woensdag 8 mei 2019

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Bidden met Maria

Het Weesgegroet zet Jezus in het midden, bewust van de middelaarscapaciteit van Maria. De naam van Jezus uitspreken is denken aan de moeder die op aanraden van de engel die naam gegeven heeft in de tempel. ‘God redt’ zegt zij bewust omdat zij in haar taal de etymologie kende. Onze naam in het doopsel geeft ons vaak verbondenheid met heiligen, met mensen die God uitgestraald hebben en in gemeenschap met de Kerk leefden. Onze doopnaam is hoe dan ook een gebed, in eenheid met de mystieke gemeenschap van het gelovige volk, levenden en doden.

Het Mariagebed is eenvoudig, bescheiden, schroomvol.

Toch was zij erbij toen de leerlingen baden en van de aanwezigheid van de Geest hun opdracht kregen om te gaan verkondigen en vieren met de gemeenschap. We laten ons in bezit nemen om te kunnen getuigen en uit te nodigen tot gebed.

Bidden heeft twee facetten: diep in het geheim van God treden en naar hem luisteren en tevens getuige zijn van zijn liefdevolle aanwezigheid.

Bidden is zoals Maria aanwezig zijn waar de leerlingen vertrekken om te gaan getuigen op de pleinen en in de straten

Bidden is zoals Maria opmerken dat er geen wijn meer is, en tussenkomen.

Bidden is lijden samen met vele lijdende mensen.

Bidden is tevens hopen op de toekomst met de verrezen Heer, omdat bidden verder doet kijken dan het waarneembare – lijden of vreugde.

Bidden is een perspectief van rust scheppen in het leven.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)