woensdag 28 november 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De straat op

De liturgie is een machtig middel in de pastoraal: het werken met symbolen onder Christus’ garantie is en blijft bron en einddoel van alle kerkelijke activiteit. Maar vaak is liturgie onderwerp van heel veel klachten. Het moet toch mogelijk zijn om binnen een universeel herkenbare liturgie veel creativiteit en spontaneïteit aan de dag te leggen. Overigens, de warmte van de liturgie komt niet in de eerste plaats uit wat je doet, maar uit hoe je het doet. Klassieke teksten, liederen en gebaren gaan plotseling leven door het spreken en handelen van een diepgelovige en volksgevoelige celebrant en op de lippen van een gelovig enthousiaste gemeenschap. Liturgie moet ook ontvangen kunnen worden door de mensen en niet alleen maar goed bewaard. Daarvoor heb je wat kennis nodig van liturgie, Schrift, traditie, creativiteit en muziek. Daarnaast is er behoefte aan niet-eucharistische liturgie: waken, aanbidding, vesperdiensten, vrije bezinningen, bedevaarten, uitwisseling… Met prediking en gebed moeten we ten slotte hoognodig uit de traditionele ruimtes breken. Misschien wel de straat op? Onze prediking blijft vaak onder de maat: ze is zo weinig bijbels, horizontaal moraliserend, een late of verdwaalde echo van 1968. ‘Je hoort er zo weinig over God’, zeggen veel mensen. Een eerlijke getuigenis uit het leven van de predikant slaat altijd aan. Daarvoor moet er uiteraard eerst ervaring en religiositeit bij hem zijn, want niemand geeft wat hij niet bezit.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)