woensdag 26 februari 2020

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Vlaanderen missieland?

Reeds in 1943 werd in Frankrijk een boek gepubliceerd met als titel: La France, pays de mission? Kerk is inderdaad missie. Om echter aan het idee ‘missiegebied’ te wennen is meer nodig. Realistisch gezien is het wél zo, vermits vele mensen vervreemd zijn geraakt van het kerkgebeuren en van het evangelie. Past hier de uitspraak van de evangelist Lucas dat we moeten ‘zoeken en redden wat verloren is’ (Lc 19,10)?

De missie-ervaring leert ons dat de kennis van de Schrift essentieel is. Elke bijeenkomst van de gelovigen zou moeten beginnen met een Schriftlezing en commentaar daarop. In onze gemeenschappen ontbreekt vaak een Bijbelcultuur. Vandaar dat we geen woorden hebben om over geloof te spreken. We durven blijkbaar niet uitkomen voor ons geloof, onze vieringen zijn soms vlak en zonder enthousiasme, er wordt dan maar weinig ‘gemeenschap gevierd’. We kunnen nog wel bouwen op een culturele ondergrond die christelijk is en op wat vandaag nog uit een relatief ondiepe ondergrond opgediept kan worden. Maar expliciete verkondiging is echt wel nodig en dringend.

Mensen hebben het recht om Christus te ontmoeten en hem te leren kennen. Groeiende geloofsinteresse is te merken bij sommige jongeren die een frisse nieuwsgierigheid tonen. Nieuwe bewegingen vinden langzaam hun weg en elk jaar dienen zich meer catechumenen aan. De houding van gelovigen is bepalend voor de toekomst van de Kerk in Vlaanderen en de collegialiteit en samenwerking onder de vrijgestelden staat garant voor een geloofwaardige Kerk.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)

woensdag 19 februari 2020

Een ferme Maria Lichtmis


Op zondag 2 februari 2020 was er in de kerk van Korbeek-Dijle een woord- en communiedienst als herdenking van de opdracht van de Heer in de tempel. De dienst werd verzorgd door Ferm (het vroegere KVLV) en voorgegaan door Maria Maginelle.

Bij de zegening van de kaarsen baden wij samen:



God, Gij zijt de bron en het begin van alle licht. Als Gij spreekt dan wijkt het duister, dan wordt ons leven helder. Wij vragen U: zegen deze kaarsen en verhoor het gebed van ons allen. Mogen deze kaarsen licht en warmte brengen in de gezinnen die ze branden. Mogen ze ons eraan herinneren bij dagen van vreugde en verdriet, dat U het bent die voor ons zorgt en ons brengt naar de plaats waar licht en vreugde blijven tot in eeuwigheid.



Hierbij enkele foto’s van de viering.







In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Kerk-zijn morgen: samen zoeken naar waarheid

De Kerk verlangt dat alle mensen gelukkig zijn. Dat was het ook wat Jezus bedoelde: dat mensen het leven mogen vinden en integraal mens kunnen zijn. Geluk heeft dan ook persoonlijke, relationele, professionele, sociale, politieke en mystieke aspecten. Jezus beleefde dat zelf en daarom voelden andere mensen zich gelukkig bij hem. Hij was letterlijk ‘geloof-waardig’. Een goed mens berekent niet. Een oprecht mens zegt wat hij doet en doet wat hij zegt.

Geloofwaardigheid en waarachtigheid horen samen. Waarachtigheid betekent: in de waarheid staan. Het is een belangrijke taak van de Kerk: samen zoeken naar de waarheid.

Niemand gaat trouwens graag om met leugenaars. Liegen is iets wat een natuurlijke afkeer of walging doet ontstaan. Liegen leidt tot nog meer leugens, om te zeggen dat men niet gelogen had.

De vraag naar waarheid staat nochtans in onze genen geschreven. De Schrift vertelt hoe het volk van God, van Abraham tot Joannes de Doper, op zoek was naar waarheid. Maar het verloor zich dikwijls in leugen en bedrog. Of het verloor zich in wetten en bepalingen waarmee het krampachtig de uitverkiezing van Jahwe wilde vasthouden.

Hoe bevrijdend was de komst van Jezus? Hij heeft laten zien wat de Schepper bedoelde met de mens. Wat is de waarheid in verband met de mens? In Jezus’ leven vinden we ‘antropologie’, de waarheid over de mens.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)

zondag 16 februari 2020

woensdag 12 februari 2020

Gelezen in TERTIO van 22 januari 2020: De geur van zweet

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Incarnatie

Delen in het leven van de mensen is halt houden bij de zieken en gekwetsten: daar ging de aandacht van Jezus naartoe. Dit principe maakt van de Kerk een gemeenschap die aandacht heeft voor de kleinen, de zieken, eerder dan een gemeenschap die met zichzelf bezig is. Het model van de barmhartige Samaritaan wijst erop dat de in zichzelf gekeerde priester en leviet geen verlossing brachten. Ze waren enkel bezig met zichzelf en met wat de Wet hen gebood of verbood.

Christus was bij dag een en al oor voor zijn mensen en ’s nachts ging Hij op de berg bidden, converseren met zijn Vader. Dat is wat paus Benedictus XVI ons meegaf: ‘De eucharistieviering is niet af indien ze niet gevolgd wordt door dienstbaarheid, door diaconie.’ Het zou geen teken van incarnatie zijn indien we de liefde die we van God ontvangen hebben alleen maar voor onszelf zouden houden en niet doorgeven. Eucharistie is het lichaam van Jezus breken en delen als brood en het bloed drinken als wijn. Zo leren we onszelf te delen met anderen. Toen Hij de voeten van de leerlingen gewassen had, was zijn commentaar: ‘Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat jullie ook zo zouden doen.’ En na de instelling van de eucharistie klonk het: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis.’ Toen de menigte te eten moest gegeven worden met vijf broden en twee vissen zei Hij: ‘Geven jullie henzelf te eten.’ Zo concreet raakt God ons aan.

Incarnatie is luisteren, contempleren. Daaruit groeit de pastorale houding van luisteren naar het Woord van God en tegelijkertijd naar de mensen. Reeds in Exodus sprak God: ‘Ik heb de roep van het volk gehoord’ en in het Nieuwe Testament lezen we: de goede herder kende de stem van zijn schapen en de schapen kenden zijn stem. Christus is ook geïncarneerd in de zieke, de arme, de hulpbehoevende. Zei Hij niet: ‘Watje aan de minsten van de mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan’?

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)

woensdag 5 februari 2020

Gelezen in TERTIO van 22 januari 2020: “In Calais zie je overal prikkeldraad”

Uit een artikel van Kelly Keasberry

In juni verruilde de oud-katholieke* priester Johannes Maertens Calais voor Londen. Een bewuste keuze nadat hij drie en een half jaar ooggetuige was van de situatie van vluchtelingen: “Ik had een break nodig, ik kon al het lijden niet meer aan. Eerst ben ik teruggekeerd naar het oud-katholieke klooster in Temse voor rust, maar daarna ben ik naar Londen vertrokken omdat ik niet volledig niets kon doen.”

“In Calais heb ik enorm veel menselijk lijden gezien”, getuigt de priester. “Er zijn momenten geweest waarop ik genoeg had van al dat lijden, waarop ik vroeg aan God: ‘Waarom grijpt U niet in? Beëindig dat toch, die menselijke vrijheid, want we kunnen er niet mee om’. Je ziet politieagenten die gedwongen worden om ontmenselijkende dingen te doen. Je ziet hoe men tegemoet probeert te komen aan reële vragen, maar tegelijkertijd is er de druk van de politiek, van de kiezer die geen vluchtelingen wil. Een overheid de enerzijds voorziet in toiletten en voedselbedeling en anderzijds tentenkampen vernietigt, heeft mij wel een beetje mijn geloof doen verliezen in overheden en hoe we zulke problemen ooit via een georganiseerde democratie moeten oplossen. De democratie is het beste systeem dat we hebben, maar wel een dat mensen verdeelt. We moeten als maatschappij toch eens serieus nadenken over hoe we polarisering kunnen tegengaan en een democratie creëren die mensen samenbrengt.”

*Oud-katholieke kerken danken hun ontstaan aan de afwijzing van het Romeinse kerkcentralisme. Later wezen zij ook het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid en het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis af.

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Geloven is …

Geloven is verder kijken, loslaten, de moed hebben op te trekken.

Geloven is goed weten vanwaar je vertrekt en met wie je op weg gaat.

Geloven is zorgen voor anderen, oog hebben voor anderen. Het verhaal van Kaïn en Abel, al bij het begin van de mensheid, wijst op de verantwoordelijkheid voor het geluk van onze broeders en zusters.

Geloven is ook klaar staan voor de reis, zoals het uitverkoren volk, het avondmaal gebruiken als ze volledig uitgerust zijn voor de tocht, of zoals Elia die veel moest eten omdat de reis lang zou zijn.

Geloven is een relatie opbouwen met God, de Vader van alle mensen, en van bij hem naar de mensen toegaan.

Geloven is de stem erkennen die zegt: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem’.

Geloven doet men samen, leert men samen, deelt men samen. Pas dan is de stem te horen die de leerlingen op Tabor hoorden, pas dan is het mogelijk om met hem op te trekken naar Jeruzalem.

Geloven is geen geheim. Mensen moeten kunnen zien wat christenen motiveert om te leven en te handelen.

Geloven is ‘de ogen gefixeerd houden op Jezus’. Dit komt tot uitdrukking in het eucharistisch samenleven in onze gemeenschappen. Bij dat eucharistisch gebeuren hoort ook de voetwassing en Jezus spreekt er met zijn leerlingen over de verhouding tot zijn Vader.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)