woensdag 14 februari 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Liefde in september

Liefde is een soort plant die groeit en die in de loop van haar groei van gedaante verandert. Elke liefde begint met de woorden: ‘Omdat jij mooi, verstandig, lief, ijverig, goed, begrijpend bent, omdat jij al deze kwaliteiten hebt, daarom hou ik van je.’ Maar welke vrouw of man kan in de loop van haar of zijn leven, dertig, veertig, vijftig jaar lang, al deze kwaliteiten, die de partner haar of hem toebedacht, blijven waarmaken? Indien liefde daarop blijft voortbouwen, indien je elkaar zo in bezit blijft nemen, dan zal je liefde sterven. Want mannen en vrouwen worden ouder en verliezen sommigen van hun kwaliteiten… Zo zijn er liefdes die breken, zoals een blad van een boom na het volle leven van de zomer in september of oktober op de grond valt. Intussen moet er iets met die liefde gebeuren. Zoals een pop vlinder wordt en van gedaante verandert, zo moet de liefde ook veranderen. Steeds meer wordt liefde: ‘Ik bemin je om wie je bent, gratis. Ik geef me prijs aan jou en geef me aan jou, ook met je fouten en gebrek aan kwaliteiten.’ Liefde wordt dan in plaats van grijpend en ‘iets voor mezelf nemend’, gevend en aan de ander overgeleverd. Met de liefde moet gebeuren wat met de hand van een kind gebeurt: als een kindje wordt geboren, houdt het de vuistjes toe. Dat is bijna symbolisch: mijn leven hangt af van wat ik kan grijpen. Naarmate een kind groeit, gaat het handje open. Het gaat alsmaar minder grijpen en meer geven. Dat moet ook met de liefde gebeuren, anders overleeft ze de maand september niet.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels