woensdag 28 maart 2018

Chiro KaDee fiere prijswinnaar

Elke zomer schrijft Kerk & leven een fotowedstrijd uit, in samenwerking met Canon, voor de jeugdgroepen die op kamp gaan: wie de beste kampfoto bezorgt aan Kerk & leven wint een digitaal fototoestel van Canon.

In 2017 was het Chiro KaDee van Korbeek-Dijle die de prijs wegkaapte: met een foto waarop leider Lander Bonkowski in een ijskoud regenwaterbekken sprong en zijn gelaatsuitdrukking boekdelen spreekt. Het verhaal achter de foto was een spel waarbij de eerste die durfde in het bekken springen de winnaar zou zijn van het spel. Terwijl Lander zich ging omkleden om de sprong te wagen was er al iemand anders ingesprongen. Lander kon dus niet meer winnen. Maar men vertelde het hem niet opdat hij zich niet zou bedenken. En dus, Lander sprong! En de fotograaf stond klaar.

Op zondag 11 maart 2018 kwam hoofdredacteur Luk Vanmaercke van Kerk & leven en een vertegenwoordiger van Canon het gewonnen fotoapparaat overhandigen aan Chiro KaDee.
De man van Canon had ook nog twee kaders met een vergrote foto van Lander meegebracht: één om op te hangen in het chirolokaal en één voor Lander.
Ikzelf, als redacteur van Kerk & leven voor Korbeek-Dijle, werd bedacht met twee flessen wijn (voor op één van de volgende vergaderingen van de parochie!).

Proficiat Chiro KaDee, en hartelijk dank aan Canon en Kerk & leven!

Gelezen in TERTIO van 14 maart 2018

1 . Nabij blijven

Uit een Standpunt van Emmanuel Van Lierde

Palliatieve zorg is het antwoord van gelovigen op euthanasie. Dat bleek opnieuw tijdens een zopas door de Pauselijke Academie voor het Leven gehouden congres in Rome. Dokters, verplegers, ethici, theologen en aalmoezeniers uit alle continenten én uit alle wereldgodsdiensten – waar anders trouwens dan in het Vaticaan komt zo’n bont gezelschap bij elkaar? – getuigden er over het omringen van terminale patiënten. Ze wezen op het verschil tussen iemand “helpen sterven” en iemand “helpen aanvaarden dat hij of zij stervende is”. Al zetten de religies de heiligheid van het leven voorop en vinden ze niet dat de mens het recht heeft het leven van een ander of van zichzelf te beëindigen, toch ijveren ze voor de kwaliteit van het leven, verzetten ze zich tegen therapeutische hardnekkigheid, wensen ze de pijn te verzachten en staan ze in voor emotionele, existentiële en spirituele steun.

Staatssecretaris Pietro Parolin had een sterke boodschap voor de deelnemers: “Palliatieve zorg helpt de geneeskunde haar wezenlijke roeping te herontdekken, die er allereerst in bestaat zorg te dragen voor de patiënt. Het is altijd de taak van de dokter zorg te verstrekken, zelfs wanneer het niet meer mogelijk is te genezen”. De kardinaal vervolgde dat “als alle mogelijkheden om iets te ‘doen’ uitgeput zijn het meest belangrijke van menselijke relaties naar boven komt: het ‘zijn’, aanwezig zijn, nabij zijn, aanvaard zijn”. Palliatieve zorg leert dat grenzen niet alleen overwonnen en verlegd, maar soms ook erkend en aanvaard moeten worden. “En dat betekent zieken niet in de steek laten, maar hen nabij blijven en begeleiden”, stelde Parolin.

Rode draad tijdens het congres was sowieso dat palliatieve zorg relationele en barmhartige zorg is waarbij de ander nooit tot last is en de patiënt meer is dan zijn lichaam of ziekte.

“Er is maar één persoon nodig om eenzaamheid te doorbreken”, zei Bart Vanderhaegen, hoofdaalmoezenier van het UZ Gent, in de marge van het congres. De warme nabijheid van één iemand aan het ziekbed kan voldoende zijn om angsten en doodswensen weg te nemen. “Er bestaan vrijwilligers voor eenzame uitvaarten, maar misschien moeten we ook vrijwilligers zoeken die mensen gezelschap willen houden als ze sterven”, merkte topdokter Elisabeth De Waele vorige week in Knack op. Een grote opgave, zeker, maar volgehouden nabijheid aan het sterfbed toont dat liefde sterker is dan de dood.

2 . Kerk is belangrijke speler in sportgeschiedenis

Uit een artikel van Joris Delporte

“Typisch katholieke disciplines bestaan misschien niet, maar de kerk is beslist een belangrijke speler in onze vaderlandse sportgeschiedenis”, stelt (kerk)historicus Dries Vanysacker (KU Leuven). Tijdens de Nacht van de Geschiedenis (Davidsfonds) volgende dinsdag houdt hij een lezing over het “relatieveld” van sport en religie.

De Ronde van Vlaanderen is tegelijk de hoogmis voor wielerliefhebbers en een ware lijdensweg voor deelnemers. Echte kampioenen verrijzen na een inzinking. Supporters bidden voor mirakels en tegenover dopingzondaars tonen we ons doorgaans vol van genade. De beeldspraak liegt er niet om, wielrennen en andere volkssporten associëren velen met religie, meer bepaald het katholicisme.

“Die associatie kwam tot stand in een specifieke historische periode, vanaf het eind van WOII tot de jaren 1960. Dagbladen van katholieke signatuur, waaronder Het Volk en Sportwereld (gaandeweg geïntegreerd in Het Nieuwsblad, nvdr), interesseerden zich toen sterk voor ‘de koers’ en verbonden hun naam aan wielerwedstrijden”, vertelt Dries Vanysacker. “Het bekendste gelovige wielericoon was de Italiaanse kampioen Gino Bartali (1914-2000, nvdr) ofwel ‘de monnik’. Een bijnaam die hij dankte aan zijn lidmaatschap van de ongeschoeide karmelieten in het kader van hun derde orde. Paus Pius XII was alvast onder de indruk, want hij verhief Bartali tot een model van de Katholieke Actie.”

”Aanvankelijk wantrouwden kerkleiders zelfs de wielersport, omdat renners door wedstrijden aan hun zondagsplicht verzaakten. Daarnaast had een peloton veel ‘brute’ jongeren in zijn rangen. Eigenlijk was het wachten op Norbertijn Antoon Van Clé (1891-1955, nvdr) vooraleer een prominente katholiek besefte hoe in de marge van competities zeker kansen lagen voor apostolaat. Die ‘sportpater’ onderhield bijvoorbeeld contacten met wielermonument Albéric – ‘IJzeren Briek’ – Schotte (1919-2004, nvdr), een diepgelovige dwangarbeider van de weg, zoals Eddy Merckx na hem.”

Verzuiling

“Ook in de geschiedenis van het Belgische voetbal speelden katholieken een prominente rol, aangezien het voetbalvirus zich onder meer verspreidde via hun scholen. Lang voor het edele balspel geprofessionaliseerd werd, groeide uit het Luikse jezuïetencollege Saint-Servais de latere topclub Royal Standard de Liège. Huidig tweedeklasser-promovendus Cercle Brugge ontstond bij de lokale broeders xaverianen, waarbij oprichters vooral de liberalen van Club Brugges toenmalige voorloper wensten te counteren”, getuigt Vanysacker. “Naar het beeld van beide West-Vlaamse traditieclubs was onze voetbalwereld sterk ‘verzuild’. Een nog duidelijkere illustratie daarvan leverden twee Mechelse rivalen. Liberaal politicus Oscar Vankesbeeck (1886-1943, nvdr) was de sterke man van Racing Mechelen, terwijl kanunnik Francis Dessain KV Mechelen – ‘Malinwa’ – leidde. Wat bij die laatste bezwaarlijk een protocollaire functie bleek; Dessain – later trouwens nog bondsvoorzitter – betrad graag het veld.”

Heilige Geest in gezond lichaam

“Volgens een deel van onze publieke opinie verwaarloosde de kerk altijd de sportbeoefening. Dat is een zwarte legende. Wie kon de jongste eeuw voorbij aan enkele sportieve pausen, onder wie alpinist Pius XI en voetballer Joannes Paulus II?”

“De positieve houding tegenover lichaamscultuur spreekt in een recenter verleden uit de acties en publicaties van twee Curieorganen. Naast een in 2004 opgerichte sportafdeling binnen het Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven, heeft paus Franciscus in 2013 de Pauselijke Raad voor de Cultuur uitgebreid met een sportdienst. Samen buigen die instanties zich over de behoefte aan specifieke pastorale zorg. Ook ethiek staat daar hoog op de agenda, want voor Rome dient competitiesport bovenal humaan te blijven. Doping is uit den boze en tegenstanders verdienen altijd respect; verliezers zijn nooit losers. Het katholicisme geeft dan ook zijn specifieke invulling aan het Latijnse adagium mens sana in corpore sano (een gezonde geest in een gezond lichaam). Op basis van Paulus’ 1 Korintiërs is het gezonde sportieve lichaam een tempel waarin de heilige Geest huist.”

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Een verwend of verwonderd kind?

De eerste teelaarde waarin het christendom of het geloof gezaaid kan worden is de verwondering. Het kenmerkt onze tijd dat mensen alles normaal vinden, evident, dat zij menen ‘recht’ te hebben op zoveel dingen. De mens evolueert naar een type dat zich niet meer verwondert, levend in een wereld van vanzelfsprekendheden, zich niet bewust van het feit dat hij iets gekregen heeft. Hier schuilt het gevaar een ‘vlakke mens’ te worden, die het als normaal beschouwt dat hij leeft, ademt, gezond is, kan spreken, dat de zon opgaat, dat hij voedsel heeft… Zo sterft in deze wereld alle gevoel voor het geheim, voor verwondering, voor geven en ontvangen, voor onverdiend krijgen. Daarom worden zoveel mensen agressief, bitsig, humeurig, zo fundamenteel depressief. De mens gedraagt zich onbewust als een verwend kind. Het idee van ‘geschenk’, van het overstijgen van onze krachten, van intreden in een breder en dieper geheel, kan wegstromen uit onze cultuur tot een vlakke, platte vanzelfsprekendheid. Een mens die zich nooit meer verwondert, is in zijn menselijkheid gefnuikt en defect. Hij is geen mens meer. Uit zo’n cultuur verdwijnt ook de dankbaarheid. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om in de wijze waarop we de natuur, de dingen en de mensen voorstellen, het geheim dat ze bevatten, het door God gegeven karakter, te doen uitkomen.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 21 maart 2018

Reisverslag Gard Sri-Lanka

Goede morgen vanuit Sri Lanka.

Als je niet zou weten waar dat is, en je atlas nog zoek is: dit is het eiland dat als een grote diamant, of als een traan, naast Zuid-India uit de oceaan opduikt. Beide vergelijkingen zijn realiteit: het land puilt uit van de edelstenen en is redelijk welvarend, maar het heeft ook een pijnlijk dramatische geschiedenis achter de rug.

De oudste bewoners, de Vedda, zijn bijna helemaal verdwenen. Ongeveer zeshonderd jaar voor Christus arriveerden een grote groep Singalezen uit Noord-India. Zijn konden over een droge landstrook stappen die toen nog het eiland verbond met India. Die landbrug is ondertussen onder water gelopen en die Singalezen hebben heel het eiland ingenomen.

Driehonderd jaar later hebben ze zich bekeerd van het Hindoeisme naar het Boeddhisme. Volgens het verhaal was dat onder invloed van prins Mahindra, de zoon van keizer Ashoke van India. Tegelijk werd de stad Anuradhapura het machtigste koninkrijk van het eiland en bleef de hoofdstad voor duizend vijfhonderd jaar.

Maar geleidelijk en eeuwenlang kwamen er ook vele, vele Tamil uit Zuid-India. Zij vestigden zich in het noorden van het eiland en bleven vrome Hindoes. Nu maken ze ongeveer twintig procent uit van de bevolking. Terloops: Sri Lanka is ongeveer tweemaal zo groot als België en heeft ongeveer tweemaal zo veel inwoners.

Er is altijd wel wat inwendige strijd geweest en de hoofdstad heeft zich vaak verplaatst: van Anuradhapura over Polonaruwa, Kandy en de koloniale hoofdsteden naar Kotte sinds de onafhankelijkheid.

Bij het begin van de zestiende eeuw kwamen de Portugezen er aan. Zij bouwden enkele handelsposten langs de kusten omwille van de kaneel. Die groeide hier in overvloed en kon heel duur verkocht worden in Europa. Daar was immers weinig zout of kruiden en dit bracht smaak in het eten! De Portugezen, vurige katholieken, bekeerden heel wat inlanders zodat je nu overal kerken vindt. Zeven procent is nu katholiek. Toen de paus hier vier jaar geleden op bedevaart kwam, had hij tweemaal een half miljoen aanwezigen bij de misvieringen. Het moet gezegd: de geloofsbelijdenissen lopen hier wel wat door mekaar: boeddhisten lopen binnen in de hindoetempels, katholieken bezoeken boeddhistische heiligdommen of hindoes wonen katholieke erediensten bij. Alleen de Moslims houden zich strikt afgezonderd.

Na de Portugezen, kwamen de Nederlanders van de Verenigde Oost-Indie Coompanie (VOC) Zij namen de hele kuststreek in rondom het eiland. Zij waren vurige Calvinisten en zij vervolgden een tijdje de katholieken. Zij bouwden ook enkele forten op de kust, niet om zich te verdedigen tegen de inlanders waarmee ze zaken deden maar om hun andere handelsroutes over zee te verdedigen.

Bij het einde van de achttiende eeuw werden ze verdreven door de Engelsen. Die probeerden ook het binnenland te veroveren. Dat is hun uiteindelijk gelukt na veel strijd en opofferingen, want het Kandy-rijk verschool zich in de bergen, in een tropisch oerwoud. De Britten onteigenden gronden en startten met koffieplantages. Een plantenziekte stelde er een einde aan. Toen probeerden zij met thee, en zie, dat lukte wonderwel. Nog steeds is Ceylonthee (Ceylon is de koloniale naam voor dit eiland) geroemd als een van de beste thee’s. Maar de Singalezen wilden geen slavenwerk doen op de Britse plantages. Daarom brachten de Engelsen Tamil-vrouwkracht als pluksters uit Zuid-India naar de velden in de centrale bergen. De twee groepen Tamil in het land hebben geen verband met elkaar.

De kolonisten bevorderden echter de noordelijke Tamil met beter onderwijs, betere postjes, voordeliger handelsrelaties enzovoort. Als het land in 1948 onafhankelijk wordt, weegt de getalsterkte van de Singalezen (80 % van de bevolking) demokratisch door. Plots zijn de postjes, enzovoort van de Tamil weg en er groeit onrust, meestal vreedzaam. Eén enkele organisatie, de Tamil-tijgers, kiest voor sluipend geweld. Deze situatie doet me sterk denken aan de problemen in Rwanda met Hutu en Tutsi, die tot de genocide geleid heeft.

De regering van overtuigde boeddhistische Singalezen stuurt politie naar het noordelijk gebied en op een nacht worden twaalf van hen in hun slaap afgemaakt. Er volgen drie dagen van wraak, brandstichting en lynchpartijenn in heel het land. De politie en de regering laten betijen.

Dan volgen er jaren van burgeroorlog, blokkades, economische wurging en zo meer. Tot na de aanslagen in New York (nine-eleven) de bankrekeningen van de Tamil Tijgers in het buitenland geblokkeerd werden. In de hardste maffia-stijl persten ze de Tamils af die het geweld ontvlucht waren. Na 2001 hadden de rebellen plots veel minder inkomsten en verzwakte hun slagkracht.

De eindstrijd kwam in 2009 toen de twee legers naar mekaar toe marcheerden met tussen hen in tienduizend ongewapende, weerloze burgers. Vele duizende doden vielen en nog veel meer gekwetsten, naast de militaire slachtoffers. Want vele strijders waren gedwongen tot vechten, eerder dan overtuigden.

Een zucht van opluchting, een kreet van blijdschap ging door het hele land, niet om de overwinning of de nederlaag, maar om het einde van het geweld. En het moet gezegd: de centrale regering doet sindsdien sterk haar best met de wederopbouw. Ik ben nu in het oorlogsgebied van tien jaar geleden en er is niet echt veel oorlogsschade meer te zien. De wegen worden verbeterd, een nieuwe treinverbinding aangelegd, er is electricteit en drinkwater, de elektronische communicatie is vrijwel perfect.

Inderdaad, Ceylon, Sri Lanka, een dikke traan en een grote diamant.

Ik merk dat ik nog niets gezegd heb over mijn persoonlijke ervaringen maar dat laat ik voor een volgende keer. Hierbij zet ik de foto’s van een Boeddhistische stoepa, een Hindoe gopuram en een katholieke kathedraal.

------------------------------------------------

Langs de oceaan naar de bergen.

Reeds twee weken reis ik door Sri Lanka, meestal in een druk programma zen samengeperst tijdsschema.

Het eerste bezoek van de reis duurde slechts een halve dag. Enkele uren om door 1400 jaar geschiedenis te stappen van de eerste hoofdstad Anuradapura. Van de politieke inrichting blijft niet veel meer over, behalve de eerste “Tempel van de Tand”. Die tand erkent men als eentje uit het gebit van de Verlichte, de Boeddha, de grondlegger van het geloof van drie kwart van de Lankanen. Eeuwenlang heerste het gebruik dat wie de tand in bezit had, meteen koning was van het rijk. Die tempel stond in Anuradapura vrij ver weg van het paleis van de koning en kon een uitdager dus vrij gemakkelijk veroveren. De heersers in de latere tijd werden wijzer, en bouwden de tempel steeds dichter bij hun paleis. De huidige, de vijfde Tempel van de Tand stond midden in het paleis van de laatste koning in Kandy. De Britten complotteerden met verraders, namen zijne majesteit gevangen tijdens een staatsgreep van het leger en zetten hem af. Hij stierf in ballingschap. Maar dat is latere geschiedenis.

De religieuze monumenten van de oudste koningsstad waren in de loop der jaren verwaarloosd en werden pas in de laatste eeuw min of meer gerestaureerd. De grote stupa werd bijvoorbeeld herbouwd tot slechts 43 m hoog, dat is maar een derde van het oorspronkelijke gebouw. Dat monument was volledig gevuld met miljoenen bakstenen! Wat verder staat een oude bodi-boom (ficus religiosa), waarvan gezegd wordt dat het een originele zijscheut is van de boom waaronder Sidharta Gautama tot verliching kwam en Boeddha werd. Die scheut is als geschenk aan de koning naar hier gebracht en wordt nog met heel veel eerbied en zorg behandeld. Zijn wijde takken worden gesteund door gouden stutten. Bedevaarders knopen offergeld in witte doekjes en hangen die aan de afsluiting in gebed voor een vurige wens, zoals kinderen, een goede job, een gezond leven.

Belangrijker om te bezoeken is de ontmoetingsplaats van de Indiase prins Mahinda met de toenmalige koning, een wildeman. Mahinda bekeerde de koning tot het vredelievend boeddhisme. De rest van zijn land volgde. Ik schreef het al eerder: bijna alle Singalezen (het volk van de leeuwen) zijn overtuigde, vrome boeddhisten.

Daarna kwam ik in het meest noordelijke puntje van het eiland, de streek van de Tamils, het volk van de tijgers. Zij kwamen uit het meest zuidelijke deel van India en zijn merendeel Hindoe.

Zowel in Jafna al in Trincomalee verstoorde een taifoen mijn plannen: snorkelen en een safari naar de dolfijnen in zee zijn afgelast vanwege de storm. Niet getreurd, want er waren andere dingen te beleven. Op het Nagadeepa-eiland staat een prachtige gopuram. Dat kan je best vergelijken met een kerktoren bij ons: lang voor je een hindoe-tempel ziet, wenkt dit gebouw. Langs vier zijden loopt het geleidelijk spits uit in vele, vele verdiepingen. Ook hier is hij versierd met godenbeelden in de zachtste pasteltinten.

In Jafna zelf heb ik een dagelijkse avondceremonie bijgewoond als de god Vishnoe op zijn rijdier (een zilveren mythische vogel, de garuda) rondgedragen wordt doorheen zijn heiligdom vooraleer hij zich te ruste begeeft met zijn vrouw Laksmi. Alle mannen, ook vreemde toeschouwers, moeten er uit eerbied in bloot bovenlijf lopen. Luid tromgeroffel en het huilen van de kinkhoorn begeleidt die processie. Vele gelovigen vleien zich neer op de grond of kussen de plaats waar de dragers hebben gestapt. Foto’s helaas verboden.

Door de vele regen in Trinco, nam ik tweemaal het avondmaal in een klein restaurantje rechtover het hotel.

- Hoe heet je?

- John.

- Dat is een westerse, een christelijke naam. Ben je christen?

- Ik ben katholiek.

- Ben je van hier?

- Neen, ik kom uit Kandy, maar mijn vrouw is van hier.

- Heb je kinderen?

- Neen, nog niet. We zijn al vier jaar getrouwd.

- Wil je nu al kinderen?

- Ja, heel graag. Maar er komen er geen. Wil je voor mij bidden?

Ik heb het hem beloofd. Beide maaltijden, eentje met garnalen, eentje met vis, waren heerlijk en ik moest met hem op de foto. Als ik de laatste avond buiten stap, loopt hij me achterna en hij vraagt me opnieuw voor hem te bidden. Ik herhaal mijn belofte en raad hem aan in zijn vakantie rustig lang in bed te blijven en van seks te genieten zonder altijd aan kinderen te denken. Als hij binnenkort kinderen zou krijgen, dan blijft hij mij voorzeker eeuwig dankbaar. Voor mijn gebed of voor mijn raad.

Daarna zijn we met hele gezelschap naar Sigiriya gereden. Ik wou er graag de vijfhonderd jaar oude geschilderde nimfen op de rotsen nog eenmaal fotograferen, maar dat is nu verboden. Tegelijk viel de regen met bakken uit de hemel en de nimfen staan 1200 trappen hoog. Ik ben rustig droog in het restaurant gebleven.

’s Anderendaags zouden we de tweede hoofdstad van het land met de fiets bezoeken, maar de nacht voordien kreeg ik ernstige diarree. De volgende dag kwam er een lange busreis. Dus besloot ik een dokter te raadplegen. Want antibiotica zijn hier alleen op voorschrift te krijgen.

Dokters hebben hier geen privépraktijk, maar zijn deel van een polikliniek. Daarbij hoort ook een apotheek. Gelukkig sprak de arts vloeiend Engels, ondervroeg mij, luisterde naar mij, maar gaf dan de uitleg aan de reisleidster. Ik voelde me een beetje kinds. Maar de medicijjman was wel erg geïnteresseerd in de landen waar ik al gereisd had en in de reden waarom mijn Nederlandse begeleidster in Sri Lanka leefde. Toen hij plots mijn leeftijd hoorde, maakte hij zich ongerust en nam nog mijn bloeddruK. Volgens hem was die als van een jonge man. In de apotheek kreeg ik allerhande medicijnen (ook een fles water!) en een rekening van 18.00 € inbegrepen het doktershonorarium.

Dan naar Kandy de voorlaatste hoofdstad en met de huidige Tempel van de Tand. Driemaal daags wordt telkens gedurende een kwartier de buitenste relikwiekast getoond aan het publiek. De tand zit in zeven in elkaar geschoven kasten met zeven sleutels. Zes monniken en de president hebben elk één van de sleutels en moeten dus overleggen als ze de tand zelf willen tonen. Natuurlijk is het trekken, duwen, ellenbogenwerk van gelovigen, toeristen en curieuzeneuzen om bij die relikwie te komen als het deurtje geopend is. Dit was de derde keer dat ik er was en de eerste keer dat ik er in geslaagd ben het te zien EN te fotograferen. Hierbij zit een uiterst zeldzaam beeld van het gouden schrijn!

Ik heb niet verteld van de twee bezoeken aan de natuurparken, want in de komende week, verblijf ik in een derde. Van de twee die ik gezien heb was het eerste het meest indrukwekkende, met grote kuddes olifanten. Ook daarvan laat ik u mee genieten.

Ik wens je nog even het allerbeste. Ayuboya. Tot binnenkort.

------------------------------------------------

Koffie, thee en groenten

Het is mijn voorlaatste dag in Sri Lanka. Nog snel enkele verhaaltjes.

Om te beginnen enig pijnlijk nieuws. Toen ik twee dagen uit Kandy weg was, is er daar een jongetje doodgereden. Spijtig voorval, maar er volgde veel meer. De chauffeur en zijn hulpje waren moslims, het knaapje een singalees, dus hoogstwaarschijnlijk een boeddhist. De ergste nationalistische en/of religieuze fundamentalisten begonnen keet te schoppen. Een menigte is te hoop gelopen en hebben de twee moslims gelyncht. Enkele uren later al is de noodtoestand uitgeroepen en de avondklok ingesteld voor heel het Kandy-gebied. Dit incident toont hoe de verhoudingenin dit land nog steeds op scherp staan, negen jaar na het einde van de burgeroorlog.

In de nasleep zijn uitgaande berichten op Facebook, Twitter, WhatsApp en dergelijke geblokkeerd om uitbreiding van het conflict te voorkomen. Ik heb zonet e-mail geprobeerd en dat lijkt te werken. Zo niet krijg je dit bericht over een paar dagen. Om je gerust te stellen: Hier aan de zuidkust waar ik nu verblijf, is geen probleem.

Toen wij op de weg hierheen stopten voor een snack, kwam er een klas kinderen uit een Islamschool voorbij. Alle schooluniformen in dit land, van staatsscholen, scholen met religieuze inslag, privéscholen, enz. zijn wit. Kijk even heel nauwkeurig naar de foto: jongens en meisjes samen in de klas, de ene juf met, de andere zonder hoofddoek, naargelang ze het zelf willen. Ook die verdraagzaamheidi is deel van Sri Lanka.

Nu terug naar mijn belevenissen. Toen de Britten hier toekwamen in het begin van de negentiende eeuw en ook het binnenland innamen (De Portugezen en de Nederlanders hadden alleen de kust ingenomen met handelsposten) leden ze vreselijk onder de vochtigen hitte. Airconditioning bestond niet en ze waren ‘deftig’ gekleed. Ze leden onder malaria, moeraskoorst, knokkelkoorts en heimwee. Hun ontspanning was whisky, liefst met ijsblolkjes ‘on the rocks’. Het was dus telkens een feest als een schip toekwam met een ijsvoorraad.

Om even te ontsnappen uit die hitte trokken ze de bergen in. Ons reisgezelschap deed dat ook. De kolonisten vonden een onbewoond gebied op 1800 meter hoogte met een eeuwig lenteweertje! Ze hebben bossen gerooid, villa’s gebowd, wegen aangelegd en er inlanders naar toe gebracht om voor hen te werken. Ze creëerden de stad Nuwara Eliya. Even later gingen de koffieplantages ten onder aan een dodelijke plantenziekte, maar net toen had James Taylor zich bekwaamd in het kweken en bereiden van de beste thee. De hoge bergen met een mild klimaat waren de ideale plaats voor deze cultuur en de Ceylon-thee raakte wereldberoemd en werd vooral in Engeland gesmaakt. (Ceylon is de naam die de Britten aan dit eiland gaven.) Dit bleek ook een beste plaats om groenten te kweken op kleine terrasjes. Enkele vierkante meter, telkens een andere variëteit. Deze streek produceert bijna alle groenten voor heel Sri Lanka. Dit is ook de enige plaats op het eiland waar men rozen vindt, elders is het immers te heet. Ik voeg hier twee foto’s daarover bij.

In het Udawalawa Nationaal park waren weer olifanten op de afspraak, maar ook buffels, krokodillen, en veel, veel vogels. Tegelijk bood het park een moment van rust in een druk reisprogramma. Toen ik er drie dage geleden toekwam, vertelde de chauffeur dat het pas de derde regendag was na een droog seizoen. Beide dagen van mijn verblijf zijn er verschillende buien gevallen, maar ons gezelschap had geluk bij de safari: ik zag overal om ons heen donkere wolken en sluiers regen er onder, verschillende jeeps waren drijfnat, op de wegen stonden grote plassen water en wij hielden het droog!

Straks gaan we nog de stad Galle bezoeken, een nederzetting door de Nederlanders voorzien van een fort. Dit oude fort uit de zeventiende eeuw is nog bewoond en is een toeristische attractie geworden, vol winkeltjes met de duurdere souvenirs voor buitenlandse toeristen. Daarna volgt het afscheidsmaal.

Morgen nog een te kort bezoek aan de hoofdstad Colombo. Van daaruit vlieg ik terug.

Tot later. Geniet van en wees dankbaar voor het leven.

Gard

Week 2018-12 - GopuramWeek 2018-12 - Islam schoolWeek 2018-12 - Kathedraal

Gelezen in TERTIO van 7 maart 2018

1 . Dienstmaagdendag

Uit een Standpunt van mevr. Frederique Vanneuville

Met ongedifferentieerde mannenhaat heeft het feminisme vandaag niets meer van doen, wil het relevant zijn. Met systeemkritiek des te meer. Een essentieel probleem dat een centrale plaats moet bekleden in het hedendaagse feministische denken is de schijnbaar banale kwestie van huishoudelijk werk en de miskenning daarvan als wezenlijke bijdrage aan economie en samenleving.

Onder de titel Huishoudelijke arbeid: de stille vennoot van het kapitalisme beschrijft de maandelijkse vrouwenbijlage van L’ Osservatore Romano aan de hand van incognito getuigenissen het wijdverbreide en alombekende systeem van zusters die on(der)betaald in huishoudelijke dienst staan van kerkelijke instituten, priesters, bisschoppen en prelaten, vaak zonder enig arbeidscontract en zonder blijk van waardering voor hun werk. Wie door ziekte of ouderdom haar taken niet meer kan vervullen, wordt simpelweg vervangen – en vergeten, zelfs na dertig jaar trouwe dienst. Interne rebellie en frustratie zijn het gevolg, soms in die mate dat antidepressiva het enige redmiddel zijn om vol te houden.

Het artikel belicht voorts dat de verantwoordelijkheid voor vrouwonvriendelijke structuren in kerk en maatschappij niet uitsluitend in de schoenen van mannen kan worden geschoven. Een universiteitsprofessor die getroffen was door de intellectuele capaciteiten van een zuster en haar een doctoraat wilde laten maken, kreeg een njet van haar overste – ze zou het wel eens te hoog in haar bol kunnen krijgen. Dergelijk stilzwijgend doch actief in stand houden van het systeem maakt hun oversten mee verantwoordelijk.

2 . “Met Franciscus kreeg geloof veel concreter gezicht”

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Op 13 maart is het vijf jaar geleden dat Jorge Mario Bergoglio verkozen werd tot paus en daarbij koos voor de naam Franciscus. Naar aanleiding van dat lustrum laat Tertio Bruno Nève de Mévergnies aan het woord. Hij is de vorige Belgische ambassadeur bij de Heilige Stoel. “Paus Franciscus bewerkte een accentverschuiving naar de barmhartigheid. Dat was een meer dan welkome verademing.”

Naar de periferie

“Al te vaak werd en wordt het christendom gezien als een persoonlijke moraal, maar paus Franciscus gaf een veel concreter gezicht aan ons geloof. Hij verlegde de klemtoon naar de prioriteiten van het verhaal over het Laatste Oordeel in Matteüs 25. Daar wordt niet gevraagd of je wekelijks naar de eucharistie ging en de dogma’s accepteerde, wel wat je voor de minsten hebt gedaan. Franciscus vraagt ons niet naar binnen te kijken maar naar buiten, niet naar onszelf maar naar de anderen. Hij richt onze ogen op de mensen in de periferie, op de armen in de derde wereld én in ons midden, op de mensen die door oorlog en geweld moeten vluchten. Hij alarmeert ons: kijk naar die mensen, het zijn uw broeders en zusters, allen kinderen van God. Help hen.”

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Groenen avant la lettre

De bijbel heeft een voorliefde voor elke uitdrukking, elke vorm van leven – ook voor de natuur, de dieren, maar vooral voor de mens, omdat God de Schepper en de ‘eigenaar’ is van het leven. Joden waren dus ‘groenen’ avant la lettre. Het verwondert me dat men in onze beschaving, die zo gevoelig is voor de zure regen en de jacht op zeehondjes, zo gemakkelijk beschikt over mensenlevens. Met al onze zorg voor de natuur vergeten we de mens… Hoe beschaafder een samenleving, hoe meer ze moet beseffen dat het menselijke leven heilig is, omdat geen mens zichzelf het leven geeft. God geeft het ons. Hoe beschaafder, ontwikkelder, geperfectioneerder een samenleving is, des temeer moet ze het leven beschermen. En hoe zwakker, bedreigder een mensenleven is, hoe meer aandacht en tederheid het vraagt. Ik durf zelfs te zeggen dat de liefde voor het ongeboren kind groter moet zijn dan voor een volwassene. Die liefde voor het kleine is in onze natuur ingebakken. Dus doet de kerk eigenlijk niets anders dan zeggen wat ook jij diep in je hart voelt, als je het helemaal vrij laat spreken, zonder passies, zonder egoïsme: de vanzelfsprekende liefde voor het kleine, zwakke en gehandicapte, de liefde voor oudere mensen.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

Week 2018-12 - K & L lay out titels0001

woensdag 14 maart 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De aarde in zijn zonnestelsel

Tijdens de vasten wordt er veel over bevrijding gesproken: persoonlijke, collectieve en sociaal-economische… Allerlei pastorale initiatieven worden in dat verband genomen, maar de bijbel komt daarbij weinig ter sprake. Onze vastencampagnes lijken soms op satellieten die hun baan om de zon kwijtgeraakt zijn. Als onze acties niet wortelen in een gelovige lezing van de Schrift, dan zal het Woord Gods ons leven en dat van de maatschappij nooit diepgaand veranderen. Wij gaan er altijd van uit dat wij zelf het heil tot stand brengen! In zijn brief over de tijd na het jubeljaar nodigt paus Joannes Paulus II ons uit om alle activisme te corrigeren en over te schakelen van doen op zijn, om eerst naar God te kijken en deel te hebben aan zijn leven. Het beste middel om de aarde weer in haar zonnestelsel te brengen is haar verbinden met Gods handelen.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 7 maart 2018

Ons Leuven over Bertem, Korbeek-Dijle en Leefdaal

Artikel van Timo Van Havere uit de Nieuwsbrief nr. 28 van juli 2013 van de Erfgoedkamer Bertem

Tijdens de jaren 1920 werden verschillende lokale katholieke kranten opgericht. Zo bestond er Ons Tienen. Orgaan der katholieke partij van Tienen en omstreken en Ons Tervuren. Katholiek Vlaamsche Weekblad voor Tervuren, Duisburg, Vossem, Everberg en omstreken.

Toevallig konden we enkele nummers inkijken van nog een ander blad, Ons Leuven. Katholiek weekblad voor Leuven en omstreken. Deze krant werd opgericht in juli 1928, maar verwaterde al snel tot een politiek pamflet. Tijdens de eerste twee jaren van haar bestaan publiceerde ze allerhande artikeltjes over Bertem, Korbeek-Dijle en Leefdaal. We kozen er enkele uit.

BERTHEM. – Vandalenstreek. – Vorige nacht, werd aan het bekend rijwielmakershuis E. Meeus, Alsemberg, alhier, de kostbare gummidarm, ter waarde van 400 fr., dienende op de naftavergaarbak voor auto’s, doorgesneden, waardoor een massa benzine verloren liep. Een streng onderzoek is ingesteld. (7 oktober 1928)

CORBEEK-DYLE. – Zooals door ons aangekondigd, werd zondag het beeld van de H. Theresia van ’t Kindje Jezus, op luisterrijke wijze gewijd en ingehuldigd. Reeds van 1½ uur vormde zich een praalstoet in de Broekstraat, grensscheiding van Heverlee en Corbeek-Dyle. Vervolgens toog deze stoet, bestaande uit groepen, verkleede ruiters, padvinders, H. Hartbonden, Boerengilden, muziek- en andere maatschappijen, maagdekens en gekostumeerde groep, verbeeldende het lijden van O.L.H, enz., door het puik versierde dorp. Ook het groote beeld van de lieve Heilige Theresia en een praalwagen, puik ingericht, waar de Heilige Theresia verbeeld werd door een lief, braaf meisje van de gemeente. De geestelijkheid sloot den stoet.

Overal had men om het meest geijverd en gewerkt om huizen en straten te versieren en te bevlaggen. Tientallen zegeboogen waren opgericht. Het volk was van alle kanten toegestroomd, daar het puik weder als weggeleid scheen voor dit feest.

Door Mgr Quirius Nols, Prelaat der abdij van Park (Heverlee), bijgestaan door eenige E.H. Kanunnikken derzelfde abdij, werd op een prachtig verhoog, de stoet in oogenschouw genomen. De Hoogw. Prelaat zegende het volk en inzonderheid de kleine kinderen. Z.H.W. volgde dan met mijter en staf, den stoet en ging vervolgens over, in de kerk, tot de wijding van het groote beeld van de H. Theresia.

Week 2018-10 - 001

Lof volgde met sermoon, en de lieve kerk was stampvol. In een woord, het was meer dan een feestdag te Corbeek-Dyle – het was een Hoogdag – De brave bevolking haalt eer van de versiering. (21 oktober 1928)

LEEFDAEL. Wij maakten melding van de brutale aanranding op den eenzamen weg Berthem-Leefdael (gehucht Ste-Verone) van het 16-jarig meisje B…, van Berthem, die ’s avonds alleen huiswaarts ging en benevens de kapel van Ste-Veronica, te Leefdael, op ’t onverwachts aangevallen werd door zekeren V…, van Leefdael, een slecht befaamde kerel. Daar de klacht niet onmiddellijk ingediend werd, kon het gerecht ook niet eerder ingrijpen. Gedurende het ingestelde onderzoek, waarbij tal van getuigen naar Leuven geroepen werden, bleken de feiten nogal bezwarend voor den dader, die dan ook ingerekend werd en gevankelijk te Leuven werd gevoerd Dinsdag morgen. Het is voor de bevolking aldaar een ontlasting en die zaak wordt druk besproken. Het onderzoek duurt steeds voort. (21 oktober 1928)

LEEFDAEL. – Baankoers. – Heden Zondag, 11 Oogst, zal alhier, door de club “De Snelle Wielrijders”, lokaal “Casino”, bij A. Van Esch, een baankoers voor alle onderbeginnelingen ingericht worden over een afstand van 50 km. goede wegen, 600 frank geldprijzen worden uitgeloofd. Inschrijvingen bij Van Esch, tot aan ’t vertrek der koers te 14½ uur. (T.) (11 augustus 1929)

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Gebroken lichaam

Men zegt weleens dat onze tijd gekenmerkt wordt door de ontdekking van het lichaam. Van het mooie, sterke, atletische lichaam. Van het lichaam als meesterwerk van de Schepper en als tempel van de Geest. Het is wellicht zo dat wij meer dan ooit proberen ons lichaam echt te bewonen. Maar onze tijd is ook de tijd van de gekwetste lichamen, verscheurd door zoveel oorlogen, van binnenuit aangetast door zoveel kwaad. Christenen moeten leren gekwetste mensen te ontdekken, hen lief te hebben en mee te werken aan hun heling. Want een gekwetst lichaam kan een bron van levend water worden: is het niet uit de doorboorde zijde van de gekruisigde Christus dat het water en het bloed stroomden die de wereld zouden redden? De diepe liefdesband met de arme, de zwakke, de verdrukte leidt ons binnen in de liefde van Jezus en zijn Vader. Op het eerste gezicht kan het kijken naar de verwondingen van anderen ons verdrietig maken. We zouden ons liever willen wegdraaien van lijdende mensen. Hun verwondingen openbaren ons immers wat er in onszelf nog gekwetst is. Maar als je deze mensen aanraakt, als je je verbindt met hen, dan pas zal dat levend water van het mee-lijden in je opborrelen, in de ware betekenis van het woord: samen met de gebroken mens kun je binnengaan in het geheim van Jezus’ paasmysterie: sterven om te leven. Want Jezus leeft in arme, gekwetste lichamen. Hun verwondingen zijn de zijne.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels