woensdag 7 maart 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Gebroken lichaam

Men zegt weleens dat onze tijd gekenmerkt wordt door de ontdekking van het lichaam. Van het mooie, sterke, atletische lichaam. Van het lichaam als meesterwerk van de Schepper en als tempel van de Geest. Het is wellicht zo dat wij meer dan ooit proberen ons lichaam echt te bewonen. Maar onze tijd is ook de tijd van de gekwetste lichamen, verscheurd door zoveel oorlogen, van binnenuit aangetast door zoveel kwaad. Christenen moeten leren gekwetste mensen te ontdekken, hen lief te hebben en mee te werken aan hun heling. Want een gekwetst lichaam kan een bron van levend water worden: is het niet uit de doorboorde zijde van de gekruisigde Christus dat het water en het bloed stroomden die de wereld zouden redden? De diepe liefdesband met de arme, de zwakke, de verdrukte leidt ons binnen in de liefde van Jezus en zijn Vader. Op het eerste gezicht kan het kijken naar de verwondingen van anderen ons verdrietig maken. We zouden ons liever willen wegdraaien van lijdende mensen. Hun verwondingen openbaren ons immers wat er in onszelf nog gekwetst is. Maar als je deze mensen aanraakt, als je je verbindt met hen, dan pas zal dat levend water van het mee-lijden in je opborrelen, in de ware betekenis van het woord: samen met de gebroken mens kun je binnengaan in het geheim van Jezus’ paasmysterie: sterven om te leven. Want Jezus leeft in arme, gekwetste lichamen. Hun verwondingen zijn de zijne.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels