woensdag 15 mei 2019

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Maria en roeping

Maria is vol van de Geest. In onze roepingsgeschiedenis hebben wij een onderscheiding van de Geest gemaakt. Misschien vroeger minder uitgesproken dan nu. We moesten zien of het wel een echte roeping was. Was het de Geest die riep of waren wij aan het roepen? Bij Maria was het duidelijk, zo vertelt ons de Schrift. Van toen af leefde zij vanuit de Geest. Moeder van de Zoon van de allerhoogste. Zij was er alleen maar op uit om ‘de wil te doen van hem die haar overschaduwd had’. Maria wordt afgebeeld als degene die luistert. ‘Shema Israël’ (Hoor Israël) is het eerste gebod en ze bewaarde alles in haar hart.

Dit is voor ons essentieel geworden: luisteren naar het Woord van God en luisteren naar de mens tot wie wij ons richten. Luisteren is zo belangrijk. Zoals leren het leraar-zijn voorafgaat, zo moeten we luisteren vooraleer we kunnen spreken. Maar hoe luisteren wij? Als iemand die een boek van geschiedenis leest om het in de klas te vertellen? Maria luisterde niet zozeer om te kunnen voortvertellen, ze luisterde met haar hart naar God, naar de mensen. Daarna zien we haar in dienst van Elisabet, van de bruiloft, van de apostelen. Het was niet omdat iemand haar iets opgedragen had dat ze dienstbaar was. Haar dienstbaarheid volgde spontaan op het luisteren met haar hart. Men zegt vaak dat opvoeden een zaak is van het hart. Inderdaad, luisteren met het hart bepaalt de houding die we moeten aannemen en als gevolg de woorden die we moeten spreken.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)