woensdag 26 december 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Steeds dichterbij

Het is de liefde die God heeft aangezet om deemoedig te worden, om de nabijheid van de mens van zo dichtbij op te zoeken. Sinds God God is – dat is sinds altijd – streeft hij ernaar om zo dichtbij te komen: eerst door zijn schepping, want het scheppingsverhaal doet ons God ontcijferen in al zijn densiteit: ‘Ze zullen mij in mijn schepping zoeken. Ik blijf er, niet alleen naast hen, maar in hen, want het levenssap waardoor zij leven, dat komt van mij.’ Maar God was niet tevreden met communicatie zonder woorden. Hij ging over tot verbale communicatie, hij sprak de mensen aan. Dat deed hij in de bijbel, in zijn woord, en dat maakt hem nog kwetsbaarder, want hij is voortaan blootgesteld aan vragen en dialoog. Tenslotte zal Gods liefde voor de mensen hem ertoe brengen nog dichterbij te komen: hij komt zelf als Mens tussen de mensen. Die nabijheid van de liefde is zo groot dat zij de nabijheid wordt van een menselijk avontuur, van de geschiedenis, van lijden zelfs en dood.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

Gard Vermeulen schrijft ons: Ethiopië, land met een lange geschiedenis – deel 3

Nadat ik je het vorige verhaal stuurde, ontmoette ik in Lalibeli Wubshet, de oudste in een boerenfamilie van zeven kinderen. In zijn jonge jaren was er in het dorp geen lagere school. Zijn vader was een hevige fan van Mengistu, de communistische heerser van die tijd. Daarenboven wilde hij dat al zijn kinderen in de landbouw zouden terecht komen. Maar de broer van zijn moeder, leerde de kleine lezen en schrijven. Even terzijde: het Ethiopisch alfabet telt 36 letters, maar om in de moderne wereld te kunnen schrijven of met smartphone en computer te werken, moet je ook de 26 letters van ons ABC kennen en vlot kunnen gebruiken.

Die oom bracht de jongeman later in contact met de grote Duitse filosofen: Hegel, Kant, Heidegger, en zo meer. Zijn petekind zou geen arme boer-schooier worden! Net voor zijn achttiende verjaardag verliet Wubshet het huis en trok naar de stad, Lalibela. In negen jaar voltooide hij de twaalf studiejaren van lager en middelbaar onderwijs en is nu op zijn zevenentwintigste in zijn toelatingsexamen voor de universiteit geslaagd. Hij wil burgerlijke bouwkunde studeren (om de kost te verdienen) en kunsten (want hij musiceert graag en schrijft gedichten.) In die tijd is hij ook zijn geloof verloren, zegt hij, vanwege de holle woorden en de triestige levenswijze van de orthodoxe priesters. Ik vermoed dat ook de filosofen hebben meegespeeld en het anonieme leven in de stad.

Ik ben op zijn huurkamer geweest: een gedeukte matras op de grond met een paar lappendekens er overheen, daarnaast een stapeltje boeken en schrijfpapier en in een andere hoek een hoopje kleren. Al de rest is buiten te doen. Hoe komt hij aan zijn kost- en studiegeld? Met klusjes en schoenen poetsen, zegt hij. Dat kan toch niet voldoende zijn! Tot mijn verbazing vraagt hij mij geen geld of boeken. De uitzondering tussen alle bedelaars hier.

Als ik twee dagen later naar Dessie rijd, beland ik bijna van het ene ogenblik op het andere van de groene Lasta bergen in een steen- en zandwoestijn. Het landschap lijkt bijna zo vlak als een biljarttafel en het is hier en daar gekleed met groene doornbomen en acacia, verderop met enkele droge parasolbomen en voor de rest ligt de grond er zo goed als naakt bij.

Dit is het land van het Afarvolk. Hoe zij aan de kost komen? Ik weet het echt niet. Zij zijn half-nomaden en ik zie soms een karavaan kamelen voorbij wiegen. Vroeger brachten zij zo goederen van de ene einder naar de andere, maar nu daveren zwaar beladen camions over de hoofdweg van Djibouti naar Addis Abeba. Verder tel ik wat geiten, maar of ze van het vlees kunnen leven? Dan loopt hier en daar nog een ezel rond. Langs de weg liggen er honderden witte plastieken zakken gevuld met houtskool. De Afar hakken de weinige struiken om, laten ze in een gedekte oven tot houtskool verkolen en verkopen die aan passanten en stadsmensen.

Uit noodzaak dragen alle mannen een mes en velen hebben het aangevuld met een kalasjnikov. Het harde gevecht voor het leven heeft hen eerder nurks en bonkig gemaakt. De vrouwen trekken zich schuw terug naar Arabische en moslimgewoonten. Ik kan uiteraard niet controleren dat meer dan negentig procent van de meisjes besneden worden, al is er nu een campagne op gang gekomen om dit gebruik te bannen.

Met een vriendelijk praatje kom je ver. De Engelse woorden tellen nauwelijks, de gebaren zijn veel belangrijker. Vele vrouwen en enkele mannen weigeren een foto te laten maken. Maar anderen zijn fier en dringen er op aan. Zij willen hun beeld zien en tonen het fier aan hun buren. Met velen dringen ze dichtbij, rukken haast de camera uit mijn handen. Ik blijf alert, schud wat met mijn hoofd, tover een glimlach op mijn lippen, wapper wat met mijn handen en leg een arm om een schouder, laat me ook fotograferen. Want een incident is gauw gebeurd, zij zijn met velen en hebben messen of geweren.

Een keer per jaar vergaderen ze en dan groeit het plaatsje tot honderden of duizenden familiehutten, als een groot uitgevallen struisvogelei maat XXXL zo ovaal. Met zo’n massa samen is drinkwater een probleem. Daarom bouwt de regering een hoge watertoren. Wanneer hij zal klaar zijn, is niet bekend. Ondertussen zeulen vrouwen of ezels met tien-literkannen naar en vooral van de bron mijlenver naar de woonkrot.

Op weg naar Harar in het oosten rijd ik plots weer tussen groen-belegde bergen en terrasteelten in de vruchtbare valleien. Maar de huizen blijven lemen hutten en de bewoners lopen er sjofel bij. Armoezaaiers lijken het, op het randje van het leven. Kinderen en jongelui tieren hier in overvloed, maar waar moeten zij een beter bestaan vinden? Er is nauwelijks een uitweg uit de landbouw op altijd maar kleinere percelen.

Tot ik wat later overal op de hellingen cat-struiken zie groeien. Dat is groot geldgewin, een uitweg uit armoede voor de boeren. Want cat is de extasy van de natuur. Het geeft de kauwer een vrolijk gevoel en meer energie. De chauffeurs op het langeafstandstransport gebruiken het ook: voor meer vreugde, meer werkuren en meer loon. Helaas is het ook de verdoken oorzaak van vele vreselijke verkeersongelukken. Vandaag heb ik vijf zware accidenten opgemerkt, verse en oudere: een vrachtwagen tegen een bus met verwoeste stuurcabines, een camion boven op een huis, een camionette over kop in de diepte, twee uitgebrande bussen langs de weg. De wrakken blijven liggen. De doden en de gewonden zijn verdwenen, maar niet vergeten door hun families.

Bij het naderen van de stad, kruipt de bus door het drukke verkeer. De oploop is te ‘danken’ aan de cat-markt. Hier worden zo te zien, tonnen per dag verkocht. Ongegeneerd zeulen kerels met armsvolle bussels door de straat. Hier en daar gilt er iemand dat ik niet moet fotograferen. Al is de sfeer rumoerig, er gebeurt niets, behalve wat gehaspel tussen twee kruiers. Deze harddrug is niet verboden in Ethiopië. De handelaars worden rijk, de gebruikers worden verslaafden. Zij verwaarlozen en verliezen hun werk. Ze geraken vrienden en collega’s kwijt die hen niet meer herkennen. Hun families vallen in een put van armoede en sluiten de sukkel buiten. Hij komt terecht in de goot van de maatschappij.

Als ik alleen door de stad trek, hurken op de stoepen van de hoofdstraat talloze verkoopsters van snuisterijen, fruit, groenten en van cat. Een dagportie kost ongeveer 300 Birr (10 €) en het gemiddeld dagloon in dit land is 100 tot 200 Birr. Hoe doen ze het? Elke vijf meter zit of ligt wel een of enkele verslaafden de verse blaadjes van de stengels te plukken of, slechtere kwaliteit, op de houten takjes te kauwen, uitbundig vrolijk te zijn, te soezen of te slapen. Soms lijken ze wel dood. Bij de trosjes verkoopsters zitten ook de helft aan het spul.

Ik keer weer naar het hotel. Ik heb er genoeg van uitgestoken handen te zien en ‘pen’, ‘money’ of ‘T-shirt’ te horen. Veelal van verarmde verslaafde schobbejakken. Andere keren wellicht van mensen die ongewild aan de zelfkant van de maatschappij terecht kwamen. Ik heb er genoeg van heel de tijd ‘farangi’ (vreemdeling) te horen. Soms is het een begroeting van-men-weet-niet beter, vaker is het een scheldwoord of dreigende taal. Ik krijg diep in mij het gevoel hier ongewenst te zijn zoals vreemdelingen bij ons. Meer dan ooit wens ik dat vluchtelingen en migranten bij ons vriendelijker ontvangen worden.

Met Chacha stap ik ’s morgens door hetzelfde Harar. Eerst door de tweedehands markt. Op de stoep en er naast liggen bergen kleedjes en broeken, vooral voor de kleintjes. Het is er wringen de drummen. Dan weer me opzij persen om een kruier door te laten die een nieuwe voorraad aanbrengt. De winkeltjes zijn volgepropt met afvalplastiek of metaal. Ook met geherwaardeerde wisselstukken van auto’s en fietsen. Een kat zou er haar eigen jongen niet in terug vinden maar de uitbaters weten elk gewenste stuk liggen in die onoverzichtelijke hoop. Vooral onderdelen van de oeroude Peugeot 404 zijn gezocht. De tientallen exemplaren die nog rijden zijn ooit ingevoerd uit Djibouti, toen nog een Franse kolonie. Ze worden nu met touw, spuug en vindingrijkheid aan elkaar gehouden en dienen als plaatselijke taxi. Daarna struin ik door de kruidenmarkt. Ik versta de uitleg die Chacha geeft, maar ik onthoud het niet. Hij toont de verschillende granen en zaden. Ik kan zijn woorden en mijn foto’s niet meer bij mekaar brengen. Maar wat geeft het, het is een feest van kleuren!

Vannacht is een onweersbui over Arbaminch getrokken. Een uur lang is de regen met bakken uit de hemel gevallen. En dat in het droge seizoen! Ook hier laat de wereldwijde klimaatverandering zich voelen.

Ondertussen is de reis al een stuk naar het zuiden opgeschoven. Morgen gaat het nog verder tussen verschillende kleinere volken met elk eigen levensgewoonten en gebruiken. Ik kijk er naar uit.

Ik toon je hierbij nog een foto van de Afar-hutten en van de catmarkt dicht bij Harar.

Week 2018-52 - Gard Ethiopië Afar-huttenWeek 2018-52 - Gard Ethiopië catmarkt

Tot binnenkort.

Gard

woensdag 19 december 2018

Gard Vermeulen schrijft ons: Ethiopië, land met een lange geschiedenis – deel 2

Christenen vormen de meerderheid in Ethiopië naast moslims en verschillende animistische stammen in het zuiden.

Ik vertelde vorige week al hoe de koningin van Sheba, volgens de legende, een zoon Menelik kreeg na haar bezoek aan koning Salomon van de joden. Toen de jongeman een sterke tiener werd, keerde hij terug naar zijn vader om opgeleid te worden voor het koningschap. Als hij daarmee klaar was, ontving hij bij zijn terugtocht een geschenk: de Ark van het Verbond, waarin de joden de twee stenen tafelen bewaarden met de tien geboden. Het was tegelijk het tabernakel waarin God woonde tussen zijn volk.

Menelik I regeerde in Aksum over Ethiopië rond het jaar 200 vóór Christus. Het land strekte zich ook uit over Sheba (nu Yemen), Nubië (nu Soedan) en Zuid Arabië. Wellicht leefde er toen al een joodse kolonie in dit land. Zeshonderd jaar later bekeerde de koning van toen zich tot het christendom en verwachtte dat het volk zich ook zou bekeren. Hij bouwde voor de Ark een kerk in Aksum. Men vertelt dat de oorspronkelijke Ark er nog altijd bewaard wordt, maar door niemand mag gezien worden, zelfs niet door priesters en bisschoppen. Alleen een oude monnik heeft de enige sleutel van de kerk.

Elke kerk in dit land is gebouwd naar het voorbeeld van de eerste tempel van Jeruzalem, de tempel van koning Salomon. Ze heeft een voorhof waar iedereen is toegelaten en waar de muziek en de zang plaats heeft. Dan is er een gedeelte voor de gelovigen, waar ze de communie ontvangen en tenslotte het Heilige der Heiligen, waar alleen priesters en diakens toegang hebben. Elke kerk heeft ook een kopie van de Ark in het derde deel. U ziet, deze christenen, het zijn sinds de grote scheuring van de elfde eeuw orthodoxen, hebben veel meer belangstelling voor het oude Testament, dan wij Roomse katholieken. Verder gebruiken ze vaak legendes en verhalen en zeer veel symbolen. Overal waar iets in drievoud voorkomt verwijzen ze naar de H. Drie-eenheid, waar tien voorkomt zijn het de tien geboden, waar twaalf opvalt zijn het de apostelen, waar twee voorkomt is dit het teken van het oude en het nieuwe Testament. Een voorbeeld? Muziek wordt gemaakt met een trom met twee vellen. Het kleine vel staat voor het Oude Testament, het grote voor het Nieuwe. Daarnaast gebruikt men een sistra, waar belletjes gespannen zijn op drie rijen tussen twee zijplaatjes. De drie draden staan voor de Drievuldigheid, de zijlamellen zijn de ladder van Jacob tussen hemel en aarde, zoals de muziek zelf.

Enkele dagen geleden was ik op het feest van Maria van Sion in Aksum. Dit is een zeer groot feest en zowat een half miljoen mensen komen er op af. Op de vooravond heb ik meegestapt in de kaarsjesprocessie. Eerlijk gezegd, ik heb meer gefotografeerd dan gebeden. Twee kaarsjes gekocht (ze worden per paar verkocht) en dan geprobeerd om mezelf tussen de massa in de processie te wurmen. Het is drummen en duwen van jewelste. Die processie gebeurt in het voorhof rond de nieuwe kerk. Op het gras zitten en liggen opeengepakt, de bedevaarders die zich klaar maken om hier de nacht door te brengen met zang, dans en gebed. Ondertussen galmt er door de luidsprekers een ellenlange preek. De processie loopt rond de achthoekige kerk, ongeveer de grootte van de Basiliek in Scherpenheuvel. Ik geef mijn kaarsjes aan twee van de pelgrims in de hoop dat ze voor mij bidden. Elke keer is een glimlach mijn beloning. Zelf schuifel ik verder mee met de stoet, maar het duurt drie kwartier om eenmaal rond te raken.

’s Anderendaags in de voormiddag is er weer een optocht. Ik ga staan aan het eindpunt, dicht bij de aartsbisschop-emeritus. Terwijl we wachten zingen twee rijen diakens psalmen en teksten uit de bijbel in een eenvoudig en traag ritme. Ze zijn mooi uitgedost (zie maar naar de foto), wiegen zachtjes heen en weer, veranderen van plaats.

Week 2018-51 - Gard Ethiopië processie

De TV maakt opnamen, bezoekers en fotografen lopen door elkaar, alles heel feestelijk en vol verwachting. Maar voor mij dringt de tijd en ik moet weg vóór de apotheose.

De bezoeken van gisteren brachten me in een andere tijd en in een andere plaats. Toen het koninkrijk van Aksum instortte rond het jaar duizend, duurde het even vooraleer er een nieuwe machtige dynastie van de Zygwe opkwam en haar hoofdstad meer naar het zuiden bracht. Op Kerstmis 1101 (Ethiopische tijd, ongeveer 1108 West-Europese tijd) werd Lalibela geboren, de troonopvolger. In zijn jonge jaren bleek hij een verwoed reiziger: Hij bezocht het H. Land dat toen reeds een twistappel was tussen kruisvaarders en moslims. Hij trok ook door Libanon, Syrië en Griekenland. Toen hij 56 was, werd hij koning. Om de gevaarlijke reis naar Israël voor zijn gelovigen te besparen, bouwde hij een nieuw Jeruzalem. Hij liet uit de rotsen in totaal elf kerken houwen in de plaats die nu naar hem Lalibela heet. Ik heb gisteren tien ervan bezocht, in een hobbelig en bergachtig terrein. Best vermoeiend, maar ook zeer boeiend.

De meest bekende kerk van het stel is de Sint-Joriskerk. Het was zijn laatste bouwwerk, tegelijk het meest opvallende waarvan de foto in elke reisbrochure staat. En die ik ook met dit verhaal meestuur.

Week 2018-51 - Gard Ethiopië Sint-Joriskerk

Er hangt ook een symbool en een verhaal aan vast. Eerst het symbool.

De wereld werd tweemaal van de ondergang gered: een eerste keer door Noach met zijn ark vol dieren en een tweede maal door Christus die op het kruis stierf. De kerk is uiterlijk gebouwd in de vorm van een kruis, maar draagt ook eigenschappen van de ark in zich. Drie lagen waarvan de onderste voor de zware dieren zonder openingen naar buiten, de tweede voor de kleine dieren en de derde voor de familie voorzien van twaalf ramen, versierd met de olijftak die de duif terugbracht als er weer land bloot kwam na de zondvloed. Enzovoort.

In de twaalfde eeuw werd weer een kruisvaart georganiseerd om Jeruzalem te bevrijden van de moslims en de paus vroeg aan Lalibela om met zijn leger deel te nemen. Lalibela antwoordde in een brief “Ik zie geen verschil tussen u en de ongelovigen.” Dit wordt geschreven ongeveer honderd jaar na de grote scheuring in de kerk tussen Roomsen en Orthodoxen. Saladin, de moslimheerser over Jeruzalem, is dankbaar omdat Ethiopië hem niet kwam bevechten en in zijn dankbrief aan Lalibela belooft hij hem het echte kruis te schenken waaraan Christus is gestorven en dat in Jeruzalem bewaard werd.

In zijn dankbrief antwoordt Lalibela dat hij bezig is een waardige kerk klaar te maken (dat is de Sint- Joris) maar dat hij zelf te oud is om de reis te maken. Hij is dan reeds vooraan in de negentig. Een opvolger met een kopie van deze brief zal later het kruis komen ophalen. Maar zijn neven en zijn zoon die hem opvolgen, hebben wel andere katten te geselen, want de dynastie wankelt. Als enkele decennia later de opvolger toch het kruis gaat ophalen is het in handen van andere christenen en die zeggen dat Ethiopië niet het ganse christendom vertegenwoordigt en hij krijgt slechts het deel waar de rechterarm van Christus ooit hing. Dit deel wordt nu bewaard in een andere kerk, een bedevaartplaats honderd kilometer hier vandaan. Lalibela overlijdt als hij 95 is en de plaats waar hij de kerken bouwde is nu naar hem genoemd.

Een goede raad: beoordeel dit verhaal en de data niet met westerse precisie, maar met een geest van sages en sprookjes. Ze zijn zo mooi, nietwaar!

Morgen verlaat ik het bergland en daal af naar de hooglanden (600 meter boven zee) van het zuiden, met eerst nog een tussenstap naar het oosten, het deel waar vooral moslims wonen. Ik vertel je later wel hoe het mij dan vergaat.

Groeten uit dit warme land.

Gard.

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Vrijheid van hart

Iconen tonen ons Jozef soms in een hoekje, verloren tussen de andere personages in de stal, het hoofd in de handen: hij twijfelt. Hij kent onze beproeving: die van het scepticisme en de twijfel. Hij voelt zich beproefd in wat hem het heiligste is: zijn liefde voor Maria en het plan van God over hun huwelijk. Maar hij houdt vast aan het woord van God, boven alle twijfel heen. Matteüs zegt over Jozef: ‘Hij was een rechtvaardige man.’ Maar wat is dat? Een rechtvaardig mens ben je als je niet meteen je eigen impulsen volgt, je eerste spontane reactie, als je niet zomaar doet zoals alle anderen doen, maar allereerst op zoek gaat naar de wil van God. Zelfs als die op het eerste gezicht mysterieus, onbegrijpelijk is. Jozef wil niet zelf oordelen, hij laat het oordeel over aan God. hij volgt de weg die God hem openbaart: stap voor stap, altijd verbonden met Gods wil, die dag na dag duidelijker wordt. De rechtvaardige heeft die vrijheid van hart die zich niet gebonden weet door wat ‘normaal’ is, niet door wat menselijk gesproken juist is, volgens de wet en de regels. Jozef valt niet in de strik van een rechtvaardigheid die alleen steunt op dossiers, want de realiteit is vaak veel rijker en complexer dan dossiers. Hij heeft nog een andere gave, die wij vaak missen: hij opent zich voor het mysterie van God en zijn plan. Hij weet dat er zoveel dingen zijn die zijn begrip te boven gaan. Hij houdt zich vol respect op afstand van dat grote mysterie van Maria en haar moederschap. Hij gaat binnen in de weg van ontvankelijkheid, beschikbaarheid, luisterbereidheid. Hij ontvangt Maria in zijn huis, hij neemt haar niet. Zij is niet van hem, maar van God.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 12 december 2018

Gard Vermeulen schrijft ons: Ethiopië, land met een lange geschiedenis – deel 1

Sinds enkele dagen laat ik mij warmen in de zon van Ethiopië. Dit land, zo groot als Spanje, Frankrijk en België samen, ligt halfweg Afrika, nog net ten noorden van de evenaar en aan de oostkant van het continent. Het ligt tegenover Saoudi-Arabië en Yemen, maar komt niet aan zee. Zo dicht bij de Arabische wereld is het niet te verwonderen dat er veel moslims leven. Het overgrote deel is echter Orthodox Christen. Daarover vertel ik wel eens later.

Het ontstaan van het land, of liever van het vorstenhuis, begint bij een Bijbelverhaal. De koningin van Sheba was er op gebrand om koning Salomon van Israël, zoon en eerste opvolger van Koning David, te ontmoeten. Zij had vernomen dat hij heel rijk en heel wijs was. Dus reisde ze naar Jeruzalem en kwam zeer sterk onder de indruk van deze imposante vorst. Tot daar het bijbelverhaal. Dan begint het Ethiopische koningsverhaal.

De koningin wil niet in het paleis van haar gastheer logeren maar verblijft op haar boot. Salomon, de rokkenjager, had reeds een paar honderd vrouwen en wil ook graag met haar … Hij nodigt haar dus uit voor een diner. Zij stemt toe op één voorwaarde: dat hij haar niet met geweld zou nemen. Hij stelt een tegenvoorwaarde: dat zij niets van zijn bezit zou aanraken zonder zijn toestemming vooraf. Zo gezegd, zo gedaan. De sluwerd echter laat zijn spijzen sterk kruiden en zouten. Op een wat verdwaald moment grijpt de koningin spontaan een glas water en brengt het aan haar lippen. De koning wordt kwaad want zij heeft, zo zegt hij, haar belofte gebroken en zo moet hij zich ook niet meer houden aan zijn belofte. Ze hebben dus gemeenschap. ’s Anderendaags reist de koningin af met twee koninklijke geschenken: de echte ‘Ark des Verbonds’ (waarin ooit de twee stenen tafels met de Tien Geboden bewaard werden) en een schoot vol verwachting. Uit haar wordt Menelek geboren.

Menelek I is de eerste koning van het Ethiopische vorstenhuis. Hij regeerde in Aksum rond het jaar 200 voor Christus. Een beetje eigenaardig als men historisch aanneemt dat Salomon wellicht zevenhonderd jaar eerder leefde. Maar de telkunst van de Ethiopisch-orthodoxe kerk is wel vaker wonderbaarlijk.

Het koningshuis regeerde met vallen en opstaan tot in de veertiende eeuw. Dan verpulverde het rijk, tot 150 jaar later een man opstaat en beweert dat hij afstammeling is van Menelek, zoon van Salomon. Hij brengt de kleine rijkjes weer tot eenheid.

Bij het begin van de zeventiende eeuw bekeert keizer Susenyos I zich tot het Rooms-katholicisme en eist dat zijn onderdanen zouden volgen. Die blijven hun oude geloof trouw, komen in opstand en 20 000 rebellen worden gedood. De protestbeweging kiest Fasilides, zoon van de keizer, tot nieuwe vorst. De jonge keizer sust het volk, blijft orthodox christen, verhuist de hoofdstad meer naar het centrum van het land, naar Gondar, bouwt er zijn burcht en acht orthodoxe kerken in de omgeving.

Elk van zijn zeven opvolgers bouwt telkens een eigen paleis zoals bij ons de kinderen ook telkens een nieuw huis bouwen en het ouderlijke ontvluchten. Zo staan er nu in het park zeven kastelen. Maar keizer zijn in die tijd is vaak een zeer kortstondige job, meestal korter dan een jaar. Een van de uitzonderingen was muziekliefhebber, een andere koos voor de jacht. Die laatste liep daarbij gele koorts op. Doodziek werd hij verzorgd door de fraaie dochter van de boer waar hij logeerde. Toen hij wonderlijk genezen was, keerde hij terug naar zijn paleis, vroeg de dochter om hem ook hier liefderijk bij te staan. Hij huwde haar en toen hij vroegtijdig overleed, was zijn zoon te jong om te regeren. Daarom nam de weduwe de macht over en bouwde haar eigen kasteel, een subtiel voorbeeld van Italiaanse elegantie.

Toen in 1866 het Suezkanaal open ging, wilden vele Europese machten een deel van de koek. Italië liet het oog vallen op Abessinië, toen nog de naam van het huidige Ethiopië. Het begon met handelsrelaties, schakelde over naar politieke druk en eindigde met macht. In 1896 werdt het Italiaans leger echter verslagen door het Ethiopische onder leiding van Menelik II. Dat is nog steeds de enige keer in de geschiedenis dat een Afrikaans leger een Europees heeft klein gekregen. Onder Mussolini hadden de Italianen meer succes in 1935. Na het uitbreken van de wereldoorlog was Italië in het vijandelijke kamp van de Britten terecht gekomen en die laatsten verjoegen hen uit Ethiopië al in 1941. Met uitzondering van de zesjarige bezetting heeft dit land nooit vreemde overheersing gekend!

Ik ben al te lang bij de politiek gebleven. Laat me nu een van de prachtige plekken tonen van het noorden: De watervallen van de Blauwe Nijl. Deze arm van de Nijl ontspringt in het Tanameer en maakt dan een grote bocht naar het zuiden vooraleer af te stevenen naar het noorden, als een groot omgekeerd vraagteken. Onderweg davert er een majestueuze waterval in de diepte. Dankzij een overvloedig regenseizoen is dit nu een groots juweel in een landschap dat zich al prachtig ontvouwt in en rond de grote slenk. De aarde scheurt immers langzaam open van hier tot bijna in Zuid-Afrika. Het oosten drijft weg van het grootste stuk van het werelddeel, met een snelheid van zo’n drie centimeter per jaar. Daardoor ligt er een diepe put in dit land, terwijl het hier 2400 meter boven zee ligt.

Nog hoger reikt het Siemen-gebergte. Vandaag ben ik gaan wandelen op 3200 meter hoogte. Niet zo erg ver (4,5 km) en niet zo erg lang (1.30 u) maar wel langs smalle en moeilijke rotsachtige paden, dus vrij vermoeiend. Deze streek is over miljoenen jaren gevormd door vulkaanuitbarstingen en gletsjers. Daardoor biedt het prachtige uitzichten van groene glooiingen en steile rotsmuren. Het is bebost met giftige of doornige struiken.

Er leven vooral roodhart bavianen, soms in kleine families en soms in grote kuddes. Op de middag zag ik er twee of driehonderd samen grazen. Inderdaad, dit is een soort die vooral leeft van gras. Hun proteïnen komen vooral van de vlooien die ze bij elkaar vangen en opeten. Nog een eigenaardigheidje: ze kunnen nauwelijks in bomen klimmen; maar voelen zich thuis op steile bergwanden. Aan de overkant van de weide op een talud amuseerden zich twintig jonge apen met buitelen, rennen, plagen, springen en elkaar van het plateau duwen. De slachtoffers tuimelden tien meter diep, rollebolden verder, stonden op en klommen weer omhoog. Daarbij sprongen ze soms wel driemaal hun lichaamslengten hoog, klampten zich vast aan de rand en begonnen weer opnieuw. Ze duwden elkaar, grepen mekaar vast, trokken aan elkaars lange staarten en speelden verder. Dan rolden ze soms voor eigen plezier van de kant af. Een komische film van Laurel en Hardy is klein bier bij dit vergeleken.

Morgen vertrek ik naar het festival, zeg maar: kermis, in Axum. Men viert er O. L. Vrouw van Zion. Volgende keer praat ik wat over dat festival en over de geloofsbeleving van de Ethiopische christenen.

Hierbij schenk ik je twee foto’s: een zicht op de waterval van de Nijl en een van het paleis van de keizerin.

Week 2018-50 - Gard Ethiopië paleisWeek 2018-50 - Gard Ethiopië waterval

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Een unieke zoon

In het Westen gaat bijna al onze aandacht naar de vertedering om het kindje in de kribbe. De kerststalletjes, met hun huiselijke charme van moeder en kind, beheersen heel onze religieuze kerstcultuur. Ze hebben natuurlijk te maken met de kern van ons geloof: ‘Een kind is ons geboren…’ Maar hebben we evenveel aandacht voor die andere helft van het kerstgeheim, ‘een zoon is ons geschonken’? En wel een unieke Zoon, de Eniggeborene van de Vader. Het essentiële van Kerstmis bestaat niet uit beelden in het stalletje. Het is een groots gebeuren. Het is niet zomaar de geboorte van een mensje. Het is het vleesgeworden Woord, God zelf is in zichtbare gestalte onder ons gekomen. Zelfs dat begrijpen we nog niet helemaal! We beschouwen het vooral als een machtsdaad van God: hij nam de menselijke natuur aan en werd zoals wij. Je moet een machtige God zijn om die ‘grand écart’ te kunnen maken! Maar er zit nog een dieper geheim achter. Dat de Zoon mens werd, heeft alles te maken met zijn diepe wezen in de schoot van de Drie-eenheid – de uiterste volgzaamheid binnen de Drie-eenheid is het voorwoord op de menswording. De Zoon laat zich volledig leiden door de wil van de Vader. Advent en Kerstmis zijn voor ons een kans om in te treden in de diepe luisterbereidheid en gehoorzaamheid. Diep ‘ja’ kunnen zeggen, zoals Maria, de eerste getuige van de kerstnacht, het zei: ‘Mij geschiede naar uw woord…’

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 5 december 2018

Gelezen in Tertio van 7 en 21 november

7 november 2018

“Wij zijn lichtbakens van geloof, hoop en liefde”

Uit een artikel van Jacques Hermans

Het is alsof hij je telkens weer naar een andere plek loodst. Verder, hogerop. De bekende Franse zanger Yves Duteil straalt bij de voorstelling van zijn nieuwe cd en boek. Zijn boodschap: “Leer het mysterie in je naaste te zien, een stukje menselijkheid dat nooit verloren gaat”.

Yves Duteil (1949) werd geboren in Neuilly-sur-Seine in een joods gezin. “Zoals na de oorlog uit voorzorg gebruikelijk was, hebben mijn ouders mij het katholieke doopsel laten toedienen.” In 1972 nam hij zijn eerste single op. Virages werd meteen een succes en andere singles volgden snel. In 1974 kwam L’écritoire uit, zijn eerste album. Zijn derde album Tarentelle van 1977 bevatte het nummer Prendre un enfant par la main, waarmee hij de wereld rondtrok en dat in de jaren 1980 verkozen werd tot mooiste liedje van de eeuw. Met deze in het Nederlands vertaalde hit belandde Paul Roelandt in 1980 zelfs in de Vlaamse Top 10: Neem eens een kind bij de hand. Van Tarentelle gingen niet minder dan 1,2 miljoen exemplaren de deur uit, goed voor een diamanten plaat.

“Vandaag richt ik mijn gebed tot Maria”

Een tijdje geleden ondernam ik een voettocht naar Compostella. De Camino is een goede manier om tot jezelf te komen. Aan het einde van de tocht arriveerde ik in het bergdorp Saint-Jean-Pied-de-Port in de Pyreneeën. In het dorpskerkje trok een Mariabeeld mijn aandacht. Ik knielde neer en bad. Geëmotioneerd voelde ik een onzeglijke mildheid over mij heen komen. Als een zegen, een genade. Ik wist niet wat ik zocht maar ik wist dat ik het gevonden had. Dat moment heeft mijn leven getekend. Ik weet het: er is een Opperwezen dat ons uitnodigt om, in onze wederzijdse afhankelijkheid, welwillend en goedmoedig te zijn voor elkaar. Het is een transcendente en onzichtbare kracht die alomvattend universeel en tegelijk heel nabij is. Aan jongeren zeg ik soms: wees jezelf en vertel je levensverhaal oprecht. Laat los wat niet essentieel is en bekommer je om je naaste. Verspil je tijd niet te veel met vragen als: geloof jij dat God de aarde heeft geschapen? Stel dat het leven op aarde louter toeval is. Dat is hetzelfde als geloven dat er na de explosie in een drukkerij alle letters op het voetpad terechtkomen in de juiste volgorde van het woordenboek… Onmogelijk dus. God kun je vatten noch snappen. Hij gaat ons bevattingsvermogen ver te boven.

21 november 2018

Op maandag 19 november ondertekenden medewerkers van vrouwenvereniging Femma een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst die de voltijdse werkweek beperkt tot 30 uren. Het betreft een experiment dat het volledige jaar 2019 beslaat. Onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het expertisecentrum Kind en Samenleving meten de impact van zo’n kortere werkweek op alle betrokkenen en hun gezinsleden. De resultaten van het onderzoek zijn belangrijk om praktijkervaringen rond arbeidsduurvermindering te delen met beleidsmakers, de bedrijfswereld en het middenveld. (Joris Delporte)

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Trouw aan je woord

Onze tijd heeft zo’n behoefte aan mensen die trouw zijn aan het gegeven woord. Hoe vaak zeggen we: ‘Ik kom wel een keer’, ‘Ik bel je morgen wel.’ Maar we doen het niet en dit is geaccepteerd. En toch is er geen beschaving noch gemeenschap die kan leven zonder deze trouw aan het gegeven woord – in het klein en in het groot – bij afspraken, in politiek, in zaken, in het huwelijk. De antieke helden waren juist zo groot omdat ze trouw bleven aan het gegeven woord, al moest dit leiden tot de dood.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 28 november 2018

Viering 11 november in Korbeek-Dijle

Toespraak op het kerkplein:

Dames en Heren,

Op 11 november 1918 om 11 uur kwam er officieel een einde aan de Eerste Wereldoorlog. In een treinwagon in een bos bij het Franse stadje Compiègne, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van Parijs, werd die dag om 5 uur ’s nachts het wapenstilstandsakkoord ondertekend. Voor de Fransen tekende maarschalk Foch, voor de Britten admiraal Wemyss en voor de Duitsers politicus Matthias Erzberger.

Bij Compiègne staat vandaag de dag een replica van de historische treinwagon. De originele wagon werd in de zomer van 1940 op bevel van Hitler naar Berlijn overgebracht. Kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij door SS’ers in brand gestoken.

Erzberger werd in augustus 1921 door leden van een extreem-rechtse groep vermoord. Zij beschouwden Erzberger als een landverrader omdat hij de wapenstilstand had ondertekend, maar ook omdat hij zich daarna als minister had ingezet voor de naleving van het Verdrag van Versailles (ondertekend op 22 juni 1919).

Wat gebeurde er in de laatste maanden voor de Duitse overgave?

Op 2 april 1917, nadat begin 1917 Duitse onderzeeërs onbeperkte aanvallen tegen Amerikaanse koopvaardijschepen hadden uitgevoerd, verklaarde het Amerikaanse Congres, op vraag van president Woodrow Wilson, de oorlog aan Duitsland. Maar Wilson wilde vooral een vredesakkoord, en zo kwam de Amerikaanse hulp slechts traag op gang.

Het definitieve keerpunt in de oorlog kwam er op 8 augustus 1918 toen maarschalk Foch bij Amiens een aanzienlijk deel heroverde van de “zak” die de Duitsers tijdens het maartoffensief hadden gevormd.

Ook deed zich de superioriteit van de westelijke mogendheden op het punt van oorlogsmateriaal gelden. De Duitsers hadden namelijk geen antwoord op de geallieerde tanks. Daarbij kwam, dat met het verstrijken van de tijd steeds talrijker troepen uit Amerika arriveerden. In juni 1918 stonden er reeds 1.200.000 Amerikaanse soldaten op Franse bodem.

Maar de voornaamste oorzaak van de Duitse ineenstorting was de binnenlandse toestand. Door de Britse blokkades op zee was de toevoer van levensmiddelen naar de Duitse havens afgesloten en de honger had geleidelijk de Duitse volksgezondheid ondermijnd. Allerwegen heersten ontberingsziekten, en tuberculose verspreidde zich onder brede lagen van de bevolking. De toestand werd nog slechter toen in de nazomer van 1918 de “Spaanse griep” uitbrak. En na de oktoberrevolutie van 1917 in Rusland begon de bolsjewistische propaganda door te werken onder de Duitse arbeidersbevolking.

Plotseling ontlaadde alle gistende onrust zich in een volksopstand naar Russisch voorbeeld. Toen op het allerlaatst van de oorlog het bevel de marinebasis in Kiel bereikte, dat de vloot moest uitvaren om een gevecht met de Engelsen uit te lokken, brak er oproer uit onder de matrozen. Enkele officieren werden vermoord. Een soldatenraad nam de macht in handen. De revolutionaire propaganda verspreidde zich snel.

Op 9 november 1918 werd keizer Wilhelm II ertoe gedwongen afstand te doen van de Duitse en de Pruisische troon voor zichzelf en zijn nakomelingen en werd de republiek uitgeroepen. De keizer vluchtte met zijn gevolg naar Nederland.

Inmiddels werden in het kamp van de westelijke mogendheden de voorwaarden voor de wapenstilstand besproken. Een Duitse commissie onder leiding van de reeds genoemde politicus Erzberger verkreeg midden onder de nog steeds voortgaande vijandelijkheden een vrijgeleide om op vijandelijk gebied het wapenstilstandsverdrag te sluiten in het bos van Compiègne. En hiermee zijn we terug bij het begin van ons verhaal.

*

* *

Van Korbeek-Dijle zijn er twee soldaten niet teruggekeerd na de oorlog: Clement Honnorez (°Korb.D. 1884) en Julius Mommaerts (°Korb.D. 1891).

Clement Honnorez was een van de 33.146 Belgische soldaten die na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 klem geraakt waren tussen het oprukkende Duitse leger en de Nederlandse grens en gevlucht waren naar het neutrale Nederland. De Belgen werden ontwapend in Nederland en ondergebracht in tentenkampen, o.a. in Harderwijk en in Zeist. Clement Honnorez was geïnterneerd in het kamp van Zeist.

De levensomstandigheden in Zeist waren zeer slecht. Ze hadden geen riolering, wat wel erg onhygiënische toestanden veroorzaakte, het eten was er ronduit slecht en in de kantine werden woekerprijzen gevraagd. Er was de kou in de niet verwarmde tenten, terwijl de Nederlandse bewakers wel over verwarmde slaapplaatsen konden beschikken.

De geïnterneerden werden in Zeist ook gedwongen – overigens tegen de internationale regels in – om te werken en het ongenoegen bij de Belgen groeide er uit tot opstandigheid. De bom barstte toen drie Belgische militairen gesnapt werden toen ze in burgerkleding het kamp hadden willen ontvluchten en door de Nederlandse bewakers opgesloten werden.

Hun kampgenoten eisten woedend hun vrijlating en plunderden de kantine toen ze hun zin niet kregen. De opstand escaleerde de volgende dagen en bereikte een hoogtepunt op 3 december 1914, toen het niet bij schelden bleef . Er werden stenen gegooid naar de Nederlandse bewakers, die inmiddels met geweren klaar stonden en dreigden te schieten.

De bevelvoerende luitenant gaf opdracht om met scherp te schieten op de opstandelingen. Achttien gewonden en acht doden, onder wie Clement Honnorez, vielen er bij de Belgen.

Julius Mommaerts

Werd krijgsgevangen genomen in de buurt van Namen op 23 augustus 1914 en door de Duitsers weggevoerd naar het Kriegsgefangenen Lager van Hameln in de provincie Hannover.

Op 20 december 1918 werd hij per boot gerepatrieerd. Omdat de Spaanse griep was uitgebroken op de boot moest deze een tijd in quarantaine blijven liggen voor de haven van Brest in Frankrijk. Uiteindelijk is Jules Mommaerts overleden aan de Spaanse griep in het militair hospitaal van Brest op 14 januari 1919.

Om te eindigen breng ik nog een eresaluut aan alle andere Korbeekse, Bertemse en Leefdaalse oud-strijders en slachtoffers van beide wereldoorlogen.

Week 2018-48 - 11.11.2018 Harmonie in kerkWeek 2018-48 - 11.11.2018 Op kerkpleinWeek 2018-48 - 11.11.2018 Toespraak

Diner WOS 2018

Op zondag 30 september richtte de WOS het jaarlijkse diner in ten voordele van ontwikkelings­werkers en missionarissen in de derde wereld.

Deze actie bracht de geweldige som op van 6658 €!

Deze som wordt verdeeld over zeven projecten in Congo, Kenia, Rwanda, Guatemala en Nicaragua.

De dank van de WOS-medewerkers en van de mensen in de derde wereld gaat dan ook uit

- naar u allen die mee kwamen genieten van de heerlijke maaltijd.

- naar u allen die financieel gesteund hebben door een storting.

- Naar u allen die een of meer schilderijtjes kochten.

- naar onze gastheren van Don Bosco Oud-Heverlee.

- naar de parochie van Korbeek-Dijle die materiaal uitleende.

- naar allen die hard mee gewerkt hebben.

- naar alle andere steunverleners.

En graag … tot volgend jaar op zondag 29 september 2019

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De straat op

De liturgie is een machtig middel in de pastoraal: het werken met symbolen onder Christus’ garantie is en blijft bron en einddoel van alle kerkelijke activiteit. Maar vaak is liturgie onderwerp van heel veel klachten. Het moet toch mogelijk zijn om binnen een universeel herkenbare liturgie veel creativiteit en spontaneïteit aan de dag te leggen. Overigens, de warmte van de liturgie komt niet in de eerste plaats uit wat je doet, maar uit hoe je het doet. Klassieke teksten, liederen en gebaren gaan plotseling leven door het spreken en handelen van een diepgelovige en volksgevoelige celebrant en op de lippen van een gelovig enthousiaste gemeenschap. Liturgie moet ook ontvangen kunnen worden door de mensen en niet alleen maar goed bewaard. Daarvoor heb je wat kennis nodig van liturgie, Schrift, traditie, creativiteit en muziek. Daarnaast is er behoefte aan niet-eucharistische liturgie: waken, aanbidding, vesperdiensten, vrije bezinningen, bedevaarten, uitwisseling… Met prediking en gebed moeten we ten slotte hoognodig uit de traditionele ruimtes breken. Misschien wel de straat op? Onze prediking blijft vaak onder de maat: ze is zo weinig bijbels, horizontaal moraliserend, een late of verdwaalde echo van 1968. ‘Je hoort er zo weinig over God’, zeggen veel mensen. Een eerlijke getuigenis uit het leven van de predikant slaat altijd aan. Daarvoor moet er uiteraard eerst ervaring en religiositeit bij hem zijn, want niemand geeft wat hij niet bezit.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 21 november 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De conflicten gaan ons te boven

Als we naar onszelf en om ons heen kijken, kunnen we niet anders dan vaststellen dat er overal conflicten zijn. Buiten de verzoening die ons door God wordt geschonken, zijn we totaal onverzoende wezens. Binnen in ons huisvesten we conflicten met onszelf, met God en met onze medemensen. Die conflicten hebben hun weerslag op alle niveaus van de samenleving. De wereld gaat gebukt onder sociale, politieke, ideologische en etnische conflicten. De mens zonder God (die van God niet wil weten) is onverzoenlijk. Door de oerbreuk met God is alles wat bestemd was om totaal harmonieus te zijn, totaal conflictueus geworden. De conflicten gaan ons te boven en verpletteren ons. Wij snakken ernaar ze te beheersen. Een koninklijke aspiratie. Maar de mens is van zijn troon gevallen van waarop hij over de schepping heerste. Voortaan voelt hij zich niet in staat het koningschap waartoe hij geroepen was, uit te oefenen. Het koningschap dat Christus is komen herstellen, is een koningschap bij volmacht. Het vindt zijn oorsprong in God. Er zit dus iets goddelijks in ons verlangen om als verzoende wezens door het leven te gaan. Het zou een vergissing zijn te geloven dat het allemaal uit onszelf kan komen. God brengt ons zijn koningschap binnen handbereik en laat ons erin delen.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

zondag 18 november 2018

Pastoor Tussen Ijse, Voer En Dijle

Inhaling

Op 22 maart 1986 overleed in zijn pastorij in Neerijse pastoor Pieter Palmaerts. In Korbeek-Dijle wou pastoor Marcel Lievens, toen 79 jaar, op rust gaan. Het aartsbisdom had in die tijd reeds problemen om alle lege plaatsen van parochiepriester op te vullen. Daarom trachtten zij de onderpastoors die er links en rechts nog waren als verantwoordelijke pastoor voor meerdere parochies tegelijk te benoemen. Marcel Struyf, 39 jaar, onderpastoor in Haacht, werd de uitverkoren man om pastoor te worden tegelijkertijd van Neerijse en van Korbeek-Dijle. Marcel kreeg onderdak in de pastorij van Neerijse en zou van daar uit ook Korbeek-Dijle bedienen.

Op zondag 12 oktober 1986 werd hij als pastoor ingehaald in Neerijse. Deken Verdée van Heverlee was er bij, evenals burgemeester Verheyden van Huldenberg en zijn schepenen en, als bezige bijen, uiteraard ook de zusters Philomena en Antonia. De mensen van Neerijse waren blij, na zoveel maanden zonder herder, opnieuw een pastoor in hun midden te hebben. De kerk was te klein om alle opgekomen parochianen en vrienden een plaatsje te bieden voor de eucharistieviering, waarin Marcel Struyf officieel tot pastoor van Neerijse werd aangesteld. Te klein was ook de gemeentelijke feestzaal in Neerijse waar door het gemeentebestuur van Huldenberg een receptie werd aangeboden.

Veertien dagen later, op zondag 26 oktober 1986, werd Marcel Struyf als pastoor ingehaald in Korbeek-Dijle. Om 15u werd de pastoor opgewacht aan de Kleinebroekstraat, aan de grens met Neerijse. In stoet ging het dan naar de kerk waar de aanstellingsmis plaats vond om 16u. Nadien was er een receptie, aangeboden door het gemeentebestuur van Bertem, in de Parochiale Gebouwen. De mensen van Korbeek-Dijle waren in uitbundige feeststemming. ’s Zondags voordien was het afscheid gevierd van pastoor Lievens en de smaak van het vieren had hen helemaal te pakken. Er werd veel gedronken en gedanst. Zelfs de nieuwe pastoor werd verleid tot een dansje met zijn moeder.

clip_image002

Raf De Coster, gemeentesecretaris, heeft toen herhaaldelijk bijkomende drank moeten laten aanrukken. Marcel Struyf, eenvoudig van aard, geboren en opgegroeid in het landelijke Willebringen, kon blijkbaar goed overweg met het gewone volk en genoot onmiddellijk de sympathie van de Korbekenaren.

De kerk van Korbeek-Dijle

Wat hem in Korbeek-Dijle bij zijn eerste kennismaking was opgevallen, was de lamentabele toestand van de kerk. Hij moet toen gedacht hebben: wat een erfenis! Maar, vermits hij van aanpakken weet heeft hij met grote vastberadenheid zijn schouders gezet onder het project, dat reeds lopende was, om de kerk te herstellen. Onder zijn stuwende kracht kwam alles in een stroomversnelling. Er werd een akkoord gesloten met het gemeentebestuur van Bertem: de gemeente zou de restauratie van de buitenkant van de kerk bekostigen en de parochie moest zorgen voor de binnenrestauratie. Honderden mensen hebben ertoe bijgedragen dat de binnenherstelling tot een goed einde kwam. Het is ongelooflijk hoe de bezieling van een pastoor die, in overall, zelf de leiding van de werken nam, talloze Korbekenaren – ook sommigen die zeker niet de dorpel van de kerk plat liepen – ertoe bracht lijfelijk mee te werken of een geldelijke bijdrage te storten of ze te inspireren om de nodige fondsen hier en elders bij mekaar te zoeken. Er was weinig of geen geld bij de start en, al liepen de kosten hoog op, bij de voltooiing van de binnenwerken – en hier waren de nieuwe glasramen inbegrepen - konden alle rekeningen worden betaald. De parochie heeft geen frank moeten lenen. Deze stunt van de pastoor heeft een speciale en blijvende band gecreëerd tussen hem en zijn Korbeekse parochianen. Zie foto van de pastoor in overall met lasbril en gasbrander, toen werkend aan de nieuwe centrale verwarming van de Korbeekse kerk.

clip_image004

Tijdens de werken aan de kerk hadden de misvieringen plaats in de Parochiale Gebouwen. Op paaszaterdag 25 maart 1989 werd voor de eerste maal opnieuw de mis opgedragen in de vernieuwde kerk. Wij kwamen samen om 21u in de Parochiale Gebouwen. Daar werd het vuur gewijd en in stoet werd het H.Sacrament, door fakkels begeleid, overgebracht naar de kerk, waar de plechtige paasviering werd verder gezet.

Tocht naar het Beloofde Land

De pastoor houdt van innovaties. Nadat de schilderwerken van de ondertussen gedroogde kerkmuren waren uitgevoerd – weer met parochiale mankracht – werd op zondag 30 augustus 1992, feest van Sint-Bartholomeus en Korbeekkermis, om 9.30u een openluchtmis opgedragen in het Broek, helemaal op het einde van Ormendaal. Het afgelegen Ormendaal was voordien een beetje verwaarloosd op kerkelijk gebied en kwam nu in het middelpunt van de belangstelling. Na de openluchtmis trok een vernieuwde H.Sacramentsprocessie, met alle attributen eigen aan de tocht naar het Beloofde Land, naar de gerestaureerde kerk. Er van uitgaande dat de Israëlieten toch niet helemaal zonder natte kleren door de Rode Zee zijn getrokken, mogen wij zeggen dat het realiteitsgehalte van onze processie bijzonder hoog was. Bij het vertrek van de processie vielen er een paar druppels, maar geleidelijk aan druppelde het meer en meer en tenslotte regende het pijpenstelen. Maar zonder verpinken werd de geplande tocht, met al haar haltes onderweg, volledig afgewerkt. In de namiddag was er een groot volksfeest voorzien, dat dan wel figuurlijk en letterlijk in het water is gevallen. ’s Zondags daarna, op 6 september 1992, werd de viering van de voltooiing van de restauratiewerken nog eens overgedaan in de kerk, met de gemeentelijke mandatarissen als officiële genodigden, gevolgd door een receptie in de Parochiale Gebouwen.

O.L.Vrouw-ten-Puy-kapel

Ondertussen was de pastoor ook aan ’t werk geschoten in Neerijse. Neerijse bezit naast haar tweetorige neoromaanse kerk nog een zeer mooi gebedshuis in rococostijl, de O.L.Vrouw-ten-Puy-kapel. Bij de vernieuwingswerken van de toren van deze kapel in 1992 stond pastoor Marcel Struyf weer in de frontlinie. Hij stond op een stelling om het koperwerk te solderen als plots zijn gassoldeerbout ontplofte. Dat had een ramp kunnen zijn. Maar O.L.Vrouw moet hem zeker beschermd hebben. Hij kwam er gelukkiglijk met een licht gekwetst oog van af. ’s Anderendaags stond Marcel met een lapje voor zijn geblesseerd oog weeral op de stelling. Het werk moest vooruitgaan. En als permanente mei plaatste Marcel terug een haan bovenop het kruis van de nieuwe toren.

Tien jaar pastoor

Toen Marcel Struyf tien jaar pastoor was in Neerijse en Korbeek-Dijle wilden wij dit niet onopgemerkt laten voorbijgaan. In Neerijse werd hij gevierd in de loop van oktober 1996. In Korbeek-Dijle gebeurde de herdenking op zondag 10 november: een eucharistieviering in het teken van onze dankbaarheid om 9.30 u, gevolgd door een receptie in de kerk. Op die receptie ging het er nogal vrolijk aan toe. In de mis hadden wij als evangelie het verhaal van de bruiloft van Kana gekozen, en bij het begin van de receptie hebben wij met een ingenieus apparaat uitgetest of ook de pastoor water in wijn kon veranderen. Het lukte perfect, tot groot jolijt van alle aanwezigen. Daarmee was de toon van het verdere verloop van de receptie gezet. Nog enkele grappige en lichtvoetige toespraakjes van Maria Maginelle, Steven Poels, Gilbert Vandezande en mijzelf, met de pastoor als (lijdend) voorwerp, hielden de stemming constant op peil. Een geschenk en een etentje rondden deze viering af.

Vijfentwintig jaar priester

Twee jaar later was Marcel Struyf 25 jaar priester. In Korbeek-Dijle werd dit gevierd op zondag 21 juni 1998 met een dankmis in de kerk om 10.30 u, gevolgd door een receptie. De pastoor kreeg twee mooie kazuifels cadeau en werd nog getrakteerd op een etentje.

In Neerijse werd zijn zilveren priesterjubileum gevierd op zondag 11 oktober 1998. Totaal onwetend over wat hem te wachten stond kwam de pastoor tegen 10.30 u naar de kerk om de mis op te dragen. Hij zag en voelde dat er wat gaande was: een bomvolle kerk, heel veel kinderen. Dat was hij niet gewoon. Alvorens de eucharistie te beginnen wou hij toch wat meer weten. Men heeft dan wel een tipje van de sluier moeten lichten. Het werd een viering waarin de schoolkinderen een zeer actieve rol speelden. Na de mis trok iedereen naar de gemeentezaal waar een fotocollage over het leven van de pastoor werd tentoongesteld. Enkele erkenbare attributen werden er bij geplaatst, zoals een man in overall, en, voor de verstokte roker, sigaretten en aanstekers. Maar eerst moest de tentoonstelling plechtig worden geopend. Niet met het klassieke lintjesknippen, nee, voor hun technisch aangelegde pastoor hadden de Neerijsenaren een ijzeren draad gespannen, en een kind bood hem een kniptang aan op een kussen. Hij begreep natuurlijk de zinspeling, maar gekscheerde dat de kniptang toch niet van de beste kwaliteit was. Er werd ook getoast en de pastoor werd met geschenken overladen.

Aannemer-priester

Marcel Struyf heeft zijn technische kennis en vaardige handen ook ter beschikking gesteld om verbeteringswerken uit te voeren aan de Parochiale Gebouwen in Korbeek-Dijle. En in Neerijse heeft hij ook enorm veel energie gestoken in de heraanleg van de speelplaats van de Vrije Basisschool en in de bouw van bijkomende klaslokalen.

De aannemer Marcel Struyf is echter ook een toegewijd priester die zijn missen met waardigheid en devotie opdraagt.

clip_image002[1]

Zijn indringende preken weet hij tegelijk ook eenvoudig te houden. In Neerijse heeft hij er voor gezorgd dat de processie nog jaarlijks met veel luister uitgaat op het feest van Sint-Pieter en Pauwel, met Neerijsekermis, op 29 juni of de zondag erna.

Bertem komt erbij

Op zaterdag 1 september 2001 nam pastoor Jan François met een dankmis officieel afscheid van Bertem. Marcel Struyf kreeg dan als federatiepastoor naast Neerijse en Korbeek-Dijle ook de verantwoordelijkheid over Bertem en Leefdaal. In Bertem liet hij zich onmiddellijk kennen als de pastoor-technicus. Hij verbeterde de warmwatervoorziening in de kerk en herstelde de verwarmingsinstallatie in de pastorie. Hij liet ook een hoogtewerker aanrukken om de losgekomen plafondplanken van de middenbeuk van de kerk weer veilig te kunnen bevestigen. Samen met een moedige Bertemnaar knapte hij dat werk uiteraard zelf op, want in zo’n waggelende liftbak voelt hij zich echt in zijn sas. Uiteindelijk was het grootste probleem het weer op de begane grond geraken. Maar ook dát lukte. De grote uitdaging voor Bertem blijft nu de verwezenlijking van de plannen van de parochielokalen zonder de technische bijstand van Marcel.

Leefdaal komt erbij

In Leefdaal kwamen de activiteiten van Marcel Struyf maar echt op gang na het vertrek van pastoor Michel Verbeek op 1 november 2003. Met zijn gerenommeerde capaciteiten heeft hij er, met de hulp van bereidwillige Leefdalenaren, de centrale verwarming in de kerk volledig vernieuwd. Hij heeft er ook de basis gelegd voor een Parochieploeg en voor een vernieuwde Kerkfabriek. De parochiegemeenschap van Leefdaal is Marcel dankbaar voor zijn voorbeeld van moed, nederigheid en werklust.

Met z’n allen

En met z’n allen in Neerijse, Korbeek-Dijle, Bertem en Leefdaal zeggen wij hem: Bedankt Marcel, bedankt voor alles, duizendmaal bedankt! Wij zullen je steeds blijven herinneren als een volkse priester, een veelzijdig technicus en een doordrijver die geen enkele uitdaging uit de weg ging. Wij wensen je het allerbeste.

Cyriel Letellier, met medewerking van Sien Fagot, Robert Dewals en Mieke Meeuwis namens de ganse geloofsgemeenschap van de ex-federatie Bertem

Iedereen die Marcel een warm hart toedraagt wordt vriendelijk uitgenodigd op zijn afscheidsviering op zondag 5 juni 2005:

* in de eucharistieviering, opgeluisterd door de vier

parochiale koren, om 15 u in de kerk van Korbeek-Dijle

* op de receptie, aangeboden door de gemeentebesturen van

Bertem en Huldenberg, om 16.30 u in het Parochiaal Centrum

van Leefdaal.

ENKELE SFEERBEELDEN VAN HET AFSCHEID OP 5 JUNI 2005

clip_image004[1] clip_image006

clip_image008 clip_image010

clip_image012 clip_image014

woensdag 14 november 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Hoezeer je hebt bemind

Vaak lijkt het alsof voor ons maar één zaak geldt: nog meer werken en nog meer verdienen. De productiviteit en de efficiency opvoeren. De mens en zijn inspanning, zijn kennis en vaardigheid: dat staat centraal. Maar de kerk nodigt ons uit ook eens de andere kant op te kijken. Als je lang genoeg naar een icoon van Maria en haar kind kijkt, verander je vanzelf. Dan kijk je niet hoeveel je met eigen inspanningen hebt verdiend, maar hoeveel je uit Gods hand – onverdiend – hebt gekregen. Niet hoeveel je koortsig zelf gaat presteren, maar hoeveel God ons gratis schenkt. Niet hoeveel ik volgend jaar zal doen, maar hoezeer ik zal beminnen. Op de liefde zullen we worden geoordeeld, en alleen die blijft over de dood heen. en die liefde voed je meer door met je ogen te kijken dan met je handen te bewerken. Meer door stille beschouwing dan door erop los te beuken. Daarom is het goed om lang en rustig naar Maria te kijken, de wegwijzende.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 7 november 2018

Chiro Korbeek-Dijle 75 jaar

Week 2018-45 - Chiro 75 jaar0001

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Kruis of dierenriem?

Paulus zegt niet dat wetenschap en techniek, het zoeken naar de geheimen van de natuur en van de mens, de geneeskunde, de communicatie uit den boze zijn. Wel dat dáár het uiteindelijke geluk van de mens niet is gelegen en dat daar de laatste raadsels over zijn wezen niet worden opgelost. Het meester worden over alles leidt tot niets als het niet gedragen wordt door een fundamentele luisterbereidheid naar wijsheid die van veel verder komt. Wat baat het ons heer te zijn over alles, als we daarbij ons kindschap Gods verliezen? Gods pedagogie om ons te verlossen verliep nu eenmaal niet in de vorm van ‘de zegetocht van de rede’ door de geschiedenis van deze wereld, maar over de dwaasheid van het kruis van zijn Zoon. Dit vraagt een hele omwenteling in ons denken, een langzaam aan leren geloven in de verborgen vruchtbaarheid van het kruis. Geloven wij in de ‘arme middelen’ waardoor God vaak het sterkst werkt? Veertig jaar lang heeft de kerk uit Midden- en Oost-Europa niets anders gehad: geen seminaries, geen boeken, geen catechese, geen organisaties en structuren, bijna geen priesters en geen geëngageerde leken. Alleen een intens geloof ‘dat bloed heeft gekost’ heeft de kerk levend gehouden. Ook bij ons is er geen andere weg: niet de macht van de kerk, haar prestige, haar middelen in geld of personeel, haar public relations of haar aanzien kunnen haar redden, alleen een diepe bekering tot meer geloof in de Gekruisigde.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 31 oktober 2018

Retrobal

Week 2018-44 - Retrobal0001

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De heilige sluimert in je hart

Durf naar je binnenkant te kijken. Want in elk van jullie leeft, als een graankorrel gevallen in de goede grond van je hart, een heilige. Al wie gedoopt is en gelooft, draagt de kiem van een heilige in zich. Je zult misschien zeggen: ‘Ik ben niet heilig, je kent me niet, ik ben een arme zondaar.’ En toch: ‘Al was je kwaad rood als scharlaken, ik, zegt de Heer, maak het wit als sneeuw’ (Js 1,18). De heilige sluimert in je hart. Laat het me bewijzen. Telkens als iemand tot je spreekt, over een arm hart, een zacht, mild en barmhartig hart, dan zeg je diep in jezelf: ‘Ach, was ik maar zo! Ik zou graag zo’n barmhartig hart hebben!’ Dat is de heilige die in je spreekt. Je beste ik dat van God komt. Laat deze heilige voluit in je spreken en laat hem zeggen: ‘God, ik ben arm en zwak, maar kijk me aan, kijk naar mijn binnenkant en red mij!’

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 24 oktober 2018

Gelezen in TERTIO van 10 oktober 2018

“Hopen is daden stellen”

Uit een vraaggesprek van Sylvie Walraevens met Bleri Lleshi.

Bleri Lleshi, politiek filosoof en jongerenwerker: “Ik wil niemand overtuigen, alleen een andere kijk bieden. Burgers hebben recht op alternatieven voor het dominante wereldbeeld dat eigenbelang, onverschilligheid en verharding propageert.”

Bleri Lleshi’s jongste boek De kracht van hoop is een beklijvend betoog voor engagement, verzet en actieve hoop. De notie “hoop” heeft aan kracht ingeboet, stelt de Albanese Belg vast. “Gelovigen hopen op een leven na de dood – een vaag verlangen -, anderen geven zich over aan een onbestemde toekomst waarvan ze het beste hopen. Zelden zien we hoop als motor voor sociale verandering.”

U neemt het leven van Martin Luther King als leidraad voor uw betoog. Waarom?

“Het hoopvolle, geweldloze verzet van King is mijn grootste inspiratiebron. Belgische jongeren weten nauwelijks nog iets over hem, de best geïnformeerden kunnen nog net ‘I have a dream’ citeren. Verder reikt het niet. Ik wik in mijn boek de mateloze inspiratie belichten die van hem uitging, maar ik breng een andere King dan de softe Santa Claus-versie uit de mainstream media. De Amerikaanse dominee was geen doetje, hij maakte een radicale analyse van zijn samenleving. Hij zag heel helder dat economische ongelijkheid en armoede aan de basis lagen van allerlei andere problemen, zoals ziekte, zelfmoord, oorlog en milieurampen. Zijn boodschap van verzet blijft ongelooflijk actueel, want de ongelijkheid in de huidige wereld had King zich zelfs niet kunnen inbeelden. Dat vandaag acht mannen evenveel bezitten als de 3,6 miljard armste mensen, dat een ceo niet 25 maal – zoals in Kings tijd – maar duizenden keren het loon van zijn laagstbetaalde werknemer verdient, dat bedrijven als Amazon moderne slavernij toelaten… daar moeten we ons tegen verzetten. In naam van een grotere rechtvaardigheid.”

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: ‘Trinitarische’ mensen

Voor sommigen onder ons is de Drie-eenheid het verwarrende pakket van ‘drie-in-één’, veel te complex om er lang bij stil te staan en zonder impact op ons leven van gebed en christelijke praktijk. Zonder dan nog te spreken van die bevreemdende constructie van de ‘driehoek met het alziende oog’ die je vroeger kon zien in veel huiskamers. Anderen vinden het een onbegrijpelijk geheim dat ons verstand ver te boven gaat. En toch! De Drie-eenheid is zoveel meer. Voor elk gebed en voor het hele leven is ze de onuitputtelijke bron om uit te drinken. Christenen zijn ‘trinitarische’ mensen. Omdat heel ons wezen en zijn bevloeid worden door die liefde die ontspringt aan het drie-ene hart van God. We leven uit, van en naar die liefde toe. Uit God zijn wij geboren, door een God van liefde worden we gedragen; naar die haard van liefde zijn wij op weg. De Drie-eenheid is liefde zonder meer. En liefde is onze hartslag en de zenuw van al ons doen en laten. Vanaf ons ontstaan tot aan het einde zijn we gevat in de omhelzing van die liefde, gekoesterd in de heilige Drievuldigheid. Jezus heeft ons niet geleerd trinitarisch te denken, hij leerde ons ermee te leven. De Drie-eenheid woont en leeft in ons hart, lang voordat we er woorden voor hebben gevonden.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 17 oktober 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Een christen met angst?

Godsgeloof schakelt angst niet uit, maar het leert je ermee te leven, en het leert je ook het op te lossen. Als je in God gelooft, heb je wortels. En een van de redenen waarom mensen van deze tijd angstig zijn, is dat wij onze wortels kwijt zijn. Wij staan niet meer in de grond, we staan los. Wie gelooft kent zijn wortels: hij weet waar hij vandaan komt, hij weet dat hij het leven heeft gekregen, dat er ergens binnen in hem een bron is die voortdurend stroomt, die hem in leven houdt en het leven rijker maakt. Een bron die altijd blijft. Dit fundamentele gevoel dat je er niet alleen voor staat, wordt je door God gegeven en maakt je angst leefbaarder. Het neemt die niet weg, maar het neemt wel de dubbele bekoring weg waar een angstig mens aan ten onder kan gaan: de angst willen verdoven en het heil buiten jezelf zoeken in geneesmiddelen of andere sussertjes, in plaats van de bevrijding van je angst te zoeken, niet in iets maar in Iemand. De andere bekoring is dat je helemaal depressief wordt en je laat gaan omdat je verzinkt in eenzaamheid. Die twee gevaren van de angstige mens, die we allemaal zijn in deze moderne tijd, worden door het Godsgeloof bezworen. Omdat God blijft.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 10 oktober 2018

Gelezen in TERTIO van 26 september 2018: “Ervaring van God-Schepper opent deur voor God-Vader”

Uit een vraaggesprek van Sylvie Walraevens met Guy Martinot.

Vijftig jaar geleden ontdekte jezuïet Pierre van Stappen de ruïne van het uitgestorven bergdorp La Viale in de meest Spartaanse streek van Frankrijk: de Lozère. De moeizame heropbouw schonk leven aan een village de prière waar sinds 1968 27.000 zoekers de weldaad proefden van natuurschoon, soberheid, handenarbeid, stilte, gebed en gemeenschapsleven. Vandaag leidt Guy Martinot de gemeenschap.

Guy Martinot (1935) is jezuïet en medebroeder van La Viale-stichter Pierre van Stappen. Hij was jarenlang hoogleraar Sociologie aan de UCL. Martinot is een “Vialois” van het eerste uur en sinds de dood van Van Stappen referent van alle sites van de gemeenschap. Als bezinningsbegeleider – op 83-jarige leeftijd staat de teller op meer dan 700 jeugdretraites – zette hij talloze jongeren op de sporen.

Zet de ervaring van authenticiteit jongeren uiteindelijk op het spoor van de religieuze ervaring?

“Van de bijna 27.000 jongeren en volwassenen die La Viale bezochten, is slechts 2 % pratikerend gelovig. Jongeren verwerpen alles, ook het beeld van God als Vader – ze kennen de zwakten van hun ouders te goed. Daarom moet je niet beginnen met God de Vader, zelfs niet spreken over God, maar hun de ervaring van God-Schepper aanreiken: de pure avondlucht, de indrukwekkende sterrenhemel, de oerkracht van het vuur bij een bosbrand, de wassende rivier tijdens de overstromingen, de groei van de kastanjebomen, de rotsformaties… Plots ervaren ze dan het geluk klein te zijn en overweldigd te worden. In het gewone leven heerst concurrentie om de sterkste, de rijkste, de mooiste te zijn. De ervaring van God-Schepper gooit hun innerlijke leven volledig om: ze zijn niet langer het centrum van de wereld waar al het bestaande in dienst van staat.”

La Viale herstelt vaak waardevolle tradities in eer. Getuige daarvan ook jullie laatste bouwproject: een begijnhof in Brussel. Hoe werd die vervlogen woonvorm een innovatief pastoraal experiment?

Begijnhoven zijn in vele opzichten inspirerend. Ze hebben een aantrekkelijke architectuur: bescheiden maar harmonieus, met mooie binnentuinen en kerken. Bovendien waren zij in het verleden een interessant sociaal project. Door de oorlogen bleven veel vrouwen alleen achter, zonder een noemenswaardige plaats in de middeleeuwse samenleving. Zij hebben zichzelf georganiseerd en gemeenschappen gevormd, met een zekere onafhankelijkheid ten opzichte van de bisdommen en de kerk. Het begijnenleven kende economische activiteiten zoals kantklossen en had dagelijkse gebeds- en mistijden. Niet zelden vond men er ook een vorm van mystieke waanzin.”

“Dat alles – behalve de mystieke buitenissigheid – kenmerkt ook ons begijnhof: een evangelische groepswoonvorm, die we zonder enige subsidie bouwden om onze vrijheid te vrijwaren. In steden sterven jaarlijks veel mensen in totale eenzaamheid. Dat raakt mij diep en vormde de aanzet voor ons project. Een begijnhof is een dorp in het midden van de stad waar mensen elkaar kennen en solidair leven, terwijl ze volop profiteren van het stadsnetwerk. Voor jonge gezinnen is het bovendien moeilijk een betaalbare woning te vinden. Daarom hebben wij twintig financieel toegankelijke wooneenheden gebouwd. ’s Morgens delen we het ochtendgebed en het ontbijt. Voorts helpen de bewoners elkaar en verzorgen ze de mis, onder andere met een koor. Ze vangen ook enkele vluchtelingen op. De Béguinage Viaduc ademt dezelfde geest als de andere plekken van La Viale: het warme menselijke contact, de soberheid en het kosteloze en hun organische ontwikkeling.”

Jullie verdiepen de christelijke traditie, maar onderhouden tegelijk een jarenlange relatie met moslims. Waarom?

“Onze band met de islam is niet institutioneel, maar vriendschappelijk. Een van onze beste vrienden, priester en vredesactivist Paolo Dall’Oglio, die in Syrië door IS werd ontvoerd en wellicht gedood, pleitte ervoor vooral aandacht te hebben voor de bescheiden pratikerende moslims, hun eerlijke geloof en hun overgave aan God. Net zoals wij in La Viale, bidden zij driemaal per dag en ze vasten jaarlijks. Het zijn mensen met een enorme gastvrijheid. Hun nederige geloof is pure genade voor het Westen dat zich in rijkdom en egoïsme verliest. Ik geloof sterk in de these van Paolo dat er genade schuilt in de ontmoeting met die gewone gelovigen, die niets te maken hebben met het terrorisme – hun schaamte, hun verdriet?”

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Altijd onderweg

De echte evangelist is een ‘mens onderweg’, hij gaat van de ene plaats naar de andere, hij verplaatst zich voortdurend. Bovenal sterft hij zelden in zijn bed… omdat hij zo vaak in tegenspraak is met zijn tijd dat hij er de tol voor betaalt. Het verbaast mij een beetje dat we in ons land zo weinig tegenstand krijgen. Misschien spreken we niet duidelijk genoeg. Dat doet een evangelist wel: hij komt, hij spreekt, hij vertrekt… Natuurlijk begint het werk pas als hij weg is. Mensen die zich bekeren zijn wat uit hun evenwicht: vaak gaat een bekering over emoties: je wordt geraakt. Dan is het tijd dat de herder komt die blootlegt wat er allemaal onder het ogenblik van bekering schuilgaat. De herder is anders dan de evangelist: hij blijft geruime tijd, zoals Jakobus in Jeruzalem. Hij onderricht over God als Schepper, die zijn zoon Jezus heeft gezonden, over het leven van Christus, zijn leer, zijn lijden, sterven en verrijzen, over de kerk en haar sacramenten. We hebben zoveel verschillende charisma’s nodig in onze kerk!

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

zondag 7 oktober 2018

Gelezen in TERTIO van 19 september 2018

1 . In het boek Onder rectoren. Achter de schermen van onze universiteiten van Remi Amkreutz toont Rik Torfs zich bezorgd om de K van de KU Leuven. Door het nutsdenken verliezen de universiteiten volgens hem hun unieke karakter. Leuven is in zijn ogen geen katholieke universiteit meer. “Denk je dat er binnen de inrichtende overheid ooit is gediscussieerd over de traditie, het erfgoed of de toekomst daarvan? Er worden alleen uiteenzettingen over geld en activiteiten gegeven. Een uitwisseling over fundamentele ideeën? Never”, verzucht de kerkjurist.

2 . Op 14 september maakten de Algerijnse bisschoppen bekend dat de zaligverklaring van 19 martelaars van de moslimterreur in hun land in de jaren 1994-1996 plaatsvindt op zaterdag 8 december, feest van de onbevlekte ontvangenis, in het Mariabedevaartsoord van Oran. Het gaat onder anderen om Pierre Claverie, de bisschop van Oran, die omkwam bij een bomaanslag na een gedachtenisviering voor de zeven vermoorde trappisten van Tibhirine die eveneens zalig worden verklaard. Ook de Antwerpse witte pater Charles Deckers en drie confraters die samen in Tizi Ouzou werden vermoord, behoren tot de nieuwe zaligen.

3 . “Je kan niet in God geloven en deel uitmaken van de maffia”, zei paus Franciscus op 15 september bij zijn bezoek aan de Siciliaanse hoofdstad Palermo. “Leven betekent liefde, niet haat en wraak.” De reis stond in het teken van de 25ste verjaardag van de moord op de anti-maffiapriester Pino Puglisi. Die werd in 1993 in Palermo om het leven gebracht, nadat hij zijn leven gewijd had aan het losweken van jongeren uit de handen van de georganiseerde misdaad. In 2013 werd hij zalig verklaard. (Emmanuel Van Lierde)

Scherpenheuvel 2018

Op donderdag 6 september 2018 hielden de fietsers van OKRA Korbeek-Dijle hun jaarlijkse tocht naar het Mariaoord in Scherpenheuvel. Ze oogden allemaal blij en fit. Met de zegen van Maria konden zij de rit naar huis weer aan.

Week 2018-40 - Scherpenheuvel 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Allemaal hetzelfde eindstation?

Er heerst ontmoediging op het missiefront. Daar zijn meerdere oorzaken voor. De meest bedenkelijke is het religieuze relativisme: ‘Waarom nog evangeliseren? Alle godsdiensten zijn toch gelijkwaardig en ze hebben allemaal dezelfde God als eindstation. Neem de trein die voor je deur stopt en stap in de godsdienst van je continent.’ Zo’n redenering vindt geen steun in wat Jezus heeft gewild. Vaticanum II stelt wel dat je tot heil kunt komen in andere godsdiensten als je geweten recht is en je het volgt, maar ook dan gebeurt dit nooit los van Christus. Eerder wijst dit religieuze indifferentisme op de sluipende overtuiging dat godsdienst eigenlijk nog van weinig belang is. Men heeft het gordijn van de hemel al dichtgetrokken en godsdienst herleid tot een facultatieve bezigheid of een stuk cultuur. Soms verliest men de moed omdat er nog zo weinig missionarissen opstaan en gaan – bij ons in elk geval. Dan is de bekoring groot om te denken dat het voorbij is en dat de congregatie het best de sleutel onder de mat kan leggen. Maar is dat wel zo? Het is toch hier dat het charisma van de stichter heeft geleefd! Europa heeft zoveel doorstaan. De jonge kerken kunnen die ervaring best gebruiken. Op voorwaarde natuurlijk dat wij ze hier gelovig doormaken en datgene nooit verliezen waarop alles steunt: Godsvertrouwen. ‘Kleingelovigen,’ zegt Jezus, ‘waarom heb je getwijfeld?’ (Mt 14,31)

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 26 september 2018

Gelezen in TERTIO van 12 september 2018

“Ik transformeer in Phil Bosmans”

Uit een artikel van Ludwig De Vocht

Zaterdag 22 september ging acteur Gène Bervoets in première in Meeuwen-Gruitrode, het geboortedorp van Bosmans, met zijn theatermonoloog over de relevantie van priester-schrijver Phil Bosmans.

Hoe is de organisatie Maandacht bij u terecht gekomen?

“Ik heb in het verleden al drie voorstellingen gespeeld met Maandacht. Ron Reuman van die compagnie had met BZN afspraken gemaakt over activiteiten rond Bosmans. Het is een veel persoonlijkere vertelling geworden dan oorspronkelijk gepland. We hebben samen – ook met mijn vrouw Tine Laureyns – geprobeerd, geschrapt, veranderd. De eerste try-out was op 2 september.”

Hoe waren de reacties?

“De try-out was bij Ron thuis voor een vijftien mensen, onder wie medewerkers van Bond Zonder Naam. Ik vond de reacties fijn. De toehoorders zegden dat ze iets heel anders hadden verwacht. Het is absoluut geen monoloog geworden waarbij ik met het vingertje zwaai. Ik zeg niet: ‘zo moet je de wereld verbeteren’.”

Van 22 september tot 15 december reist Gène Bervoets door Vlaanderen met deze voorstelling.

http://www.maandacht.be/verbeter-de-wereld

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Kijk naar de binnenkant

Kennen priesters en hun gemeenschappen elkaar wel echt? Kijken priesters niet te vaak en te veel naar de buitenkant van de gemeenschap, naar wat onder de zintuigen valt? Dan zien we de kleine kanten: de lauwheid, de zondigheid, de spanningen en conflicten van onze parochianen. We dreigen muurvast te groeien in een oordeel over hen: ‘Ach, er is zo weinig mee te beginnen!’ – vooral in dagen van ontmoediging denken we dat. Laten we naar onze mensen kijken met de blik van het geloof – zij zijn het lichaam van Christus, de tempel van de heilige Geest. God woont in hen, hij heeft hen lief en voor hen gaf Jezus zijn leven. Onze gemeenschappen zijn kostbaar in Gods oog zoals ze zijn. Zij zijn de kerk – die hoef je niet elders te zoeken. Droom niet van een ideale parochie, kijk naar het hart van je parochianen. Tegen de gelovigen zou ik willen zeggen: kijk naar de binnenkant van je priesters. Het zijn mensen, ze hebben hun zwakheden, fouten, temperament en karakter. Ze hebben zelfs hun ontrouw en hun zonde. De apostelen waren ook maar twaalf gewone vissers die op de vlucht sloegen en Jezus verloochenden. Zelfs Petrus. Maar dat heeft Jezus niet belet te zeggen: ‘Weid mijn schapen.’ Jezus keek naar het hart van wie hij riep, hij geloofde in de diepte. Kijk naar het hart van je priesters: ze zijn de gezondenen van Christus, je verlossing komt door hun dienstwerk. De werkelijkheid van het priesterschap is niet te zien door het oog van je lichaam, maar met de blik van het geloof. Kijk naar hun binnenkant: door al hun ontoereikendheid heen is het Jezus zelf die je herder is, die bijeenbrengt, bemoedigt en verzoent.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 19 september 2018

Scherpenheuvel 2018

Op donderdag 6 september 2018 hielden de fietsers van OKRA Korbeek-Dijle hun jaarlijkse tocht naar het Mariaoord in Scherpenheuvel. Ze oogden allemaal blij en fit. Met de zegen van Maria konden zij de rit naar huis weer aan.

Week 2018-38 - Scherpenheuvel 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Binnentreden in een Engelse tuin

Als je God centraal stelt in je leven, ga je ook meer spreken in termen van danken, loven en prijzen. De eisen die je doorgaans aan een ander stelt, worden vervangen door dankbaarheid, omdat je beseft dat je hem of haar hebt ontvangen als een kans, een uitnodiging. Er groeit ook een andere gebedshouding, die van de ontvankelijkheid. Het gebed is de adem van een christen. Zonder gebed ben je een dichtgeklapte mens. Als je je gebed laat wegvallen, voel je je misschien in de eerste periode vrij, maar daarna heb je het gevoel dat je overal alleen voor staat. Dat werkt ontmoedigend – je doorworstelt de ondraaglijke eenzaamheid van Prometheus. De doekoorts en het centraal stellen van onszelf hebben ook onze liturgie aangetast: we willen alle gebeden zelf maken, dingen uitvinden, alternatieve lezingen invoeren… Maar liturgie die door de mensen zelf wordt gemaakt, is een soort toneelspel. Ze lijkt op een Franse tuin waarin de mens alles zelf moet doen. Echte liturgie is als een Engelse tuin: alles is al gegeven en heeft een eigen plaats. Een christen treedt actief binnen in de liturgie, maar wil niet alles zelf maken en doen. Groeien in liturgie is groeien om binnen te treden in het overweldigende (geschonken) woud van de Schrift, in de rijkdom van miljoenen mensen vóór ons, in heel het gebeuren van Christus’ leven, sterven en verrijzen.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

Klokken luiden voor vrede op 21 september

Het aartsbisdom Mechelen-Brussel neemt samen met vele andere bisdommen in Europa, waaronder alle Belgische, deel aan het initiatief om op vrijdag 21 september 2018 alle kerkklokken te laten luiden tussen 18.00 u en 18.15 u ter gelegenheid van de internationale VN-dag voor de vrede.

zondag 16 september 2018

100 jaar na het einde van WO I

Op zondag 9 september 2018 had in Korbeek-Dijle de inhuldiging plaats van het oud-strijdersbeeld “OVER LEVEN” van beeldhouwer Tjerrie Verhellen. Hierbij foto van de terugkerende soldaat met rugzak, en accordeon aan de voet.

Week 2018-39 - DSC_0815Week 2018-39 - DSC_0819

woensdag 12 september 2018

Korbeekkermis 2018

Tijdens de openluchtmis op zondag 26 augustus 2018 bad de priester bij het openingsgebed:

Heer God,

waar mensen het opnemen voor elkaar,

waar mensen geen vreemden blijven voor mekaar,

waar mensen mekaar een echte thuis bieden,

daar zijt Gij in hun midden.

Geef ons de kracht en de moed om alle mensen,

van welke origine of overtuiging ook,

te zien als uw kinderen.

Zo kunnen we allen samen werken aan een toekomst

waar hoopvol leven is voor iedereen.

De omhaling voor het jeugdhuis van pater Dick Zwarthoed in Ruashi, in Congo, bracht 186,21 € op, waarvoor hartelijk dank!

Hierbij enkel sfeerbeelden van de activiteiten op deze kermiszondag.

Week 2018-37 - 009Week 2018-37 - 012Week 2018-37 - 019Week 2018-37 - 020

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De zus van hoop, geloof en liefde

Spiritualiteit is hunkering naar genezing en verlangen om meer mens te worden. Onze hele tijd zoekt ernaar. Maar er is een weg die zelden bewandeld wordt en een terrein dat braak blijft liggen: dat van het mooie. Zelden of nooit wordt het mooie aangewezen als vindplaats van genezing en humanisering. Schoonheid bergt, als een bron, altijd verrassing en gratuïteit in zich. Ze is daarom de zus van de hoop en haar biotoop. Daarom zal het mooie diep genezend zijn voor de manco’s van onze tijd. Ze kan het verwaarloosde antidotum zijn voor de toxines van vandaag. Het mooie draagt geheugen en dus geloof in zich. Er bestaat geen schoonheid zonder traditie, zonder het voortbouwen op alles wat aan creativiteit werd voortgebracht voordat wij werden geboren. Wie intreedt in de wereld van de kunst, vindt zichzelf terug in gevoelens en emoties, in zoveel mensen die hem voorgingen, met hun vreugde en pijn, hun dromen en hun ontmoedigingen. Hij vindt er vaste grond onder de voeten. Bovendien legt het mooie de link met de toekomst: het leidt binnen in een cultuur van verwachting, verrassing en hoop. Het brengt ons in evenwicht, het bemoedigt en introduceert ons in het rijk van de mogelijkheden. En het mooie zet in beweging. Omdat schoonheid ook symboliek hanteert, is ze een soort hefboom om los te komen uit de inertie en over te gaan tot het handelen. Ze is het voorspel van werkzame liefde. Schoonheid is de kracht, de schittering en het vuur van de waarheid. Ze ligt op het kruispunt van geloof, hoop en liefde.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 5 september 2018

Gelezen in TERTIO van 22 augustus 2018

Eyskens is een vraagtekenzaaier

Uit een artikel van Benoit Lannoo

In zijn zestigste boek, De vraagtekenzaaier, gooit Mark Eyskens weer kwistig rond met aforismen (zinrijke spreuken), woordspelingen en zinvragen. Om die laatste is het hem vooral te doen. “De meeste vragen smeken om antwoorden, maar nemen vrede met het opwerpen van nieuwe vragen.”

De menselijke kennis, stoelend op de wetenschappelijke methodes van vraagstelling, systematische twijfel en empirische bevestiging, heeft de voorbije eeuwen gescoord en blijft scoren. Bovendien heeft ze zichtbare, materiële resultaten geproduceerd: verbeterde leefomstandigheden, gezondheid en welvaart en afbrokkeling van de beklemming van vele geloofsdogma’s (zie ook voetnota). Maar weten we nu meer of minder? Het ontstaan van gigantische kennis leidt tot de paradox die Eyskens “de wet van de afnemende relatieve kennis” noemt. De grote geleerden van de late middeleeuwen en de renaissance kenden wellicht 50 à 60 procent van wat in hun tijd kenbaar was, terwijl de grootste geleerde vandaag amper nog 0,50 procent van het kenbare kent. Dat is vrij ontmoedigend: in de zogenaamde kennismaatschappij neemt de kennis relatief af.

Nadenkende wezens stellen onvermijdelijk de vraag: “Wat is de zin van dit leven, behalve een poging om het voort te zetten?” Hierop antwoorden de meeste mensen: goed te leven. “Maar wat is goed leven?”, vraagt Eyskens. Voor de meesten is dat gelukkig leven. Dan rijst weer een nieuwe vraag op. Wat is gelukkig leven? Dat is het bereiken en verwezenlijken van zijn wensen. Of wat technischer geformuleerd: zelfverwezenlijking. Maar wat betekent dat weer? Wat pogen mensen te bereiken? Heel uiteenlopende dingen die meestal onder eenzelfde noemer kunnen worden geplaatst: gelukkig zijn. Zo wordt de cirkel gesloten, stelt Eyskens vast. Gelukkig leven betekent datgene bereiken wat je wenst, en wat je wenst te bereiken is een gelukkig leven. Maar wat ons gelukkig maakt, begint alvast met een minimumprogramma: eten, drinken, seks en elementair levenscomfort. Voortleven vereist strijd om schaarse goederen te bemachtigen en veronderstelt inspanning, en concurrentie, wat vaak ontaardt in strijd en oorlog

Wil het menselijke ras overleven, dan moeten individueel en collectief egoïsme en agressiviteit omgeturnd tot verdraagzaamheid en samenwerking. Maar de menselijke natuur verzet zich daartegen. Derhalve – aldus Eyskens – is “een kracht nodig die de mens optilt naar een hogere dimensie van menselijkheid”.

Voetnota: In een vraaggesprek van Sylvie Walraevens met Rik Torfs in dezelfde TERTIO zegt deze laatste o.a.: “Het verleden normatief interpreteren is een dwaling. We vergeten wat een dogma historisch was: het registreren van een gedeeld geloof, als leidraad voor mensen. Niet andersom: vastgelegde geloofspunten die de gelovigen moeten aanvaarden.”

Herdenkingsmonument voor WO I

Samen met het Gemeentebestuur zal het herdenkingsmonument voor WO I op het kerkhof van Korbeek-Dijle worden ingehuldigd, en gezegend door de priester, op zondag 9 september 2018 na de mis van 10.00 u. Het is het beeld ‘Over Leven’ van Bertems kunstenaar Tjerrie Verhellen. Het beeld stelt een soldaat voor die terugkeert van de strijd en zich probeert op te trekken aan enkele positieve ervaringen. Het verhaal achter het beeld met een accordeon aan de voet is gebaseerd op waargebeurde feiten. De originele accordeon is nog altijd in het bezit van de kunstenaar. Het is een verhaal over het leven in oorlogstijd. Een verhaal dat herinnert aan alle inwoners van Korbeek-Dijle tijdens WO I. Het zijn die verhalen, de enkele positieve ervaringen waaruit wij hoop putten dat iets dergelijks nooit meer gebeurt. Positief blijven denken, is de boodschap achter het beeld.

E.H. Marcel Struyf overleden

Week 2018-36 - Marcel Struyf

Het nieuws over het plotse overlijden van onze vroegere geliefde pastoor, Marcel Struyf, heeft ons allen diep getroffen. Van de personeelsdienst van het aartsbisdom kregen wij volgende tekst en foto:

Beste vrienden,

Op dinsdag 21 augustus 2018 overleed te Tienen, priester Marcel Struyf op de leeftijd van 70 jaar. Hij werd geboren te Willebringen op 26 augustus 1947 en werd priester gewijd op 15 juli 1973.

Na zijn wijding begon Marcel Struyf zijn loopbaan als onderpastoor in Haacht.

Van 1986 tot 2005 was hij pastoor voor enkele parochies van de federatie Bertem.

Zijn laatste pastorale opdracht volbracht hij van 2005 tot 2013 in het dekenaat Tienen-Hoegaarden, waar hij verantwoordelijk werd voor zes geloofsgemeenschappen.

Sinds 2013 was hij officieel met pensioen

Heel zijn leven bleef hij heel nauw verbonden met zijn geboortedorp Willebringen, maar ook met zijn familie, zijn moeder, zijn achterneven en –nichten.

Na zijn pensionering werd Marcel de invaller als voorganger in vieringen in de brede regio, altijd goedgemutst en goedlachs, altijd begeesterd door de blijde boodschap.

Marcel Struyf had gouden handen, hij was bezeten door een klusjesmicrobe en hij kon ook veel, plamuren, loodgieterij, schrijnwerkerij. Tijdens zijn seminarietijd maakte hij zich zo al verdienstelijk en die dienstverlening met zijn handen zette hij verder in zijn parochies in de zorg voor de nodige infrastructuur: chirolokalen, scholen. Het was zijn leven.. Hij vond hier zijn voldoening in. Hij deed het graag…

Het ouderlijk huis, waar hij woonde, ging hij zelf verbouwen, maar als er anderen iets kwamen vragen, kwamen zij op de eerste plaats. 

Hij leefde altijd om anderen plezier te doen, zowel geestelijk als materieel.

Zijn uitvaart vond plaats in Boutersem, Sint-Pieters-Banden, Willebringen op zaterdag 25 augustus om 10 u.

Dat deze diepgelovige priester nu mag rusten in de vrede van de Heer. Gedenk hem in uw gebed.