woensdag 27 juni 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De grondkleur van christen zijn

Wij christenen mogen niet hopen dat we bij iedereen in de smaak vallen en dat iedereen ons zal prijzen en danken. Als ze niets dan goed van je zeggen, zei Jezus al: ‘Wee u! Want dat deden ze al met de valse profeten.’ Sommige christenen kunnen niet tegen kritiek. Ze betrekken kritiek meteen op de kerk en zeggen: ‘Had de kerk maar niet zoveel fouten, dan zou iedereen wel christen willen zijn.’ De besten zeggen: ‘Had ik maar niet zoveel fouten en schuld, dan zou het met de kerk en haar publieke imago veel beter gaan.’ Misschien. Want fouten houden de mensen tegen. Maar zelfs als de paus perfect was, de bisschoppen en de priesters en ook wij, dan nog zou er tegenstand zijn, en vervolging. Jezus heeft alles goed gedaan, hij had geen fouten. Toch is hij geëindigd op een kruis. Nee, er zit iets in de wereld en in de mens – en in ons allemaal – wat onverklaarbaar is: we verdragen niet dat God is zoals hij is. Dat is het oerkwaad waarover het Boek der Schepping het al heeft. Het is een wezenlijke trek in het portret van elke echte christen: dat hij vervolgd zal worden. En des temeer naarmate hij een betere christen is. ‘Wat ze met mij hebben gedaan,’ zegt Jezus, ‘zullen ze ook met jullie doen.’ De christen lijdt vervolging, dat is de grondkleur van zijn zelfportret.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

zondag 24 juni 2018

Het kruim van de boerenstand in Korbeek-Dijle in de 19de eeuw - deel 6

2 . Het oud Korbeeks boerengeslacht Mommaerts (vervolg)

Op 24.11.1862 gaan Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses) en zijn zus Maria Theresia een lening aan op 10 jaar van 3.000 fr van een particulier in Leuven voor notaris Vanorshoven in Tervuren “in geldmunten, hier geteld en waarlijk afgegeven”, ieder voor de helft, aan 5 % ’s jaars. Zij gaven elk een perceel land van respectievelijk ongeveer 1 ha en ongeveer 74 a in onderpand. Mogelijk kochten zij met het geld eigendommen van één van hun broers of zus Maria Coleta om het familiebezit te vrijwaren.

Op 1.12.1873 sluit Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses) een huurovereenkomst (het jachtrecht niet inbegrepen) met Guilielmus Vancampenhout, koopman in gist te Charleroi voor een termijn van 12 jaar vanaf 30.11.1873 tot 30.11.1885, voor twee percelen, samen 1ha 82a 23 ca, voor de jaarlijkse pachtprijs van 250 fr in gangbare gouden of zilveren munten. Pachtprijs per ha: 137,19 fr.

Op 30.5.1885 wordt de nalatenschap van Joannes Franciscus Mommaerts en zijn vrouw Maria Catharina Vermeulen verdeeld onder hun kinderen:

- Coletta (1848-1891)

- Josephus (1850-1931)

- Philippus (1852/ + vóór 1888)

- Angelica (1857-1890)

- Maria (1861-1893)

toen allen ongetrouwd, landbouwers en samenwonende te Korbeek-Dijle.

De nalatenschap omvatte:

-onroerende goederen: 2ha 77a 65ca + een huis met aanhorigheden, samen geschat op 13.122 fr. Voor ieder kind: 2.624,40 fr.

-roerende goederen: vee, paarden, meubels, landbouwgetuig, graan en vruchten op het veld, geschat op: 6.278 fr, min een passieve massa van 8.057,58 fr geeft een negatief saldo van -1.779,58 fr of -355,92 fr per kind.

Op 3.6.1885 schreef Coletta Mommaerts haar testament te Korbeek-Dijle, en dat wordt geregistreerd op 25.3.1891, elf dagen na haar dood op 14.3.1891. Zij geeft al wat zij op hare sterfdag zal nalaten aan haar broers Philippus en Josephus en haar zus Maria en aan de langstlevende onder hen indien er één of meerdere voor haar zouden sterven.

Op 27.4.1900 is er de deling tussen Jozef Mommaerts, Jan Baptist Sterckx (weduwnaar van Angelica Mommaerts), handelende als vader en wettige voogd van Frans en Maria Sterckx, en Jozef Van Geel (weduwnaar van Maria Mommaerts), handelende zo in eigen naam dan als vader en wettige voogd van Herman Van Geel.

De te verdelen goederen zijn: -1ha land in het Overhoutveld

-89a land in de Pompdelle

De verdeling gebeurt als volgt:

- Jozef Mommaerts krijgt: -74a 72ca in het Overhoutveld

-35a 44ca in de Pompdelle

- Jozef Van Geel krijgt: -25a 28ca in het Overhoutveld

-21a 97ca in de Pompdelle

- Frans en Maria Sterckx krijgen (ieder voor de helft): 31a 59 ca in de Pompdelle.

De reeds versnipperde goederen van het Hof van Overbist worden nog maar eens versnipperd. (wordt vervolgd)

woensdag 20 juni 2018

Het kruim van de boerenstand in Korbeek-Dijle in de 19de eeuw - deel 5

2 . Het oud Korbeeks boerengeslacht Mommaerts

In de jaren 1600 en 1700 waren de Van Kildonck’s, de Boogaerts’en en vooral de Mommaerts’en de toonaangevende boerengeslachten in Korbeek-Dijle. De Mommaerts’en hebben het nog volgehouden tot in de jaren 1800 en 1900.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 22.10.1830 werd Franciscus Ludovicus Mommaerts (1768-1844) verkozen tot schepen onder burgemeester Carolus De Coster (burgemeester van 1830 tot 1836).

Op 31.10.1835 huwde Carolus De Coster met Maria Theresia Mommaerts, een dochter van Franciscus Ludovicus.

In 1836 kwam er voor beiden een einde aan hun mandaat als burgemeester en schepen.

Op de gemeenteraad van 28.2.1837 werd Franciscus Ludovicus herbenoemd tot lid van het Bureel van Weldadigheid. Hij was er lid van sinds 1819 en bleef lid tot aan zijn dood in 1844.

Een hoogtepunt in de evolutie van de Mommaerts’en was de aankoop door Franciscus Ludovicus en zijn vrouw Maria Elisabeth Decoster (1778-1846) in juni 1839 van het Hof van Overbist aan de Veeweide, samen met de omringende grond tot tegen de Putstraat en een perceel land in de Lazendel, in totaal 4ha 31a 04ca, voor de prijs van 15.000 fr. Zij kochten dat alles van hun schoonzoon Carolus De Coster (1800-1841).

Franciscus Ludovicus Mommaerts was nu eigenaar van zijn boerderij wat zijn voorvaderen niet konden zeggen. Zij waren pachters van hun hoeve. Ook Franciscus Ludovicus was nog pachter geweest van het Hof van Luezenborg-Blyenberg.

Luezenborg was in 1810 afgebroken door Ambrosius Goubau en vervangen door de hoeve Blyenberg.

De ouders van Franciscus Ludovicus, ook pachters van Luezenborg, Petrus Mommaerts (1730-1779) en Catharina Elisabeth Coeckelberghs (1732/+ na 1797) waren het eerste koppel Mommaerts-Coeckelberghs in Korbeek-Dijle. Catharina Elisabeth was de zus van Engelbert Coeckelberghs, grootvader van Josephus Coeckelberghs. Zij kwamen van het Hof van Rotspoel in Egenhoven.

Nadien volgden nog Josephus Coeckelberghs in zijn eerste huwelijk met Maria Catharina Mommaerts, de oudste dochter van Franciscus Ludovicus, en nog later Josephus Mommaerts met Mathilde Coeckelberghs, dochter van Josephus.

Op 15.3.1844 overleed Franciscus Ludovicus Mommaerts en op 24.12.1846 zijn vrouw Maria Elisabeth Decoster.

Op 3.3.1851 werden hun onroerende goederen verdeeld onder hun 8 overlevende kinderen en de twee kinderen van hun overleden dochter:

1 . Philippus Mommaerts (Fluppes), landbouwer en herbergier te Korbeek-Dijle, vader van de latere burgemeester van Korbeek-Dijle, Soeë va Fluppes. Hij bouwde rond 1840 het huis waar nu Erik De Smedt en Sabine Cocquyt wonen.

2 . Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses), landbouwer te Korbeek-Dijle, vader van Jef va Jan Cisses (x Mathilde Coeckelberghs). Jan Cisses had zijn boerderij op de hoek van de Nijvelsebaan en de Kleinebroekstraat.

3 . Josephus Franciscus Mommaerts, landbouwer te Korbeek-Dijle

4 . Joannes Baptiste Mommaerts, landbouwer te Bertem

5 . Maria Theresia Mommaerts, weduwe van Carolus De Coster, landbouwster te Korbeek-Dijle, oprichtster van het kapelletje aan de Veeweide

6 . Joannes Albertus Mommaerts, landbouwer te Korbeek-Dijle, stamvader van de kantonniers Mommaerts en de Maginelle’s

7 . Maria Coleta Mommaerts, weduwe van koster Guilielmus Antonius Cappuyns, landbouwster te Korbeek-Dijle. Zij en haar man bouwden rond 1840 het huis waar nu Dirk Van Laer en Carine Lafortune wonen.

8 . Carolus Mommaerts, landbouwer te Korbeek-Dijle, medeuitbater met zijn zus Maria Theresia van het Hof van Overbist

9 . Josephus Coeckelberghs, weduwnaar van Maria Catharina Mommaerts, landbouwer te Korbeek-Dijle, handelend als vader en wettige voogd van Maria Elisabeth en Maria Apollonia Coeckelberghs, zijn twee enige en nog minderjarige kinderen uit dit huwelijk.

Er werden ongeveer 20 ha land plus een boerderij verdeeld onder 9 kinderen voor een totale waarde van 84.409 fr, waarbij elk kind een waarde erfde van 9.378,77 fr. Alle erfgenamen staan opgegeven als landbouwer of landbouwster. Zo werden mooie landbouwbedrijven totaal versnipperd. (wordt vervolgd)

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Genezen van de doekoorts

Kunnen we wel ooit gelukkig worden als we het allemaal van onszelf en van onze inzet verwachten? Meer nog: als we het te min vinden van iemand of iets afhankelijk te moeten zijn? Een sleutel voor het geluk is het rustige besef van onze eindigheid, van onze grenzen en van onze beperktheid, en deemoedig uitzien naar wat anderen voor ons doen. Een ervaring van ziekte en hulpeloosheid bewerkstelligt soms echt een stuk bekering. Wie te trots was om zich door anderen te laten helpen, wordt vaak dubbel genezen: bovenop de genezing van het lichaam komt er de heling van de ziel – de ontdekking dat een medemens een gave is, en wederzijdse afhankelijkheid een weldaad. Soms is het ook een stuk psychische genezing van de doekoorts als je verplicht wordt een paar maanden dingen te verwaarlozen die als het ware vanzelfsprekend zijn: geen tijd verliezen, economisch denken, alles zelf willen en kunnen doen. Een kuur doormaken van passiviteit en van bemind worden is heilzaam. Alleszins is het een geestelijke genezing als je begint te ervaren dat God alles voor en in jou doet en dat hij alles ten goede leidt. Het is een complete omwenteling: niet ik ben de zon en God is mijn planeet, maar God is de stabiele zon en ik ben de wentelende aarde. Of zoals Paulus het zei: ‘Het geloof redt, en niet mijn werken’ (cf. Gal 2,16).

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

Gelezen in TERTIO van 6 juni 2018

Op 30.5.2018 stemde het Portugese parlement tegen een wet om euthanasie in bepaalde gevallen mogelijk te maken. Dat het werd afgeschoten, is opmerkelijk: de socialisten, die het indienden, zitten mee in de regering.

De stemming in Portugal komt er twee weken nadat de Finse parlementsleden zich ook al tegen legalisering van euthanasie uitspraken. De Finnen geven er veeleer de voorkeur aan palliatieve zorg verder uit te bouwen. (Geert De Cubber)

woensdag 13 juni 2018

Het kruim van de boerenstand in Korbeek-Dijle in de 19de eeuw - deel 4

Week 2018-24 - Het kruim deel 40001

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De eerste vijf maten

Er is ooit een neurose geweest van te veel schuldbesef. Nu vraag ik mij af of we niet in een neurose van te weinig schuldbesef zitten: we weten niet meer wat we met ons falen moeten doen, dus denken we er liever niet aan dat we fouten maken. Ieder mens wordt geconfronteerd met zijn begrenzing en zijn falen. Dat is zo’n diepe menselijke ervaring, dat er al op de eerste bladzijden van de bijbel over wordt gesproken. Nu kun je je falen, je zonde negeren en zeggen dat er helemaal geen kwaad is. Je zult merken dat je daar niet mee geholpen bent, want het gevoel van falen komt terug. Of je kunt het generaliseren door te zeggen: kijk, iedereen doet het! Ook dat is geen oplossing. Vergeten of wegduwen ook niet, want het komt naar je terug als een boemerang. Het gevoel van falen verdoven door drank of drugs helpt nog minder. Het geloof biedt de bevrijding dat er ergens iemand is met scheppingscapaciteiten die me vrij kan zeggen: het was verkeerd en het blijft verkeerd, maar ik maak je nieuw. Het juiste doseren van je eigen falen, zodat je ermee kunt leven en het tot een oplossing kunt brengen, is een kunst. En die kunst biedt het christendom je in de verlossing. Daartoe is Jezus gekomen. Zoals je in een toneelstuk van Shakespeare al in de eerste vijf minuten weet wie er op het podium staat, zo weet je dat ook van Jezus. Als hij de eerste keer opkomt in het evangelie, zijn zijn eerste woorden: ‘Bekeer je, geloof in de blijde boodschap, laat je dopen.’ Wij willen graag in de blijde boodschap geloven, maar dat ‘bekeer je’ zint ons niet. Net zoals je bij een muziekstuk van Bach de eerste vijf maten niet kunt overslaan, kan dat echter ook niet bij Jezus.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 6 juni 2018

Gelezen in TERTIO van 23 mei 2018

Eindelijk hulpbisschop voor Vlaams-Brabant

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Paus Franciscus benoemde op vrijdag 18 mei Koen Vanhoutte tot hulpbisschop van het aartsbisdom voor het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen. Dat de keuze op die kanunnik en vicaris-generaal van het bisdom Brugge viel, was voor kerkelijk ingewijden geen echte verrassing.

Koen Vanhoutte werd op 31 augustus 1957 geboren in Oostende en werd in 1983 tot priester gewijd. Hij behaalde een kandidatuur in de wijsbegeerte aan de KU Leuven en een doctoraat in de theologie aan de Gregoriana in Rome. Zijn hele loopbaan is hij verbonden aan het Brugse grootseminarie.

In juli verhuist Vanhoutte naar Mechelen, maar de bisschopswijding vindt pas op zondag 2 september plaats in de Sint-Romboutskathedraal. Aan de vooravond van Pinksteren hoefde de nieuwe hulpbisschop niet lang na te denken over zijn wapenspreuk: Veni sancte Spiritus, kom heilige Geest. “De kerk leeft vanuit de kracht van de Geest. Aan hem dankt ze de genadegaven en hij verbindt ons met elkaar”, sprak Vanhoutte.

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Altijd ten bate van een ander

Christus staat in het midden van de kerkgemeenschap, de Geest is haar bloedsomloop en de Vader overstraalt haar met zijn licht. De kerk als gemeenschap is een beeld van wat God is: Vader, Zoon en heilige Geest. In de kerk circuleert dezelfde stroom als in God zelf. Die magnetische stroom wordt opgewekt door de eucharistie. In deze bewegende kring horen alle mensen, over de hele wereld, levend of niet. Druk dit eens uit in juridische termen… De kerk is er nooit voor zichzelf of ten koste van de ander, zij is er altijd ten bate van de ander. Wij zijn niet beter dan ongelovigen, we zijn niet heilig. We zijn er gewoon voor de ander. Er is dus duidelijk een tendens om in de wereld uit te gaan, op een heel bijzondere manier, niet om van de wereld te worden, maar om er voor de wereld te zijn. Elke keer dat de kerk zich in zichzelf keerde, liep het fout. Dat geldt voor alle leven. Om mensen met onze kerk vertrouwd te maken kun je van alles doen. Haar esthetisch aantrekkelijk maken, een menselijk gezicht geven, duiden op haar sociale dimensie… Maar uiteindelijk zullen mensen alleen maar thuis raken in de kerk als ze voelen dat die kerk oneindig veel meer is…

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)