zondag 25 mei 2008

André Berthels en Rita Leys


Toen ik schreef over Josephine Bauwens (Fin Koek) en over de Korbeekse Berthels’en, in Kerk en Leven van 26.5.2004, kondigde ik reeds aan dat ik de Berthelstak van André Berthels (°1961), getrouwd met Rita Leys (°1966), ook eens onder de loep zou nemen. Vandaag gebeurt dat. Maar eerst hun nageslacht: André en Rita hebben drie dochters: de tweeling Ellen en Dorien, en Lori. Hierbij een foto van André en Rita in hun achtertuin.

Andrés voorvaderen Berthels blijken in Heverlee-Terbank verankerd te zijn geweest. Zijn Berthelstak kan ik niet verbinden met de Bertems-Korbeekse Berthelsstam. Terwijl in Bertem in sommige takken alleen maar de h is weggevallen, is er in de tak van André met de spelling van de naam Berthels dikwijls een loopje genomen.

Zes generaties vóór André was er: Petrus Berthels (meestal staat hij als Bettens vermeld) (°ca 1750) die trouwde te Heverlee in 1775 met de Korbeekse Anna Maria Peeters (°Korb.D.1748/+Heverlee 1823). Zij kregen zeven kinderen, waarvan de naam op vijf verschillende wijzen werd gespeld: Bettens, Betels, Bertels, Berthels en Bettels.

Hun oudste was: Petrus Bettens (°Heverlee 1776/+Heverlee 1838). Hij trouwde in 1823, te Heverlee voor de wet en te Sint-Joris-Weert voor de kerk, met de ruim 25 jaar jongere Weertse Maria Anna Peeters (°Sint-Joris-Weert 1802/+Heverlee 1858).
Bij de volkstelling van 1827 woonden zij in de Heverlese Wijk A, in huis nr. 2. Petrus’ broer Jan woonde met zijn gezin in huis nr. 1. (Wijk A was het huidige Terbank, Wijk B Egenhoven, Wijk C de Naamsesteenweg en Wijk D Park.) Petrus en Maria Anna waren landbouwers en hadden een “dienstbode”. Petrus staat hier vermeld als Peeter Berthels.

Bij de volkstelling van 1830 wordt Wijk A “de Oude Brusselsche Poort” genoemd. Peeter Berthels woont nog in huis nr. 2, en is nog steeds landbouwer. Er wordt ook nog vermeld dat hij en zijn gezin “Roomsch” zijn. Ik herinner mij nog uit mijn jeugdjaren dat de oudere mensen toen niet spraken van “Terbank”, maar van “aan de Poort” (oon de Paut). “Terbank” was de naam van de voormalige priorij, het huidige Medisch-Pedagogisch Centrum voor buitengewoon onderwijs. Tegenover de priorij stond een Mariabeeld, geflankeerd door twee engelen. De stenen bank ervoor, in de loop der tijden erg afgesleten door de vereerders, lag mogelijk aan de basis van de plaatsnaam Terbank (uit het boek “Heverlee 1846-1976” van Rik Uytterhoeven en Chris Morias). In 1790 noteert de pastoor van Heverlee het overlijden “propé Terbanc” (nabij Terbank) van Elisabetha Sottias, weduwe van Petrus Berthels. Deze Petrus en Elisabetha waren mogelijk voorouders van André uit de zevende of achtste generatie vóór hem. Maar dat heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen.

In het bevolkingsregister van 1844 is er een nieuw gezinshoofd: Jean Smets. Peeter Berthels overleed in 1838 en Maria Anna Peeters was hertrouwd in 1839 met Jean Smets uit Leefdaal (°1814). Dit maal was haar man ruim twaalf jaar jonger dan zij. Hij zou nog hertrouwen na haar overlijden.
Jean Smets, landbouwer, had de zorg over de vijf kinderen van Maria Anna met Peeter Berthels en over één dochtertje van hemzelf met Maria Anna. Waarschijnlijk hetzelfde huis was nu huis nr. 42. Het huis van schoonbroer Jan was nu huis nr. 43.

Eén van de zonen van Peeter Berthels en Maria Anna Peeters was:
Jean Berthels (°Heverlee 1834/+Heverlee 1886). Hij vertrok naar Baisy Thy (bij Villers-la-Ville) in Waals-Brabant in april 1866 maar kwam na drie maanden reeds terug. Misschien heeft hij daar een boerderij willen overnemen maar is dat niet gelukt.
Na zijn huwelijk in 1869 met de Terbankse landbouwersdochter Anne Marie Mathieu (°Leuven 1842/+Heverlee 1908) verhuisden zij naar een boerderij Tervuursche steenweg nr. 49. De ouderlijke boerderij, in die periode Tervuursche steenweg nr. 58, was overgenomen door één van Jean’s broers.
Jean en Anne Marie kregen in nr. 49 zeven kinderen. De tweede jongste was Pierre Joseph. Na het overlijden van vader Jean zijn moeder Anne Marie (Mieke) en haar kinderen verhuisd naar een boerderij in Egenhoven, Termunckstraat nr. 4.

Zoon Pierre Joseph Berthels (Jef van Mieke) (°Heverlee 1881/ +Heverlee 1971) trouwde te Heverlee in 1902 met Julienne Amandine Beersaerts (Dinne) (°Heverlee 1877/+Heverlee 1949). Zij was een nicht van Victor Beersaerts (de Kwint) in Korbeek-Dijle. Haar vader, Joseph Beersaerts (°1834), was een broer van de vader van de Kwint, Joannes Beersaerts (°1837). De vader van Joseph en Joannes was Jan Baptist Beersaerts, zager van beroep wonende in Heverlee. Dinne was een buurmeisje van Jef van Mieke want zij woonde met haar ouders in Egenhoven, in de Termunckstraat nr. 5. Eens getrouwd ging zij inwonen op de boerderij bij haar man en zijn moeder. Pierre Joseph en Julienne Amandine kregen drie kinderen: eerst twee dochters en dan een zoon, Louis.

Louis Berthels (Pieter van Jef van Mieke) (°Heverlee 1908/+Leuven 1997) trouwde te Korbeek-Dijle in 1933 met zijn achternicht Louise Beersaerts (Wis van de Kwint) (°Korb.D.1913/+Heverlee 1997). Louis en Wis kregen vier kinderen: twee zonen en twee dochters. De derde in de rij was Albert.

Albert Berthels trouwde met Agnes Leus (later gescheiden). Zij kregen vijf kinderen. André is de tweede in de rij.

André Berthels trouwde met Rita Leys. En zo is de cirkel rond.
Ook André en Rita zijn familie van mekaar, in de achtste graad. Zij zijn achterachternicht en achterachterkozijn langs de Creffier’s. De overgrootmoeder van André, Josepha Creffier (Fin Kwint) was een zus van de overgrootmoeder van Rita, Maria Creffier (Merie Koe).
André, ik heb dus niet kunnen aantonen dat je familie bent van de Bertems-Korbeekse Berthels’en, maar Bertem en Terbank liggen zo dicht bij mekaar dat het bijna niet anders kan dan dat de twee takken op één stam zijn geënt. De gemeenschappelijke voorvader blijft niettemin verborgen in de blijvende nevelen van de jaren 1500 of de (nog) niet opgetrokken nevelen van de jaren 1600.
Cyriel Letellier