woensdag 29 maart 2017

Gelezen In Tertio Van 15 Maart 2017

“We zijn de maat der dingen kwijt”

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Hoe overleven we onze tijd? Het is de ondertitel van het pas verschenen boek Ketterijen van Karel De Gucht. “Ik zeg niet dat er geen problemen zijn, maar te veel zaken worden opgeblazen. We zijn de maat der dingen kwijt. Ons samenlevingsmodel staat heus niet op ontploffen”, stelt de politicus. Dit exclusieve interview leest als een vurig pleidooi om de rede(lijkheid) en de vrijheid overeind te houden.

Ter inleiding van zijn boek voegde De Gucht er een uitvoerige state of the union aan toe waarin hij vijf ketterijen bestrijdt. Volgens hem was 2016 geen kantelmoment in de geschiedenis. De Brexit en de verkiezing van Donald Trump zijn des accidents de parcours. Ten derde worden we niet overspoeld door moslims en vluchtelingen. Vervolgens is de globalisering volgens hem niet de boosdoener en tot slot: “de mensen hebben niet altijd gelijk”. Kun je hem ongelijk geven?

22 maart 2016

Volgende week is het een jaar geleden dat in Zaventem en Maalbeek aanslagen plaatsvonden. Wat valt er te doen tegen zulke terreur?

“Gedegen informatievergaring is de enige methode die terreur kan voorkomen. En in ons land wordt goed politiewerk verricht. We moeten doen wat we kunnen, maar in het besef dat je nooit alles kunt vermijden. Mij stoort het dat mensen zo makkelijk meestappen in het beperken van hun vrijheden. In hoeverre bekomen we daardoor meer veiligheid? Ik ben er niet van overtuigd dat het op de schop gooien van onze vrijheden veel effect heeft. Al bijna duizend jaar vechten we in Europa voor onze vrijheden. Steden die opkwamen voor hun rechten, ijverden toch voor de rechten van hun burgers? En er waren al goed functionerende rechtbanken in de middeleeuwen. Door de terreur doen we nu vlotjes afstand van al die opgebouwde vrijheden en rechten. Voor wat? Wat brengt dat op? Neem de maatregel van binnenlandminister Jan Jambon om passagiers te registreren van internationale treinen en bussen. Dat haalt niets uit. Als ik naar Parijs ga, neem ik de trein in Rijsel in plaats van in Brussel. In Brussel is dat een internationale trein en word je gecontroleerd. In Rijsel is dat binnenlands verkeer, geen controle. Terroristen weten dat ook. Gaan we straks alle boemeltreinen ook controleren? Dat heeft toch geen zin. Steeds weer blijken er achter de terreurdaden netwerken te zitten. Daar moeten we dus naar op zoek. Investeer daarom in inlichtingendiensten en politiewerk”, beklemtoont De Gucht.

Sterke instellingen

Volgens sommigen verkeert de wereld in een prerevolutionair klimaat. Vergelijkingen met de jaren 1930 zijn niet van de lucht.

“Die parallellen gaan niet op. De situatie in de jaren 1930 was te wijten aan het feit dat Europa nooit de Eerste Wereldoorlog te boven was gekomen. Je moet altijd over de twee wereldoorlogen samen spreken. De ene liep over in de andere. Je kunt de Europese Unie vandaag niet vergelijken met de Weimarrepubliek van destijds. Onze instellingen en structuren staan nu veel sterker dan in de jaren 1930. Kijk naar de VS waar nu een merkwaardige man president is. Die wordt toch aan banden gelegd door het gerecht, de pers mobiliseert tegen hem en hij moet de internationale verdragen respecteren. Je kunt de maatschappij niet zomaar ontwrichten vandaag. We gedragen ons allemaal te veel als drama queens. Ik zeg niet dat er geen problemen zijn. Ik schrijf er voortdurend over. Maar dat betekent niet dat ons samenlevingsmodel op springen staat.”

Christelijk Europa

De waarden van Europa zij mee gevormd vanuit het christendom.

“Ethiek hoeft niet gegrond te zijn in het geloof, maar in Europa werden de moraal en de cultuur toch sterk vanuit het christendom gevoed. Als atheïst heb ik er geen moeilijkheden mee dat mensen geloven, maar ze moeten hun privémoraal niet opleggen aan anderen of bepalen wat de publieke moraal moet zijn. De Broeders van Liefde hebben zowat het monopolie over de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Als die draaien dankzij overheidssubsidies – geld van de gemeenschap -, dan past het niet daar je privémoraal boven de wet te stellen door in al die instellingen carrément euthanasie te weigeren.”

Parfum van onze geschiedenis

In andere columns zoals over het kerstverhaal wijst De Gucht dan weer op de blijvende waarde van de christelijke traditie.

“Etienne Vermeersch ontleedt haarfijn waarom die verhalen niet echt gebeurd kunnen zijn, maar die historiciteit doet er volgens mij niet toe. Het kerstverhaal is een verhaal van menselijk mededogen en aan zulke literatuur heeft onze tijd behoefte. Als atheïst ga ik er sowieso van uit dat die verhalen niet kloppen en niet waarheidsgetrouw zijn, maar ze hebben wel een grote waarde. Ook thuis plaatsen wij elk jaar onze kerststal, niet alleen omdat het kunstzinnig is of voor de gezellige sfeer, maar omdat die periode uitnodigt tot bezinning. Zo’n moment van introspectie is voor iedereen uiterst zinvol. Die christelijke feesten met hun verhalen en rituelen maken het parfum van onze geschiedenis uit.”

Phil Bosmans spreekt tot ons: Chantage

Men heeft op talloze manieren geprobeerd mij te

chanteren. Mensen die dreigen zich van kant te maken

als ik niet met geld over de brug kom. Maar daar trap ik

niet in. Ik heb zelfs al ‘ns gezegd: ‘Ik hoop dat het touw

sterk genoeg is!’ Onlangs was er een man die zich als

een arme voordeed en een heel zielig verhaal ophing.

Maar op een bepaald moment maakte ik zijn verhaal

voor hem af, ik kon al voelen waar het naartoe ging… en

hij viel uit zijn rol, hij begon te lachen!

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 22 maart 2017

Gard Vermeulen schrijft ons van uit Guatemala: Voor de Spanjaarden kwamen … (deel 3)

De Maya-volkeren

Mijn reis loopt ten einde in het Maya-gebied van weleer, het huidige Guatemala en Yucatán in Mexico. In de titel heb je al bemerkt dat er meerdere Maya-volkeren leefden, waarvan gewoontes en culturen grotendeels samenvielen, maar ook verschillende talen spraken.

In de vijf eeuwen rond het begin van onze jaartelling, leefden er kleine gemeenschappen in het laagland van Yucatán en de hooglanden van Guatemala. Ze boerden waar grond vruchtbaar en water voorhanden was. Sommigen werden rijker, beschouwden zich als elite en gedroegen zich als edelen.

clip_image002Vanaf de derde eeuw na Christus, bouwden de machtigen stenen paleizen voor zichzelf en dito piramides waarop ze tempels zetten om dichter bij de goden te komen. De twee belangrijkste er van waren de zonnegod en zeker Chac, de regengod. In deze stenen steden werden, buiten de dienaars en werklui, geen gewone mensen toegelaten. Geleerden berekenden het aantal ‘mensen’ die er leefden, maar dat sloeg alleen op de hogere kasten. De gewone mens werd letterlijk “niet geteld”. Toch schat men dat Tikal 120 000 mensen telde op het moment dat Londen of Parijs het deden met 30 000. De anderen waren wat kleiner.

Tegelijk was dat een oorzaak van hun ondergang. Want voedsel moest aangebracht worden vanuit de verre landbouwgebieden, vijf tot tien dagreizen ver. Maar de dragers moesten zelf ook eten, en reserves houden voor hun terugkeer huiswaarts. Zo konden ze per trip nauwelijks iets verkopen op de markt. Als er schaarste is, groeien er spanningen en burgeroorlogen. Om eten, maar nog meer om water. Want rond het jaar 900 kwamen er lange periodes van droogte. Chac werd meermaals en met aandrang gesmeekt om regen. Tevergeefs. Het aanzien en de macht van de priester-koning, machteloos bij de goden, verschrompelde ook snel bij de onderdanen. De kleine lieden kwamen in opstand en doodden hun leiders en geleerden. Het regeringssysteem stortte in elkaar en de bevolking verspreidde zich. De stenen gebouwen verdwenen onder het oerwoud.

De eerste stad die weer ontdekt en gedeeltelijk gerestaureerd werd, was Chitzén Itzá in Mexico. Haar bouwstijlen kwamen van verschillende plaatsen en tijden: van Teotihuacán, van Tula, van de Olmeken. Kende die stad verschillende heersers of onderhielden ze met deze volkeren goede relaties? De geleerden zijn het niet eens. Ik bewonder de meest volledige piramide van Midden-Amerika, wandel naar de heilige cenote (natuurlijke waterput), waarin overblijfselen van offergaven gevonden zijn: juwelen en jawel, mensenoffers. Vol afschuw kijk ik naar het platform waarvan alle zijkanten ‘versierd’ zijn met doodshoofden. Telkens na 52 jaar, als het burgerlijke en het religieuze nieuwjaar samenvielen, moest de wereld weer op gang gebracht worden. Dat vereiste krachtige offers. Hun legioenen trokken uit en brachten krijgsgevangenen mee. Hun hart werd aan de goden geofferd, hun hoofden tentoon gesteld. Toch kenden de geleerden de stand en beweging van de sterren en kruiden als geneesmiddelen.

Meer naar het zuiden steken de piramides van Tikal boven de boomkruinen uit. Tikal was machtig, zeer machtig en dreef handel met het noorden (Teotihuacán), het zuiden (Peru) en de beide oceanen. Ze hadden grote bondgenten en machtige vijanden. In hun geschiedenis ontbreken 160 jaren. Toen waren ze slaven van anderen, vernederd en verpletterd. Tot ze weer tot leven kwamen.

De stad Palenque doet denken aan Monte Alban, behalve dat de laatste boven op een dorre bergtop ligt en Palenque midden een groen bos. Het paleis is nog toegankelijk en ik hoor een andere oorzaak van verval. De stad had heel veel kalk nodig om al de gebouwen op te trekken en te bepleisteren. Die sierlaag, vijf centimeter dik, moest om de vijf jaren vervangen worden. Om de kalk te branden werden jaarlijks duizenden en duizenden bomen geveld, wat uitmondde in een gigantische milieuramp. Soms lijkt het erop dat wij vandaag niets geleerd hebben en precies dezelfde fatale fouten maken.

clip_image004Palenque is nog voor iets anders bekend: Hier werd de eerste dode vorst onder een piramide ontdekt. Tot in de zestiger jaren van vorige eeuw dacht men dat de Indiaanse piramides alleen verhogen waren om de offer­plaatsen dichter bij de goden te brengen. Maar koning Pakal was zelf tijdens zijn leven al begonnen om dit monument boven zijn sarcofaag te bouwen. En daarnaast richtte hij ook nog een kleinere piramide op voor zijn overleden moeder die gedurende vier jaren geregeerd had toen hij nog te jong was voor de kroon.

In Uxmal zijn de gebouwen intens versierd met afbeeldingen van de “gevederde slang”, van de regengod met de slurfneus en met kalenders. De monumenten staan op verschillende reusachtige opgehoogde platforms. Hiervoor alleen had men honderdduizenden tonnen rotsen nodig. Hoeveel mensen hebben hier gewerkt tientallen of honderden jaren lang?

Ik sta andermaal verbouwereerd in het besef van de gruwel en de uitbuiting, van de foute beslissingen en de slavernij, maar ook van de orde en de intelligentie, de levenskracht en de creatieve oplossingen, de beschaving en het geloof. Ik begrijp het niet maar het boeit me.

Misschien hebben de fragmenten en puzzeldeeltjes die ik je beschreef ook bij jou vraagtekens gezet en bewondering gewekt. Dat was ook mijn bedoeling.

Tot binnenkort.

Gard

Gelezen In Tertio Van 8 Maart 2017

“Bruggenbouwer Bergoglio wil muren slopen”

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Paus Franciscus stond op 13 maart vier jaar aan het hoofd van de rooms-katholieke kerk. Tertio grijpt die verjaardag aan om een onbekende kant van Jorge Mario Bergoglio te belichten: zijn rol in de internationale politiek. Italiaans diplomaat Pasquale Ferrara publiceerde daarover een fascinerend boek. Franciscus oefent volgens hem zeker invloed uit, “maar de paus is geen diplomaat”. Zijn logica blijkt door en door religieus.

Uit het vraaggesprek van Emmanuel Van Lierde met Pasquale Ferrera

Speelt religie in deze postseculiere tijden terug een prominente rol op het wereldtoneel?

“Godsdiensten moeten geen politieke rol spelen. Het is niet hun taak internationale crisissen op te lossen. Dat is de verantwoordelijkheid van politieke leiders. Religies dienen wel het kritische geweten van de mensheid te zijn, door te wijzen op de nood aan meer inclusie, aan een economie die geen marginaliteit creëert, aan een gemeenschap die alle verschillen verwelkomt zonder daarom haar culturele en religieuze wortels uit het oog te verliezen.”

Is paus Franciscus zich bewust van de ambivalentie van het sacrale? Religie kan immers de bron zijn van zowel geweld als harmonie.

“Voor Franciscus is er een duidelijke red line tussen godsdienst en geweld. Hij herhaalt voortdurend dat doden in de naam van God niets te maken heeft met ware godsdienst, integendeel, het is antigodsdienstig. Volgens alle religies en ethische overtuigingen is zoiets blasfemie. Het sacrale op zich blijkt niet ambivalent. Wat het heilige ambivalent maakt, is het strategische gebruik ervan door groepen met een politieke en militaire agenda. Religies daarentegen zijn de drijvende kracht achter processen van vergeving en verzoening.”

Wat is de eigenheid van de kerkelijke diplomatie?

“De Heilige Stoel streeft geen politieke, commerciële of militaire doelen na, eigen aan veel andere diplomatie, maar promoot de goede verstandhouding tussen staten en overheden, handelt als een morele stem binnen de internationale gemeenschap, bevordert de mensenrechten – de godsdienstvrijheid inbegrepen – en werkt wereldwijd aan rechtvaardigheid, verzoening en vrede.”

“Maar de paus is geen diplomaat. Dat hij al meermaals met zoveel woorden sprak over de Armeense genocide, bewijst dat. Ankara verzet zich heftig tegen die omschrijving als genocide. Vanuit diplomatiek oogpunt is dat woordgebruik niet tactvol, zelfs problematisch. Ook over de vluchtelingencrisis is Franciscus bijzonder scherp. Hij roept niet alleen op tot gastvrijheid en solidariteit, maar vraagt de oorzaken aan te pakken: de wereldwijde ongelijkheid en de uitwassen van het neoliberalisme, het slecht bestuur en de zwakke staat, de conflicthaarden, de klimaatverandering, het gebrek aan dialoog tussen de internationale partners, enzovoort.”

“Zijn kijk op het milieu en zijn visie op de neoliberale markteconomie die slachtoffers maakt, oogsten kritiek in sommige conservatieve Amerikaanse kringen. Dan vergeten zij hoe paus Benedictus XVI evenzeer op die spijkers klopte. Er is een merkwaardige continuïteit in de sociale leer van de kerk.”

Dat de paus en het Vaticaan een bemiddelende rol speelden in de normalisering van de betrekkingen tussen de VS en Cuba, is alom bekend.

“In plaats van bemiddelend zou ik hun rol in dat dossier eerder omschrijven als ‘faciliterend’. De tijd was rijp voor die toenadering tussen Washington en Cuba en de paus versnelde een proces dat al aan de gang was. De status quo scheen om vele redenen onhoudbaar. Voor de kerk was het doel niet louter een politiek akkoord bereiken tussen twee lang van elkaar gescheiden landen, maar vooral openingen creëren die de economische en sociale ontwikkeling van het Cubaanse volk bevorderen.”

Begrippen die aan het pontificaat van paus Franciscus kleven, zijn ongetwijfeld de barmhartigheid en de periferie. In uw boek gaat u in op die klemtonen, maar wijdt u eveneens een hoofdstuk aan het begrip “muren”.

“Overal wil de paus de logica van muren tussen de mensen doorbreken. Hij wil bruggen bouwen in plaats van muren. Om ons daarvan bewust te maken, zoekt hij de grenzen op. Zijn eerste reis naar Lampedusa was iconisch. Even sterk was het moment waarop hij in Bethlehem halt hield en bad aan de scheidingsmuur die Israël bouwt.”

Tot slot een blik naar het Oosten.

“De eerste ontmoeting ooit met de Russische patriarch is natuurlijk historisch, al schijnt het maar een begin. De relaties met het patriarchaat van Constantinopel staan veel verder. Daarnaast weten we dat Franciscus inzet op alle communicatiekanalen met China en dat hij hoopt op een pragmatische en openlijke dialoog. Als hij daarin slaagt, dan wordt dat een game changer voor de katholieke kerk in China en buitengewoon goed nieuws voor de geopolitiek. Duimen maar.”

Phil Bosmans spreekt tot ons: Zitdag

Sommigen denken dat ik de sleutel bezit van alle

hemelen, én van de Nationale Bank. Helemaal in

het begin had ik een soort zitdag-systeem: elke

zaterdag ontving ik probleemgevallen, maar dat

werd onhoudbaar; het draaide uit op een wekelijkse

processie van martelaars én profiteurs. O ja, die zijn

er ook: ze denken ‘Die Bosmans, dat is een halfzachte,

zo’n gevoelige, daar gaan we eens gebruik van

maken.’ Nu, ik ben zeker al beetgenomen, maar ik

heb gaandeweg toch een soort zesde zintuig voor

bedriegers en profiteurs ontwikkeld. Tussen mensen in

nood zitten ook gehaaide lui, dat is een realiteit.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 15 maart 2017

Gard Vermeulen schrijft ons van uit Guatemala: Voor de Spanjaarden kwamen … (deel 2)

De voorbije week hebben we met het reisgezelschap doorgebracht in verschillende koloniale steden van Guatemala.

Nadat de Spaanse veroveraars de Indiaanse steden en volkeren hadden overworpen, begonnen ze een eigen regering op te zetten. De eerste hoofdstad plaatsten ze in een bestaande stad, in Iximche, waar de bevolking hen verwelkomd had. Want de nieuwelingen hadden de bewoners bevrijd van de oude onderdrukkers. Toen twintig jaar later de soldij van de soldaten vertraging opliep uit Spanje, plunderden ze wat waarde had en staken ze alles in de fik wat kon branden.

De gouverneur met een harde kern van vertrouweling was al gevlucht en begon een andere hoofdstad aan de voet van een uitgedoofde vulkaan. Na een lange regenperiode stond de oude kratermond boven hen vol water. Een barst in de wand bezegelde het lot van de stad aan de voet: de vloed overspoelde huizen, straten en andere gebouwen. De ‘vuurspuwende’ berg is nog steeds best gekend met zijn spotnaam: de ‘watervulkaan’.

Derde keer, goede keer? De hoofdstad werd een tiental kilometer verder opnieuw begonnen. Prachtige gebouwen, rijke burgers, machtige kloosterordes, … tot de grote aardbeving van 1773 de stad achterliet in gruizels. De parochiepriesters en de eenvoudige paters en zusters wilden bij hun dakloze medemensen blijven en ze startten de herstellingswerken. Maar de politiek besliste de stad nogmaals te verplaatsen, dit keer naar de huidige Guatemala-stad. De vorige kreeg de naam ‘Antigua, de Oude’.

clip_image002De bisschop en de kloosteroversten wilden dicht bij de macht blijven. Ze raapten alles bij mekaar wat los stond in hun ingestorte kerken en wat niet te zwaar woog, brachten het naar de nieuwe plaats en stoffeerden er de nieuwe gebedsplaatsen mee. In Antigua zijn 250 jaar later nog de sporen te merken van de katastrofe. Van de vroegere kathedraal bleef alleen de facade rechtstaan en de eerste travee, tot aan de achterste pilaren. Dat deel wordt vandaag als mini-kathedraal gebruikt. Ze zit op zondagmorgen overvol. Opdat iedereen de priester aan het altaar zou kunnen zien, staan in alle hoekjes en kanten TV-schermen opgesteld terwijl een vrijwilliger met de camera de priester probeert te volgen. Tijdens zijn preek tast zijn stem alle toonaarden af, zwaaien zijn armen in duizend richtingen en dansen zijn voeten van links naar rechts. Het is behelpen in die kleine ruimte, terwijl de restanten van de vijf beuken buiten een indrukwekkend beeld laten van wat ooit was.

De paters en later de zusters die door de Spaanse koning en de paus uitgestuurd waren om de heidenen (of de ‘wilden’?) te bekeren, hadden dadelijk oppervlakkig succes. Vaak trad men toe tot de kerk om zijn broodheer te plezieren. Tot vandaag noemt meer dan tachtig procent van de Guatemalteken zich christen, in overgrote meerderheid katholieken al zijn er ook heel wat protestantse kerken aanwezig, ondersteund door rijke giften uit de Verenigde Staten. De diepte en de scherpte van het christelijk geloof drongen niet altijd door in de zielen van de eenvoudige mensen. Zij baden tot een of andere heilige om een gunst te verkrijgen en klutsten hem samen met de Indiaanse God die hun voorheen dezelfde dienst bewezen had.

clip_image004Zo vind ik in de kerk van Santiago de Atitlán een heilige Judas, jawel Iskarioth die Jezus verraden heeft. Wat verder in het dorp, in een kleine achteraf-kamer begint een ceremonie bij het beeld van Sint Simon (In het Spaans Santo Simon) verbasterd tot Maximóm. De gebedsleider begint met een kruisteken. Naast hem zit een architect-aannemer die graag de opdracht zou krijgen voor een groot project. Terwijl de voorganger dit met luide stem uitlegt aan het beeld, steken de helpers regelmatig de sigaret aan in de mond van de heilige. Hij is immers een verstokt roker, zoals een heer van stand past. Bij zijn stand horen ook de talrijke dassen rond zijn hals. Bij een vorig bezoek heb ik voor de ‘heilige’ een flesje brandewijn gekocht. Toen werd de heilige achterover gekanteld en de drank liep in zijn keelholte. Wat ik wist, maar niet kon zien: een plastiek buisje leidt de drank naar een fles in het binnenste van het beeld. Een half uur later ontmoette ik de helper weer op de trappen van de kerk, stapeldronken. Nu blijft de sjamaan de man naast zich ondervragen, veel wierook in de ruimte zwieren, nog meer kaarsjes aansteken en tenslotte namens de smeker een deel van de mogelijke winst aanbieden aan de machtige ‘heilige’. Uiteindelijk wordt de dienst beeindigd met een Pater Noster. Hoestend van de smoor en vol vraagtekens van ongeloof stappen we naar buiten.

Rond het jaar 1800 waren er al veel blanke en halfbloeden geboren op het nieuwe kontinent. Er waren degelijke scholen voor de opleiding, ze hadden goed zaken gedaan en waren min of meer rijk geworden. Maar de macht en de beslissingen kwamen nog steeds uit Spanje waar ambtenaren en ministers beslisten wat er ginds ver moest gebeuren, zonder dat ze ooit de streek bezocht hadden noch de gebruiken of de situaties kenden. Ongenoegen groeide in het nieuwe werelddeel tot onrust, nam toe tot rebellie en vestigde tenslotte met vallen en opstaan de eigen zelfstandigheid. Dat leidde dikwijls tot nieuwe afhankelijkheid van de Verenigde Staten, van Engeland, Frankrijk of Oostenrijk. Die hadden immers grote belangen te verdedigen tegen het armtierig Spanje.

Uiteindelijk kwam er dan zelfbestuur. De nieuwe machthebbers vergaten onmiddellijk alle beloften voor democratie en gelijkberechtiging. Bijna elke president groeide uit tot dictator, werd schatrijk tot hij werd afgezet door een of andere generaal en het rondje kon opnieuw beginnen. Deze ziekte is nog niet helemaal uitgeroeid in Zuid- en Midden-Amerika.

Ach, ach, ik besef dat ik nog niets gezegd heb over het Maya-volk. Ik probeer daar over enkele dagen nog iets aan te doen. Geniet ondertussen van je dagen.

Gard

Gelezen In Tertio Van 1 Maart 2017

1 . Quote: “Ik bid wel eens, ja.”

VRT-Wetstraatjournalist Marc Van de Looverbosch vindt in het gebed soms de rust en de kracht om de juiste dingen te doen (Knack, 22/2)

2 . De prestigieuze Japanse Niwano-vredesprijs ging dit jaar naar de lutherse bisschop van Jordanië en het Heilig Land, Munib A. Younan, tevens voorzitter van de Lutherse Wereldbond. Voor het comité dat de prijs toekent, zet Younan zich blijvend in voor dialoog tussen de verschillende geloofsgemeenschappen in het Heilig Land. “In een wereld die gekenmerkt wordt door leiders die de verschillen benadrukken verkiest bisschop Younan vrede boven macht en eenheid boven overheersing”, luidt het.

3 . Een diaconaat voor vrouwen is wellicht mogelijk. Dat stelt kardinaal Gianfranco Ravasi, voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Cultuur, in een interview met KNA. De curiekardinaal wijst tevens op het bredere kader waarin die vraag beantwoord dient te worden: “Waarom geven we vrouwen niet de leiding over een parochie of zijn ze niet meer aanwezig op de hogere niveaus in het Vaticaan?”, klinkt het.

4 . “God staat nooit boven de grondwet.” Dat zegt Salah Echalloui, voorzitter van de Moslimexecutieve, in een interview in De Morgen. Voor Echalloui is een “Europese islam” prioritair. “Ik wil werken aan de integratie van de islam in België”, verzekert de voorzitter. Ook breekt hij een lans voor vrouwelijke imams. (Geert De Cubber)

Phil Bosmans spreekt tot ons: Lente!

Kijk naar het licht,

naar alles wat openkomt.

Kijk naar het leven in de natuur,

onstuimig en enthousiast,

in het groeien van de bomen,

in het bloeien van de bloemen,

in het zingen van de vogels.

Kom uit je donkere dagen!

Het leven kan een feest zijn!

Laat de lente komen in je hart,

in je ogen, je armen en benen,

in al je leden

tot in de toppen van je tenen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 8 maart 2017

Gard Vermeulen schrijft ons van uit Guatemala: Voor de Spanjaarden kwamen … (deel 1)

Nu al tien dagen ben ik in Midden-Amerika, eerst in Mexico en nu in Guatemala.

De aanloop naar de reis liep langs dwaalwegen en doodlopende steegjes. De ene reis werd afgezegd, een andere werd niet eens aangeboden, de derde was onzeker, nog andere bevielen me niet. Uiteindelijk kwam er zes weken geleden toch een gepaste aanbieding. Een bijkomende struikelsteen lag er voor mij omdat ik twee jaar geleden in Iran was en de Verenigde Staten mij daarom alleen op doorreis toelieten na een complex visumonderzoek. Eerst op de Brusselse ambassade en dan nog eens dunnetjes overgedaan in Houston. Dat allemaal om twee maal twee uren te verblijven in hun land.

De vliegreis was ook al vermoeiend: vóór zeven uur ’s morgens al op de luchthaven Schiphol en pas negentien uur later toekomen in Mexico-stad. Tot overmaat van lasten, wachtte de reisleider ons niet op maar kwam pas toe twee uur na ons gezelschap. Kregelig spendeerden wij staande de tijd.

Als Europeanen al iets weten over de Indianen in Latijns Amerika, dan kennen zij de Spaanse verovering, de conquista, menen ze dat de Spanjaarden de volkeren hebben uitgemoord en misschien dat de inwoners mensenoffers brachten. Deze drie dingen zijn slechts enkele aspecten van de waarheid, maar zeker niet volledig.

Lang voor de beschreven tijd, leefden er Indiaanse volkeren in deze streken. De eert bekenden waren de Olmeken. Veel weten we er niet over maar geleerden ontdekten reusachtige (tot twee meter hoge) stenen beelden van alleen het mensenhoofd met grote voorhoofden, platte neuzen, gekrulde lippen en met een helm op. De olmeken bouwden grote platformen in de moerassen. Wij weten niet waarvoor ze dienden.

Andere volkeren leefden op verschillende plaatsen vanaf enkele honderden jaren voor onze tijdrekening tot rond het jaar duizend. De stad Theotihuacán was al verlaten toen de Azteken er in de dertiende eeuw voorbij trokken. Zij noemde deze reusachtige plaats: de stad der goden. Over de Maya wil ik het later hebben, omdat dit in het tweede deel van deze reis zit.

We bezochten wel Monte Alban. Haar originele Zapoteekse naam kennen we niet. Hoog op een heuvel overziet ze de omgeving. De bevolking heeft de top van de heuvel afgevlakt over een oppervlakte van tientallen hectaren. In die tijd met pure handenarbeid en zonder het gebruik van een wiel. Ze kenden het wiel al wel maar het gebruik ervan werd voorbehouden voor de goden. Zo hebben ze ook een dubbele rij van telkens drie tempels opgetrokken in harde steen. De versieringen waren alleen architectonische eenvoudige lijnen. Ze bouwden een grote naald als zonnewijzer en een eenvoudige sterrenwacht. Zo konden de priester-koningen het regen- en zaaiseizoen voorspellen. Hun inzicht kon alleen door de gunst der goden verklaard worden!

Daarnaast hakten ze met enkele krachtige lijnen mensenfiguren op grote vlakke stenen: jonge vrouwen, vrouwen in verwachting of tijdens het baren, ouderlingen en wellicht priesters. Maar die laatsten waren ‘goden op aarde’ en mochten geen godmensen verwekken. Voor de zekerheid werden ze vóór hun inwijding gecastreerd.

Deze indrukwekkende beschaving verdween even na het jaar duizend. In dezelfde streek verving het koninkrijk van de Mixteken hen in Mitla. Hun gebouwen werden opgetrokken met versieringen als een mozaïek van precies gehakte stenen, gemiddeld een baksteen groot. Die puzzel van veelvormige stenen had ook hoogteverschillen. Duizenden steentjes passen nu nog mooi in elkaar en spelen met schaduwen in de zon. De Mixteken overleefden tot bij de Spaanse verovering.

Ik heb hierboven al gepraat over de Azteken. Zij kwamen waarschijnlijk uit het noordwesten van het huidige Mexico of misschien van nog verder. Het was een ruw en krijgshaftig volk en zij geloofden dat hun god Quetzalcoatl, “de gevederde slang,” hun een woonplaats beloofd had waar ze een arend zouden zien zitten op een cactus met een slang in de snavel. Vandaag draagt de Mexicaanse vlag dit symbool in het centrum. Rond de veertiende eeuw herkenden zij dit teken in een moerasachtig deel van een groot meer en bleven er wonen. Geleidelijk vulden zij het moeras, eerst met drijvende tuinen en dan met afval van gewassen en aangespoelde grond. De stad groeide en zij noemden ze Tenochtitlan “Stad van de slang”. Hun keuze laat zich nu nog voelen in verzakkingen van de kathedraal en van andere grote gebouwen in Mexico-stad. Bijna twee euwen lang bevochten en onderworpen zij de naburige volkeren en eisten belastingen. Geliefd waren ze niet.

Ze geloofden ook nog een tweede mythe: Een vroegere opperbeste sneeuwwitte heerser had zich in een zwakke bui laten dronken voeren door zijn jaloerse broer. Uit schaamte verliet de priester-koning zijn land in oostelijke richting, met de belofte ooit terug te komen in een drijvend paleis op het water.

Toen de Spaanse (blanke) rebel Hernan Cortés in 1519 toekwam met zijn vloot en met paarden (nooit eerder gezien in dit werelddeel), werd hij door koning Moctezuma II vooreerst beschouwd en verwelkomd als de weergekomen eerste koning en met eerbewijzen overladen. Dat scherpte de schraapzucht van de avonturier naar goud en juwelen alleen maar aan. Daarenboven vond hij bondgenoten in de uitgebuite en onderdrukte volkeren. Na nog wat gehaspel met de rechtmatige afgevaardigden van de Spaanse koning (onze keizer Karel V) liet hij de Indiaanse stad bombarderen en nam ze in.

Vol afschuw heeft hij de ‘feesten’ gezien van de Azteekse eeuwwende. Volgens hun tijdrekening werd het heelal elke 52 jaar volledig vernield en weer tot leven gewekt door de zon. Daartoe moest de zon voldoende krachten opdoen. Dat vereiste veel levende, kloppende mensenharten van de sterkste en moedigste kerels. Zij vonden het een grote eer te mogen sterven voor hun god. Elk van hen werd naar de hoogste piramide geleid en, wellicht verdoofd, op de offersteen gelegd. Met een mes van obsidiaan werd hun borst geopend en hun uitgerukte hart aangeboden aan de zon. Het lichaam werd gewoon de trappen afgeduwd. Volgens Spaanse, voorzeker overdreven, getuigenis lagen er een paar duizend lichamen aan de voet van de Templo Mayor. Samen met Cortés gruwen wij ook nu nog van afschuw.

De Indianen moesten voor de overwinnaars zware arbeid verrichten, geraakten uitgeput en stierven. Zij, die gewoon waren naakt te lopen, moesten nu kleren dragen en wisten niet dat en hoe ze die moesten wassen. Ze waren niet bestand tegen Europese ziekten zoals griep. Ze stierven van die ziekten. Er groeide verzet en her en der opstanden. Ze werden neergeschoten of veroordeeld en gevangen gezet. Hun aantallen daalden maar niet uitsluitend door de strengheid van de Spanjaarden.

Binnen de Spaanse gemeenschap leefden twee belangrijke stromingen: hebzucht van de enen, bekeringsijver bij de anderen, met de wil om de ‘sukkelaars’ met respect te behandelen en hen tot ontwikkeling te brengen. De werkelijkheid ligt tussen duivelse onderdrukking en de belofte van een mooie aardse of hemelse toekomst. De botsing van twee culturen was geen zwart-witverhaal.

Morgen vertrekken wij naar de erfenis van de Maya, die reeds vijfhonderd jaar verdwenen waren toen de Spanjaarden toekwamen. Daarover vertel ik u een volgende keer.

Gelezen In Tertio Van 22 Februari 2017

Op zondag 19 februari 2017 riep paus Franciscus tijdens een bezoek aan de Romeinse parochie Santa Maria Josefa del Cuore di Gesù op niet toe te geven aan rancune. Die vernietigt families, vriend- en nabuurschap en zoveel meer, aldus de paus. Door een kind gevraagd hoe je paus wordt, antwoordde hij dat het conclaaf niet altijd de meest intelligente of efficiënte kiest, maar altijd degene die God wil voor zijn kerk. (Geert De Kerpel)

Wafelbak WOS

Hartelijk dank aan allen die onze winst van 2.419 euro hebben waargemaakt:

- zij die wafels bakten

- zij die de verkoop voor hun rekening namen

- en zij die ons gesteund hebben met de gebakken wafels te kopen.

Hopelijk hebben ze gesmaakt en tot volgend jaar.

WOS Korbeek-Dijle

Phil Bosmans spreekt tot ons: Engelen

De Voorzienigheid schijnt met ons werk begaan te zijn.

Ik stel dat achteraf vast en kan het nooit voorspellen.

Maar telkens als er zich iets voordoet dat ik met mijn

hele verstand echt niet kan verklaren, dan spreek ik

van Voorzienigheid. Ik ben er zeker van dat God op

aarde engelen achterlaat om mensen tot steun en

troost te zijn. Engelen, mensen die zich nauw met God

verbonden voelen en op een bepaald moment zeggen:

nu moet ik iets doen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

Nieuwjaarsdrink in de sneeuw

“Toen waren er nog winters!” dat zullen we kunnen zeggen aan ons nageslacht als zij deze foto’s onder ogen krijgen. Op zaterdag 7 januari 2017, een ijskoude dag, schrokken de Ruwalers er niet voor terug een nieuwjaarsdrink te houden in open lucht. Warme kleren, een houtvuurtje en de alcohol zorgden voor de nodige warmte.

Week 2017-06 - Nieuwjaarsdrink Ruwaal 2017 1Week 2017-06 - Nieuwjaarsdrink Ruwaal 2017 2

woensdag 1 maart 2017

Gezellig verpozen bij spijs en drank

De medewerkers van de parochie Sint-Bartholomeus van Korbeek-Dijle hebben even de riemen eraf gegooid en samen genoten van een fijne avond in een uitstekend restaurant.Week 2017-09 - 001Week 2017-09 - 005Week 2017-09 - 008Week 2017-09 - 011

Het ‘vijf vinger gebed’ van paus Franciscus

1 . De duim is de vinger dicht bij u. Begin dus te bidden voor degenen die het dichtst bij u staan. Zij zijn de mensen die het eerst in uw gedachten komen. Het bidden voor onze geliefden is een ‘zoete verplichting’.

2 . De volgende vinger is de wijsvinger. Bid voor hen die u onderwijzen en u een heilzame weg wijzen. Zij hebben ondersteuning en wijsheid nodig om aan anderen richting te kunnen geven. Gedenk hen altijd in uw gebeden.

3 . De derde vinger, de middelvinger, is de langste. Deze herinnert ons aan onze leiders, de bestuurders en allen die gezag hebben. Zij hebben Gods leiding nodig.

4 . De vierde vinger is de ringvinger. Het zal u misschien verbazen dat dit de meest kwetsbare vinger is. Deze herinnert u te bidden voor de zwakken, de zieken en zij die gebukt gaan onder problemen. Zij hebben uw gebed nodig.

5 . Ten slotte komt u bij uw kleinste vinger. Uw pink helpt u te bidden voor uzelf. Als u voor de andere vier groepen heeft gebeden, zal u in staat zijn uw eigen noden in het juiste perspectief te zien. En zo leert u op een goede manier voor uw eigen behoeften te bidden!

(Uit de Nieuwsbrief februari 2017 van Kerk in Nood)

Phil Bosmans spreekt tot ons: De armen

Ik heb God in het gelaat van de armen gezien. Soms

moet ik veel vergaderen, kilometers afleggen, urenlang

aan de telefoon hangen, maar op een of andere manier

en meestal vanuit een totaal onverwachte hoek helpt

God me. Uit ervaring weet ik, dat als je je hand naar de

armen uitsteekt, God altijd je andere hand vult.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos