woensdag 30 april 2008

Weerspreuk: Sint-Philippus

1 mei: Als Sint-Philippus regent,
Is de oogst gezegend.
Philippus en Jacobus de Mindere
Christus wees twaalf apostelen aan: Simon genaamd Petrus, Andreas, Jacobus de Meerdere, Joannes, Philippus, Bartholomeus, Thomas, Mattheus, Jacobus de Mindere, Judas alias Thaddeus, Simon de IJveraar en Judas Iskariot.
Hun taak was het uitdragen van de boodschap van Christus, waarvoor hij hun volmachten verleende, zoals het bezweren van onreine geesten en het genezen van zieken. Ook aan waarschuwingen ontbrak het niet: ‘Ik zend u als schapen midden onder de wolven, weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.’ De twaalf waren altijd in de nabijheid van hun leermeester en het evangelie geeft herhaaldelijk verslag van vragen die zij hem stelden.
Judas Iskariot verried Christus en pleegde zelfmoord, zodat zijn plaats openviel. Daarom kozen de resterende elf na de kruisiging een opvolger, Matthias, die als nieuwe nummer twaalf gold.
Paulus hoorde als christenvervolger natuurlijk niet tot de apostelen, maar speelde na zijn bekering een zo prominente rol, dat hij evengoed wordt meegeteld.
Dat Philippus en Jacobus de Mindere hun feestdag delen, komt doordat hun relieken op dezelfde dag in dezelfde kerk, de Santi-Apostoli in Rome, werden geplaatst. Over Philippus is weinig bekend: hij zou het geloof hebben verkondigd in Griekenland en Klein-Azië en net als de andere apostelen, Joannes uitgezonderd, op een gewelddadige manier aan zijn einde zijn gekomen, namelijk door kruisiging met het hoofd naar beneden. De opgegeven jaartallen variëren van 54 tot 90 en zullen wel op fantasie berusten.
Van Jacobus de Mindere is de naam op te vatten als de Jongere, zoals men in veel bijbelvertalingen ook leest, maar de minder correcte bijnaam is nu eenmaal ingeburgerd. Volgens een overlevering leek hij sterk op Jezus. Dat Judas bij zijn verraad zei ‘die ik zal kussen, hij is het, neem hem vast’ moest dus beletten dat de verkeerde werd ingerekend, maar zoals bij alle oude verhalen moeten we rekening houden met vrome versierlust. Jacobus bleef als enige apostel in Jeruzalem, een stad die iedereen wel eens aandeed. Hij was de verbindingsman bij uitstek, bij hem vonden besprekingen plaats over de relatie tussen jodendom en christendom. Toen Petrus door een engel uit de gevangenis werd bevrijd was zijn eerste woord ‘geef dit aan Jacobus en de broeders door.’ Maar hoe discreet het hoofd van de Jeruzalemse gemeente ook handelde, hij kon niet onopgemerkt blijven. Omstreeks het jaar 62 lokten Farizeeën Jacobus in de val en werd hij bij de tempel gestenigd.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.