gebeurd is,
kan niet meer worden uitgewist.
Geen wonder maakt dat ongedaan,
voor altijd blijft er iets van over:
in gedachten, in gevoelens
of in letterlijke pijn.
Geen mens misloopt
de school van lijden.
Maar ik mag wel leren
uit de resten van het geleefde leven.
God, ook Gij verdoezelt niets,
Gij maakt mij niet immuun.
Gelukkig zijn er mensen,
zo lief als Gij,
die mij een schouder lenen,
en eindeloos geduldig zijn.
Door hen geeft Gij bescherming,
nabijheid, wijsheid, kracht.
Gekwetst of erg geschonden,
Gij neemt het op voor mij:
bij U mag ik op adem komen,
geen mens gaat ooit verloren.
Uit het boek Onderweg van Wies Merckx