woensdag 21 maart 2018

Reisverslag Gard Sri-Lanka

Goede morgen vanuit Sri Lanka.

Als je niet zou weten waar dat is, en je atlas nog zoek is: dit is het eiland dat als een grote diamant, of als een traan, naast Zuid-India uit de oceaan opduikt. Beide vergelijkingen zijn realiteit: het land puilt uit van de edelstenen en is redelijk welvarend, maar het heeft ook een pijnlijk dramatische geschiedenis achter de rug.

De oudste bewoners, de Vedda, zijn bijna helemaal verdwenen. Ongeveer zeshonderd jaar voor Christus arriveerden een grote groep Singalezen uit Noord-India. Zijn konden over een droge landstrook stappen die toen nog het eiland verbond met India. Die landbrug is ondertussen onder water gelopen en die Singalezen hebben heel het eiland ingenomen.

Driehonderd jaar later hebben ze zich bekeerd van het Hindoeisme naar het Boeddhisme. Volgens het verhaal was dat onder invloed van prins Mahindra, de zoon van keizer Ashoke van India. Tegelijk werd de stad Anuradhapura het machtigste koninkrijk van het eiland en bleef de hoofdstad voor duizend vijfhonderd jaar.

Maar geleidelijk en eeuwenlang kwamen er ook vele, vele Tamil uit Zuid-India. Zij vestigden zich in het noorden van het eiland en bleven vrome Hindoes. Nu maken ze ongeveer twintig procent uit van de bevolking. Terloops: Sri Lanka is ongeveer tweemaal zo groot als België en heeft ongeveer tweemaal zo veel inwoners.

Er is altijd wel wat inwendige strijd geweest en de hoofdstad heeft zich vaak verplaatst: van Anuradhapura over Polonaruwa, Kandy en de koloniale hoofdsteden naar Kotte sinds de onafhankelijkheid.

Bij het begin van de zestiende eeuw kwamen de Portugezen er aan. Zij bouwden enkele handelsposten langs de kusten omwille van de kaneel. Die groeide hier in overvloed en kon heel duur verkocht worden in Europa. Daar was immers weinig zout of kruiden en dit bracht smaak in het eten! De Portugezen, vurige katholieken, bekeerden heel wat inlanders zodat je nu overal kerken vindt. Zeven procent is nu katholiek. Toen de paus hier vier jaar geleden op bedevaart kwam, had hij tweemaal een half miljoen aanwezigen bij de misvieringen. Het moet gezegd: de geloofsbelijdenissen lopen hier wel wat door mekaar: boeddhisten lopen binnen in de hindoetempels, katholieken bezoeken boeddhistische heiligdommen of hindoes wonen katholieke erediensten bij. Alleen de Moslims houden zich strikt afgezonderd.

Na de Portugezen, kwamen de Nederlanders van de Verenigde Oost-Indie Coompanie (VOC) Zij namen de hele kuststreek in rondom het eiland. Zij waren vurige Calvinisten en zij vervolgden een tijdje de katholieken. Zij bouwden ook enkele forten op de kust, niet om zich te verdedigen tegen de inlanders waarmee ze zaken deden maar om hun andere handelsroutes over zee te verdedigen.

Bij het einde van de achttiende eeuw werden ze verdreven door de Engelsen. Die probeerden ook het binnenland te veroveren. Dat is hun uiteindelijk gelukt na veel strijd en opofferingen, want het Kandy-rijk verschool zich in de bergen, in een tropisch oerwoud. De Britten onteigenden gronden en startten met koffieplantages. Een plantenziekte stelde er een einde aan. Toen probeerden zij met thee, en zie, dat lukte wonderwel. Nog steeds is Ceylonthee (Ceylon is de koloniale naam voor dit eiland) geroemd als een van de beste thee’s. Maar de Singalezen wilden geen slavenwerk doen op de Britse plantages. Daarom brachten de Engelsen Tamil-vrouwkracht als pluksters uit Zuid-India naar de velden in de centrale bergen. De twee groepen Tamil in het land hebben geen verband met elkaar.

De kolonisten bevorderden echter de noordelijke Tamil met beter onderwijs, betere postjes, voordeliger handelsrelaties enzovoort. Als het land in 1948 onafhankelijk wordt, weegt de getalsterkte van de Singalezen (80 % van de bevolking) demokratisch door. Plots zijn de postjes, enzovoort van de Tamil weg en er groeit onrust, meestal vreedzaam. Eén enkele organisatie, de Tamil-tijgers, kiest voor sluipend geweld. Deze situatie doet me sterk denken aan de problemen in Rwanda met Hutu en Tutsi, die tot de genocide geleid heeft.

De regering van overtuigde boeddhistische Singalezen stuurt politie naar het noordelijk gebied en op een nacht worden twaalf van hen in hun slaap afgemaakt. Er volgen drie dagen van wraak, brandstichting en lynchpartijenn in heel het land. De politie en de regering laten betijen.

Dan volgen er jaren van burgeroorlog, blokkades, economische wurging en zo meer. Tot na de aanslagen in New York (nine-eleven) de bankrekeningen van de Tamil Tijgers in het buitenland geblokkeerd werden. In de hardste maffia-stijl persten ze de Tamils af die het geweld ontvlucht waren. Na 2001 hadden de rebellen plots veel minder inkomsten en verzwakte hun slagkracht.

De eindstrijd kwam in 2009 toen de twee legers naar mekaar toe marcheerden met tussen hen in tienduizend ongewapende, weerloze burgers. Vele duizende doden vielen en nog veel meer gekwetsten, naast de militaire slachtoffers. Want vele strijders waren gedwongen tot vechten, eerder dan overtuigden.

Een zucht van opluchting, een kreet van blijdschap ging door het hele land, niet om de overwinning of de nederlaag, maar om het einde van het geweld. En het moet gezegd: de centrale regering doet sindsdien sterk haar best met de wederopbouw. Ik ben nu in het oorlogsgebied van tien jaar geleden en er is niet echt veel oorlogsschade meer te zien. De wegen worden verbeterd, een nieuwe treinverbinding aangelegd, er is electricteit en drinkwater, de elektronische communicatie is vrijwel perfect.

Inderdaad, Ceylon, Sri Lanka, een dikke traan en een grote diamant.

Ik merk dat ik nog niets gezegd heb over mijn persoonlijke ervaringen maar dat laat ik voor een volgende keer. Hierbij zet ik de foto’s van een Boeddhistische stoepa, een Hindoe gopuram en een katholieke kathedraal.

------------------------------------------------

Langs de oceaan naar de bergen.

Reeds twee weken reis ik door Sri Lanka, meestal in een druk programma zen samengeperst tijdsschema.

Het eerste bezoek van de reis duurde slechts een halve dag. Enkele uren om door 1400 jaar geschiedenis te stappen van de eerste hoofdstad Anuradapura. Van de politieke inrichting blijft niet veel meer over, behalve de eerste “Tempel van de Tand”. Die tand erkent men als eentje uit het gebit van de Verlichte, de Boeddha, de grondlegger van het geloof van drie kwart van de Lankanen. Eeuwenlang heerste het gebruik dat wie de tand in bezit had, meteen koning was van het rijk. Die tempel stond in Anuradapura vrij ver weg van het paleis van de koning en kon een uitdager dus vrij gemakkelijk veroveren. De heersers in de latere tijd werden wijzer, en bouwden de tempel steeds dichter bij hun paleis. De huidige, de vijfde Tempel van de Tand stond midden in het paleis van de laatste koning in Kandy. De Britten complotteerden met verraders, namen zijne majesteit gevangen tijdens een staatsgreep van het leger en zetten hem af. Hij stierf in ballingschap. Maar dat is latere geschiedenis.

De religieuze monumenten van de oudste koningsstad waren in de loop der jaren verwaarloosd en werden pas in de laatste eeuw min of meer gerestaureerd. De grote stupa werd bijvoorbeeld herbouwd tot slechts 43 m hoog, dat is maar een derde van het oorspronkelijke gebouw. Dat monument was volledig gevuld met miljoenen bakstenen! Wat verder staat een oude bodi-boom (ficus religiosa), waarvan gezegd wordt dat het een originele zijscheut is van de boom waaronder Sidharta Gautama tot verliching kwam en Boeddha werd. Die scheut is als geschenk aan de koning naar hier gebracht en wordt nog met heel veel eerbied en zorg behandeld. Zijn wijde takken worden gesteund door gouden stutten. Bedevaarders knopen offergeld in witte doekjes en hangen die aan de afsluiting in gebed voor een vurige wens, zoals kinderen, een goede job, een gezond leven.

Belangrijker om te bezoeken is de ontmoetingsplaats van de Indiase prins Mahinda met de toenmalige koning, een wildeman. Mahinda bekeerde de koning tot het vredelievend boeddhisme. De rest van zijn land volgde. Ik schreef het al eerder: bijna alle Singalezen (het volk van de leeuwen) zijn overtuigde, vrome boeddhisten.

Daarna kwam ik in het meest noordelijke puntje van het eiland, de streek van de Tamils, het volk van de tijgers. Zij kwamen uit het meest zuidelijke deel van India en zijn merendeel Hindoe.

Zowel in Jafna al in Trincomalee verstoorde een taifoen mijn plannen: snorkelen en een safari naar de dolfijnen in zee zijn afgelast vanwege de storm. Niet getreurd, want er waren andere dingen te beleven. Op het Nagadeepa-eiland staat een prachtige gopuram. Dat kan je best vergelijken met een kerktoren bij ons: lang voor je een hindoe-tempel ziet, wenkt dit gebouw. Langs vier zijden loopt het geleidelijk spits uit in vele, vele verdiepingen. Ook hier is hij versierd met godenbeelden in de zachtste pasteltinten.

In Jafna zelf heb ik een dagelijkse avondceremonie bijgewoond als de god Vishnoe op zijn rijdier (een zilveren mythische vogel, de garuda) rondgedragen wordt doorheen zijn heiligdom vooraleer hij zich te ruste begeeft met zijn vrouw Laksmi. Alle mannen, ook vreemde toeschouwers, moeten er uit eerbied in bloot bovenlijf lopen. Luid tromgeroffel en het huilen van de kinkhoorn begeleidt die processie. Vele gelovigen vleien zich neer op de grond of kussen de plaats waar de dragers hebben gestapt. Foto’s helaas verboden.

Door de vele regen in Trinco, nam ik tweemaal het avondmaal in een klein restaurantje rechtover het hotel.

- Hoe heet je?

- John.

- Dat is een westerse, een christelijke naam. Ben je christen?

- Ik ben katholiek.

- Ben je van hier?

- Neen, ik kom uit Kandy, maar mijn vrouw is van hier.

- Heb je kinderen?

- Neen, nog niet. We zijn al vier jaar getrouwd.

- Wil je nu al kinderen?

- Ja, heel graag. Maar er komen er geen. Wil je voor mij bidden?

Ik heb het hem beloofd. Beide maaltijden, eentje met garnalen, eentje met vis, waren heerlijk en ik moest met hem op de foto. Als ik de laatste avond buiten stap, loopt hij me achterna en hij vraagt me opnieuw voor hem te bidden. Ik herhaal mijn belofte en raad hem aan in zijn vakantie rustig lang in bed te blijven en van seks te genieten zonder altijd aan kinderen te denken. Als hij binnenkort kinderen zou krijgen, dan blijft hij mij voorzeker eeuwig dankbaar. Voor mijn gebed of voor mijn raad.

Daarna zijn we met hele gezelschap naar Sigiriya gereden. Ik wou er graag de vijfhonderd jaar oude geschilderde nimfen op de rotsen nog eenmaal fotograferen, maar dat is nu verboden. Tegelijk viel de regen met bakken uit de hemel en de nimfen staan 1200 trappen hoog. Ik ben rustig droog in het restaurant gebleven.

’s Anderendaags zouden we de tweede hoofdstad van het land met de fiets bezoeken, maar de nacht voordien kreeg ik ernstige diarree. De volgende dag kwam er een lange busreis. Dus besloot ik een dokter te raadplegen. Want antibiotica zijn hier alleen op voorschrift te krijgen.

Dokters hebben hier geen privépraktijk, maar zijn deel van een polikliniek. Daarbij hoort ook een apotheek. Gelukkig sprak de arts vloeiend Engels, ondervroeg mij, luisterde naar mij, maar gaf dan de uitleg aan de reisleidster. Ik voelde me een beetje kinds. Maar de medicijjman was wel erg geïnteresseerd in de landen waar ik al gereisd had en in de reden waarom mijn Nederlandse begeleidster in Sri Lanka leefde. Toen hij plots mijn leeftijd hoorde, maakte hij zich ongerust en nam nog mijn bloeddruK. Volgens hem was die als van een jonge man. In de apotheek kreeg ik allerhande medicijnen (ook een fles water!) en een rekening van 18.00 € inbegrepen het doktershonorarium.

Dan naar Kandy de voorlaatste hoofdstad en met de huidige Tempel van de Tand. Driemaal daags wordt telkens gedurende een kwartier de buitenste relikwiekast getoond aan het publiek. De tand zit in zeven in elkaar geschoven kasten met zeven sleutels. Zes monniken en de president hebben elk één van de sleutels en moeten dus overleggen als ze de tand zelf willen tonen. Natuurlijk is het trekken, duwen, ellenbogenwerk van gelovigen, toeristen en curieuzeneuzen om bij die relikwie te komen als het deurtje geopend is. Dit was de derde keer dat ik er was en de eerste keer dat ik er in geslaagd ben het te zien EN te fotograferen. Hierbij zit een uiterst zeldzaam beeld van het gouden schrijn!

Ik heb niet verteld van de twee bezoeken aan de natuurparken, want in de komende week, verblijf ik in een derde. Van de twee die ik gezien heb was het eerste het meest indrukwekkende, met grote kuddes olifanten. Ook daarvan laat ik u mee genieten.

Ik wens je nog even het allerbeste. Ayuboya. Tot binnenkort.

------------------------------------------------

Koffie, thee en groenten

Het is mijn voorlaatste dag in Sri Lanka. Nog snel enkele verhaaltjes.

Om te beginnen enig pijnlijk nieuws. Toen ik twee dagen uit Kandy weg was, is er daar een jongetje doodgereden. Spijtig voorval, maar er volgde veel meer. De chauffeur en zijn hulpje waren moslims, het knaapje een singalees, dus hoogstwaarschijnlijk een boeddhist. De ergste nationalistische en/of religieuze fundamentalisten begonnen keet te schoppen. Een menigte is te hoop gelopen en hebben de twee moslims gelyncht. Enkele uren later al is de noodtoestand uitgeroepen en de avondklok ingesteld voor heel het Kandy-gebied. Dit incident toont hoe de verhoudingenin dit land nog steeds op scherp staan, negen jaar na het einde van de burgeroorlog.

In de nasleep zijn uitgaande berichten op Facebook, Twitter, WhatsApp en dergelijke geblokkeerd om uitbreiding van het conflict te voorkomen. Ik heb zonet e-mail geprobeerd en dat lijkt te werken. Zo niet krijg je dit bericht over een paar dagen. Om je gerust te stellen: Hier aan de zuidkust waar ik nu verblijf, is geen probleem.

Toen wij op de weg hierheen stopten voor een snack, kwam er een klas kinderen uit een Islamschool voorbij. Alle schooluniformen in dit land, van staatsscholen, scholen met religieuze inslag, privéscholen, enz. zijn wit. Kijk even heel nauwkeurig naar de foto: jongens en meisjes samen in de klas, de ene juf met, de andere zonder hoofddoek, naargelang ze het zelf willen. Ook die verdraagzaamheidi is deel van Sri Lanka.

Nu terug naar mijn belevenissen. Toen de Britten hier toekwamen in het begin van de negentiende eeuw en ook het binnenland innamen (De Portugezen en de Nederlanders hadden alleen de kust ingenomen met handelsposten) leden ze vreselijk onder de vochtigen hitte. Airconditioning bestond niet en ze waren ‘deftig’ gekleed. Ze leden onder malaria, moeraskoorst, knokkelkoorts en heimwee. Hun ontspanning was whisky, liefst met ijsblolkjes ‘on the rocks’. Het was dus telkens een feest als een schip toekwam met een ijsvoorraad.

Om even te ontsnappen uit die hitte trokken ze de bergen in. Ons reisgezelschap deed dat ook. De kolonisten vonden een onbewoond gebied op 1800 meter hoogte met een eeuwig lenteweertje! Ze hebben bossen gerooid, villa’s gebowd, wegen aangelegd en er inlanders naar toe gebracht om voor hen te werken. Ze creëerden de stad Nuwara Eliya. Even later gingen de koffieplantages ten onder aan een dodelijke plantenziekte, maar net toen had James Taylor zich bekwaamd in het kweken en bereiden van de beste thee. De hoge bergen met een mild klimaat waren de ideale plaats voor deze cultuur en de Ceylon-thee raakte wereldberoemd en werd vooral in Engeland gesmaakt. (Ceylon is de naam die de Britten aan dit eiland gaven.) Dit bleek ook een beste plaats om groenten te kweken op kleine terrasjes. Enkele vierkante meter, telkens een andere variëteit. Deze streek produceert bijna alle groenten voor heel Sri Lanka. Dit is ook de enige plaats op het eiland waar men rozen vindt, elders is het immers te heet. Ik voeg hier twee foto’s daarover bij.

In het Udawalawa Nationaal park waren weer olifanten op de afspraak, maar ook buffels, krokodillen, en veel, veel vogels. Tegelijk bood het park een moment van rust in een druk reisprogramma. Toen ik er drie dage geleden toekwam, vertelde de chauffeur dat het pas de derde regendag was na een droog seizoen. Beide dagen van mijn verblijf zijn er verschillende buien gevallen, maar ons gezelschap had geluk bij de safari: ik zag overal om ons heen donkere wolken en sluiers regen er onder, verschillende jeeps waren drijfnat, op de wegen stonden grote plassen water en wij hielden het droog!

Straks gaan we nog de stad Galle bezoeken, een nederzetting door de Nederlanders voorzien van een fort. Dit oude fort uit de zeventiende eeuw is nog bewoond en is een toeristische attractie geworden, vol winkeltjes met de duurdere souvenirs voor buitenlandse toeristen. Daarna volgt het afscheidsmaal.

Morgen nog een te kort bezoek aan de hoofdstad Colombo. Van daaruit vlieg ik terug.

Tot later. Geniet van en wees dankbaar voor het leven.

Gard

Week 2018-12 - GopuramWeek 2018-12 - Islam schoolWeek 2018-12 - Kathedraal