te paard, Constantijn hield de teugel - en reikte hem knielend de tiara aan. Later wilde hij hem zelfs de keizerlijke macht overdragen, wat Silvester afwees. Maar toen Constantijn de rijkszetel naar Constantinopel verplaatste, was de paus bereid het gezag over Italiƫ op zich te nemen, wat werd vastgelegd in een decreet, bekend als de Schenking van Constantijn. De legende draaide, in het kort gezegd, de rollen om. Teneinde geloofwaardig te blijven schreef ze Silvester opvallend weinig wonderen toe, haast alleen de opwekking van een doodgeslagen stier, hetgeen hem tot patroon van de veestapel maakte. Mensen stelden zich niet onder zijn hoede.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.